Hoe ik verdween uit de kerk (gastblog!)

 

 

Deze gastblog is geschreven door Eduard. 

 

 

Het warme bad

Jarenlang ben ik lid geweest van een grote evangelische gemeente in het midden van het land. Ik kwam er binnen als jonge twintiger, getrouwd, vader van een jongetje, met een sektarische ervaring achter de rug.

Ondanks de grootte van de kerk, kregen we een bezoekje van de voorganger, die warmbloedig luisterde naar onze ervaringen. Het werd al gauw duidelijk dat hij en de hele gemeentelijke omgang met elkaar van een totaal andere orde was dan wat wij gewend waren.

Er heerste vooral een klimaat van liefde en aanvaarding, er was aandacht en er was ruimte om jezelf te worden. En niet in een harnas te worden geperst zoals ik de jaren ervoor had meegemaakt. Het leiderschapsteam functioneerde gezond, er was geen sprake van manipulatie of ‘gepoekel met mensen’. Tenminste niet voor zover ik het heb meegemaakt.

Tuurlijk ging er wel eens iets mis of werd hier en daar eens een uitglijder gemaakt zoals mensen dat overal kunnen doen. Maar er was een oprechte intentie zuiver met mensen om te gaan en daar slaagde de gemeente goed in.  Opgeteld was het een fijne gemeente.

Jarenlang heb ik in de zekerheid geleefd van het meemaken van Gods werk (in de gemeente en daarbuiten). Ook verdiepte mijn relatie met God zich. God was altijd bij mij, ik voelde hem in mijn ‘zijn’, ik sprak met hem en hij sprak terug. Ook maakte ik bijzondere, ‘bovennatuurlijke dingen’ mee.

 

Vallen in de Geest

In de gemeente was veel aandacht voor de gaven en het werk van de Heilige Geest. Vele keren liet ik voor mij bidden, de spanning in de zaal en van die ervaring was heel bijzonder. De mensen die met mij en voor mij baden ( in tweetallen legden ze een hand op de rug of arm en zegenden mij en iedereen die daarom vroeg), zeiden niet zelden bemoedigende dingen die van tijd tot tijd ook nog goddelijk geïnspireerd leken. Zo maakte ik de nabijheid van God mee en was ik blij met het levende geloof dat ik had leren kennen.

Soms was de intensiteit van een bijeenkomst zo hevig dat ik spontaan omviel ( vallen in de geest zoals dat heet). Ook heb ik wel eens meegemaakt dat mijn lijf begon te schokken.  Heel anders dan dat ik vanuit mijn gereformeerde opvoeding gewend was. God was een persoon die hield van zijn kinderen en het allerbeste met hen voorhad.

Inmiddels heb ik een theorie over hoe dit soort fenomenen te duiden zijn maar daar gaat het mij nu niet om.  Hierin gedijen heb ik jaren volgehouden. Ik ‘bouwde mee’ aan de gemeente door een leidinggevende positie te aanvaarden. Eerst over de jeugdcelgroepen, kleine groepen waarin men streefde naar ‘gemeente zijn in het klein’ en een aantal jaren later over de volwassen celgroepen. Met alle onvolmaaktheid die ook aanwezig was, streefden we naar meer saamhorigheid en ‘er zijn’ voor elkaar.

Helaas was ongeveer de helft van de gemeente niet te porren om deel te nemen aan zo’n groep, waarvoor iedereen zo zijn goede redenen had. Het verlangen was er om een veilige haven te zijn voor iedereen die daar naar op zoek was. Al schrijvende voel ik de vraag opborrelen waarom ik in godsnaam afscheid heb genomen van dit warme bad. Want dat heb ik.

 

De ontkering

De ontkering is eigenlijk al jaren geleden begonnen. Waar ik in het begin van mijn evangelisch- charismatische ‘carrière’ nog vol stelligheden zat over hoe de werkelijkheid in elkaar stak, nam mijn stelligheid na enige tijd af.

