Gristelijk gehandicapt

Nee, ik heb niks tegen christenen. Dat zou dom zijn, want ik was er ooit zelf één en ik respecteer mijn vroegere zelf teveel om nu op haar af te geven. Bovendien ken ik genoeg leuke en lieve mensen die christen zijn. Ik vind mezelf niet ineens ‘in rang gestegen’, nu ik geen christen meer ben en dus ‘eindelijk verstandig’, want wat een onzin zou dat zijn! In mijn beleving zijn we allemaal gelijk, hebben we allemaal onze eigen ideetjes over de werkelijkheid en zitten we er waarschijnlijk ook allemaal faliekant naast. De één misschien wat faliekanter dan de ander, maar wie het verst bij ‘de waarheid’ vandaan zit, zal je mij niet horen zeggen. Ik ben het in elk geval niet! 😉 Nee, even serieus, ik heb geen flauw idee en ik ben van mening dat niemand dat heeft, ook niet de mensen die vinden van wel. 😛 Dus wat mij betreft zitten we met z’n allen in hetzelfde schuitje.

Maar in dat schuitje zitten toch echt een aantal mensen, die ik op zijn zachtst gezegd ervaar als ‘sociaal onaangepast’. En laat ik er maar niet omheen draaien, want de titel verraadt natuurlijk allang waar ik heen wil: die mensen zijn christen. En ja, ik zal er ook meteen maar bij zeggen dat je natuurlijk óók sociaal onaangepaste mensen hebt die GEEN christen zijn (hallo 😛 ), en dat er ook ontzettend veel christenen zijn die WEL sociaal aangepast zijn. Dit gaat over dat relatief kleine aantal dat zeg maar net de boot gemist heeft. Of eigenlijk: waarvan ik wel eens zou willen dat ze de boot hadden gemist, want dan zaten we tenminste niet in datzelfde schuitje, wat ik wel eens ietwat onaangenaam vind. Overigens geef ik geen definitie van wat ‘sociaal aangepast’ precies is, ik ga alleen inzoomen op de dingetjes waarvan ik denk dat het DAT in elk geval NIET is.

Potsierlijk en tenenkrommend

Ach, en het heeft waarschijnlijk ook allemaal met persoonlijke voorkeuren te maken. Ik vind bijvoorbeeld mensen met een zelfreflecterend vermogen prettiger in de omgang dan mensen die elke vorm van zelfinzicht lijken te missen. Ik kan ontzettend lachen om iemand die met opzet een grappig bedoelde lompe opmerking maakt. Maar er zou niets te lachen zijn, wanneer dezelfde opmerking serieus bedoeld was. Dan zou ik denken: ‘Huh? Je maakt een grapje, hoop ik!?’ Om dan vervolgens met een gevoel van plaatsvervangende schaamte te constateren dat er dus geen grapje wordt gemaakt. Ken je dat gevoel? Wat wordt het dan ineens potsierlijk en tenenkrommend ongemakkelijk, wanneer deze persoon zelf het misplaatste niet inziet van de zojuist gemaakte opmerking!

Dat tenenkrommende en potsierlijke, zie ik bij sommige christenen ook.
Niet gehinderd door enige vorm van tact, zelfinzicht of bescheidenheid, vullen zij soms de gezamenlijke ruimte volledig met hun bekeringsdrang

“Als jij, die het mis hebt, God zou leren kennen zoals Hij ècht is, dan zou je het allemaal wel begrijpen, net zoals ik. Het zit namelijk zo: …..”

Nee, zij schamen zich ‘het evangelie’ niet en dringen erop aan, gelegen of ongelegen.

Louter vreugd’

gristelijk gehandicaptIk herinner het me nog zo goed… dat alles, echt ALLES met een flinke scheut blijdschap doordrenkt was. En dat je dat ook echt, ECHT op die manier beleefde! De meest afschuwelijke dingen konden gristelijke gezichten opleveren die straalden van vreugd’. “Wat heerlijk dat we mogen weten dat jullie kindje nu in de hemel is!” Of: “We weten dat je door een moeilijke tijd heen gaat, maar wat is het toch fijn om te mogen weten dat we in alles gedragen zijn door onze hemelse Vader!”

Echt, prima dat mensen hun eigen strategieën hebben ontwikkeld om met moeilijke dingen om te gaan, maar het wordt zo potsierlijk wanneer ze deze strategieën ook aan anderen opdringen. Dat doet me denken aan een alcoholist, die zijn buurman met problemen wil helpen door hem 3 flessen jenever te brengen.

“Kijk eens! Gelukkig mogen wij weten dat er altijd iets is dat helpt!”

Nee, dat weet hij. Zo doet hij dat. Maar dat geldt zeker niet voor iedereen! En wanneer dat inzicht mist, ervaar ik het label ‘gristelijk gehandicapt’ als passend.

Bubbel

Het inzicht dat hoe jij de wereld waarneemt, hoe jij hebt leren denken en hoe jij met emoties hebt leren omgaan, en dat dat slechts JOUW manieren en strategieën zijn en dat je daar natuurlijk alle recht op hebt, maar dat een ander net zo goed recht heeft op zijn of haar eigen gedachten en gevoelens en ook zelf mag kiezen hoe hij of zij daarmee dealt… dat inzicht missen sommige christenen dus. Die lijken in een soort ‘bubbel’ te leven. En dat is dan hoe ‘de wereld’ eruit ziet of zou moeten zien. Voor iedereen. Denken ze. Maar dat is alleen maar hoe zij het zien. En weet je hoe klein en hoe raar die ‘bubbel’ er van de buitenkant uitziet?