Ik volgde op de voet allerlei christelijk nieuws. De schepping die wel eens via evolutie tot stand zou kunnen zijn gekomen, de onvolmaaktheden die door website goedgelovig.nl vaak hilarisch aan het licht werden gebracht, de onverhoorde gebeden, geweldige mensen die kapot gingen aan ernstige ziekten, God bleek ook wel willekeurig in zijn zegeningen en uitdelen van wijsheid naar wie er om vroeg. En Gods grondpersoneel bakte er toch vaak echt niks van, hoe vervuld ze ook waren van de Heilige Geest.

Toen ik via een vervolgopleiding tot therapeut in een proces kwam waarin ik meer en meer onder ogen ging zien wie ik was, hoe mijn kwetsbaarheden voelden en hoe ik er werkelijk voor stond, stortte op een goede zondagmorgen ineens mijn hele charismatische geloof in. Ik realiseerde me dat mijn relatie-met-god-bubbel uit elkaar was gespat.

People Audience Music Entertainment Crowd ConcertIk maakte ineens mee dat ik in een zaal vol mensen met de handen in de lucht stond die liedjes aan het zingen waren, in plaats van in een troonzaal waar God zetelde op de lofzang van zijn kinderen en waar de Holy Spirit rondwaarde met zijn helende kracht. De preek was uitgerekend deze keer simpelweg bullshit (de timing was nogal belabberd, of bijzonder zo je wil). Om met Boele Ytsma te spreken: de kathedraal van zeker weten was ingestort.

 

En nu?

De maanden daarna ging ik onderzoeken hoe dit nou eigenlijk zo kon gebeuren. In eerste instantie overviel me de uiteengespatte bubbel nogal. Gaandeweg kreeg ik scherper hoe ik hier jarenlang in heb geleefd.

Jezus is mijn hele leven al in mijn ziel gekerfd als het ware. Het geloof was een zeker weten en vast vertrouwen, ik had allerlei dogmatiek gelezen die mij voortdurend bevestigde in mijn geloof, ik maakte lange tijd de bovennatuurlijke werkelijkheid mee zoals die in het nieuwe testament wordt voorgespiegeld (dacht ik). Toen ik in staat raakte er met andere ogen naar te kijken was het niets anders dan een paradigm shift.

Mijn hele referentiekader van hoe de werkelijkheid in elkaar zat verschoof. Ik voel me inmiddels over die periode ziende blind en horende doof, om maar eens een mooie uitspraak van Jezus aan te halen.

Door veel te lezen bleef er niet veel over van mijn orthodoxe geloof. Een van de conclusies die zich aan mij opdrong was: als Jezus nou werkelijk de weg, de waarheid en het leven is, het centrum van de wereld, het begin en het einde van alles, waarom rammelt dat christelijke geloof dan aan alle kanten? Althans in termen van objectieve consistente waarheid.

Mocht Jezus toch die waarheid zijn, dan heeft gods PR machine wel zo allemachtig belabberd gefunctioneerd, daar kan ik mijn ziel en zaligheid niet meer aan overgeven.

 

En God? 

Of God bestaat? Ik hoop het. Tenminste als het geen psychopatische moordenaar is maar iemand die iets moois in petto heeft voor de hele goegemeente. En als ie God is kan hij van alles dus dat biedt perspectief.

Misschien bestaat hij wel niet en zijn wij ‘slechts’ een schitterend ongeluk. Misschien is het een Boeddhistische variant. Misschien zijn wij wel in een Sim City Game in een  hoogontwikkelde beschaving. Who knows.. de wereld is mij iets te bijzonder om het zonder een vorm van spiritualiteit te stellen. Maar misschien beeld ik mij dat in.

Ik weet het niet, ik hoef het ook niet meer perse te weten. Ik heb vrede gevonden met mijn (on)geloof, ben er achter dat ik niet door zeven geesten bezeten ben geraakt :p en ben gelukkig met mezelf en de mensen om me heen. En dat doet er pas toe!

©Eduard

 

Ben je geraakt door het verhaal van Eduard? Wil je reageren? Je kunt je reactie plaatsen onder dit bericht (even omlaag scrollen). 

Wil jij ook met je verhaal op Dogmavrij?  >KLIK< voor meer informatie. 

About Inge Bosscha

Aandachtig, openhartig, (zelf)kritisch en verbindend. Trainer, coach en inspirator. Deskundige op het gebied van (het loslaten van) aangeleerde religieuze dogma's en belemmerende overtuigingen.

22 Responses

  1. Marieke Visser

    Dank, Eduard! Heel veel is herkenbaar. Ja, je bent met iets gestanst, of gekerfd, idd. Ook dat herken ik.
    Ik hoop echt dat je vrouw met je is meegegroeid in dit proces! Ik vermoed van wel, gezien je laatste zinnen.

    Hart groet!

  2. andre

    En toch blijf ik het jammer vinden. Want geloven in God hoeft je niet wereldvreemd te maken. Als God echt niet bestaat, zijn wij dan zoveel gelukkiger? Voelen wij ons echt meer mens als je beseft dat je eigenlijk niets meer bent dan een wandelende slokdarm met een hoop vlees er om heen? Dat het in een gezonde gemeente niet altijd mee zit, kan gebeuren. Dat je twijfelt, is heel logisch. Moeder Theresa heeft ook haar donkere geloofskanten ervaren. Maar dat rustig een plek geven en beseffen dat je wel meer bent dan de biologie beschrijft, zou ik je meer gegund hebben.

    1. Johan Nijhof

      Is een opgefokt geluksgevoel dan echt het doorslaggevende argument om in God te geloven? Opium van het volk dus. Die slokdarm is alleen nog maar “wat de mens ingaat” Maar, zoals Jezus zei: “Wat de mens uitgaat verontreinigt de mens”. Daar zou je best eens rekening mee kunnen houden, en niet als een wandelende endeldarm, mokkend over andermans verlichte inzichten, steeds maar weer die vreselijke moeder Theresa van stal halen, die al bijzonder weinig overhad voor de armen waarvoor haar donateurs dachten dat ze geld overmaakten.

    2. Andre, denk je echt dat ongelovigen slechts hompen vlees zijn en dat enkel hij/zij die gelooft een wonderlijk wezen is met een complexe innerlijke wereld van o.a. gedachten en gevoelens?

      Wonderlijk complexe wezens zijn wij toch allemaal? Met onze gedachten, waarnemingen en ervaringen kunnen we er (bewust of onbewust) voor kiezen hoe wij denken dat de wereld in elkaar steekt en of iets goddelijks daar een rol in speelt.

      Naar aanleiding van onze aannames, zullen wij overeenkomstige ervaringen hebben. Dit alles zegt niets over wie wij als mens zijn en of onze waarde wel of niet meer is dan die van een homp vlees.

      We hebben andere inzichten en uitzichten, maar we zijn gelijk.

  3. Wout

    Mooi geschreven Eduard! Wat me wel intrigeert: waarom zou je hopen dat God toch bestaat? Jouw slotconclusie is in ieder geval mooi en fijn om te lezen!

    1. Ha vriend :), (voor de lezers, dit heb ik gecheckt), Ik vind het lijden in de wereld wel van zo’n onbeschrijfelijk oneerlijke orde dat het fijn zou zijn wanneer dat kon worden overgedaan op een of andere manier. Vind ik een bemoedigende gedachte. voor heel veel mensen is het leven toch maar behoorlijk ellendig..

      1. Wout

        He :). Nu wordt het nog interessanter: dus je hoopt dat er een god bestaat die de perversiteit heeft om eerst ellende te veroorzaken dan wel toe te staan, en vervolgens onder het mom van zingeving een hemel (oid) te bieden. Ik gun jou bemoedigende gedachten, maar juist deze is hetgeen mij van het geloofspad heeft gebracht (supralapsarisme): de volmaakte zinloosheid van het dogma dat de christelijke god de mens geschapen zou hebben met een vrije wil, zodat de mens heel bewust voor God zou kiezen (of tegen), om vervolgens in een eeuwige staat in de hemel een leven te bieden waarbij diezelfde keuzevrijheid er nooit meer is. In mijn ogen ultieme zinloosheid en opnieuw: een pervers spelletje.