Ik begrijp niet hoe sommige mensen die in God geloven elke gelegenheid lijken aan te grijpen om over hun god te beginnen. Alsof ze niet begrijpen dat voor heel veel volwassenen het concept ‘god’ gelijk staat aan het concept ‘fantasiefiguur’.
Stel dat ik een groene kat als fantasievriendje heb en dat ik dan tegen jou zeg:

“De Groene Kat bestaat en Hij houdt van jou! Als Hij naar je kijkt, gaat Hij spinnen. Hij zorgt ervoor dat je nooit over muizen zult struikelen. Je zult ook niet door muizen worden verslonden. Allemaal dankzij de Groene Kat. Hij zorgt elke dag voor je. Alles wat jij doet, kan je doen doordat de Groene Kat jou kracht geeft. Al het goede dat je overkomt, gebeurt omdat de Groene Kat dat voor jou geregeld heeft. Geloof je me niet? Dan heb je de Groene Kat nog nooit leren kennen zoals Hij echt is.”

Zou je dan niet denken ‘donder toch op met die groene kat van je!’? Vind je niet dat ik mijn fantasievriendje wel erg veel ruimte geef, door aan hem ook macht toe te schrijven over jouw leven?

Realiteitsbesef

gristelijk gehandicapt 2De enige momenten waarop ik met iemand anders over mijn ‘groene kat’ mag spreken, zijn de momenten waarop de ander daar duidelijk open voor staat, door er bijvoorbeeld naar te vragen.

En het is helemaal niet erg wanneer ik bij een groot, gezamenlijk verdriet een keer de opmerking maak dat ik steun ervaar doordat ik dit met mijn ‘groene kat’ kan bespreken. Maar wanneer ik ga zeggen dat ik het die ander ook gun om een ‘groene kat’ te hebben, dan ga ik al te ver. Want die ander hééft al manieren om met groot verdriet om te gaan.

Wie ben ik om te bepalen dat praten met mijn ‘groene kat’ een betere manier is? Ik kan mij beter met de ander verbinden door te vragen wat hij/zij doet om met dit verdriet om te gaan. Dat lijkt me veel meer ‘sociaal gepast’.

En even voor de duidelijkheid: ik wil hiermee niet beweren dat ‘God’ hetzelfde is als ‘fantasievriendje’. Ik wil alleen laten zien hoe het kan overkomen op mensen voor wie ‘God’ alleen in de verbeelding bestaat. Een stukje realiteitsbesef dat sommige christenen lijken te missen.

Het zijn deze christenen die door hun eigen gekleurde ‘bril’ de wereld waarnemen zonder ook maar te beseffen dat wat zij zien alleen maar zichtbaar is door hun ‘bril’. Het zijn deze christenen die niet lijken te beseffen dat andere mensen andere ‘brillen’ dragen en daardoor de dingen totaal anders waarnemen. Het zijn deze christenen die ik ‘gristelijk gehandicapt’ noem.

Dank U, Heer, dat ik niet zo ben als zij!

Wanneer ik dit zo allemaal op een rijtje zet, bekruipt mij toch een onbehaaglijk gevoel. Ik zie mezelf ineens staan, terwijl ik met mijn beschuldigende vinger naar anderen wijs.
Ik krijg ineens het gevoel dat ik lompe opmerkingen zit te maken zonder dit te beseffen.

Zij missen vaardigheden, zij zijn sociaal onaangepast, zij zijn zelfs ‘gristelijk gehandicapt’!
Blijkbaar kan ik dat heel goed zien. Blijkbaar zijn de glazen in mijn bril een stuk helderder dan de glazen in de bril van de ‘gristelijk gehandicapten’.

Als ik teruglees hoe ik mij druk maak over christenen die vinden dat hun waarheid ook voor anderen zou gelden, vind ik mezelf eigenlijk net zo stellig, wanneer ik beweer dat NIEMAND een flauw idee kan hebben van de waarheid, ook niet de mensen die vinden dat ze dat wel hebben. Ik zie ineens hoe ik mijn waarheidsbeleving als het ware verhef boven de waarheidsbeleving van anderen…

Ik demonstreer met alles wat ik zojuist gezegd heb dus precies de houding waar ik zo’n hekel aan heb.

Het gaat me ten diepste dus niet om bepaalde mensen, het gaat me om een bepaalde houding. Het gaat me om de stelligheid en de opdringerigheid, eigenschappen die ik het liefst zou willen wegbranden! Niet alleen uit de mensen waarin ik dit zo duidelijk zie, maar ook uit mezelf. Want ook al zie ik deze eigenschappen bij mezelf veel minder scherp, ik weet dat ze er wel degelijk zijn.

Zullen we samen dat vuurtje stoken? Er liggen hier tenslotte genoeg balken en splinters!

fireplace-638822_960_720

About Inge Bosscha

Aandachtig, openhartig, (zelf)kritisch en verbindend. Trainer, coach en inspirator. Deskundige op het gebied van (het loslaten van) aangeleerde religieuze dogma's en belemmerende overtuigingen.

5 Responses

  1. @Inge. Je bereidheid tot zelfreflectie geeft je verhaal een gewaardeerde diepere laag!
    P.S. met die alcoholist en z’n 3 flessen jenever voor de buurman kon ik nog wel wat sympathie opbrengen.

  2. Maria

    @ Inge. Wat een zelf-inzicht van wat toch oermenselijkheid is. Dat is wat ik zo bewonder in jou. Dat is wat ik elke keer weer zie en leer, als ik je stukjes lees.

Jouw reactie kan anderen tot steun zijn.