        1. haha, jij bent niet van gisteren :p , daar zit inderdaad iets zinloos en oneerlijks in. ik ben nog niet op het punt dat ik om deze reden ervan overtuigd ben dat God niet bestaat. ik ben een agnost momenteel..

  4. arjen

    Mooi geschreven! compliment. Erg herkenbaar. Het is voor mij een vrij langzaam process geweest, het koste jaren om anders te gaan denken en voelen.
    Zelf heeft het mij veel geholpen door met mede ex gelovigen ervaringen te delen en te lezen op freethinker. Over de reakties…jij weet wat het was om Christen te zijn…de gelovigen die hier niet veel mee kunnen , begrijpen dat ook echt niet want zij weten niet wat het is om door dit proces heen te gaan. Zoiets als een kleur aan een blinde uitleggen…
    Laatst vroeg ook iemand aan me of ik dan ooit echt wel gelovig was als ik nu jezus aan de kant heb gezet…..het begrijpen dat je niet meer gelooft dat je een relatie met jezus hebt gehad gaat er verstandelijk niet in. Dat het allemaal een psychologische mindf#%ck was.

    je laatste zin vind ik geweldig! 😉 je bent goed bezig.

    met vriendelijke groet Arjen

  5. Beste Eduard.

    Net zoals jij ben ik in de jaren anders gaan denken en voelen. Onze eigen mini-evolutie. Ik heb jou altijd gekend als een gedreven oprechte kerel. In het begin zag ik je, net zoals ikzelf, als een onzekere minion van iemand die, toegegeven, ook erg veel voor ons heeft gedaan. Er gebeuren in ons leven veel dingen die ons denken en doen nader bepalen. We kregen bijvoorbeeld op een zeker moment, nadat jij de Deur verlaten had, een bekeerde rabbi voor een aantal maanden op “bezoek” (helaas is hij niet meer in ons midden). Eén van de vragen die ik voor hem had was: “worden homo’s nou zo geboren, of kiezen ze er zelf voor”. Nu lijkt het misschien een belachelijke vraag want duh), maar ik wist dat oprecht niet, en hij gaf me een antwoord: “Uiteraard worden ze zo geboren, sommigen kiezen er vanwege bepaalde ervaringen voor”. Het was voor mij een één van de mindshifts, die zorgden dat ik anders naar dingen ging kijken. Met meer mededogen. Ruimer. Waar ik eerder de lieve mensen beoordeelde op hun eigen keuze, zag ik nu in dat vaak het heel andere koek blijkt. Er zijn zoveel redenen. En het is zó makkelijk te oordelen zonder na te denken. Ik begon langzaam maar zeker een gevoel te krijgen voor de mensen om me heen. Maar vooral de mensen buiten de kerk. Waardering en respect, en ook echte vriendschappen kwamen daaruit voort. Waar ik eerder in een cocon zat van bekrompen wettische denkbeelden, kon ik nu oprecht naar mensen kijken. Met bewogenheid. Begrip. Ik was niet meer zozeer alleen op zoek naar míjn eigen geloofservaring, maar naar het geluk van anderen. Zo leerde ik veel beter mijn woede te beheersen, en liet ik mijn oordeel veel meer voor wat het was.

    Ik ga nu ook niet meer zo vaak naar de kerk als toen. Waar ik eerder vijf keer per week in de kerk was, en ongeveer overal aanwezig was, ga ik nu eén keer, en heb daar vrede mee. En ook dan praat Hij met met mij. Dat blijft voor mij het referentie punt wat ik zo hard nodig heb. Ik kwam erachter dat ik jaren heel hard gelopen heb, maar voor mijn gevoel maar weinig heb bereikt. Ik merkte ook een bepaalde overspannenheid op. Nergens geen puf meer voor. Met onze muziek(jarenlang in verschillende bands gezongen en gespeeld) hebben we veel mensen bemoedigd. Dat was de conclusie ook, toen we zagen dat er tijdens onze jarenlange optredens nauwelijks iemand tot bekering kwam. Dit betekent niet dat we iets verkeerd deden. We hadden alleen de verkeerde verwachtingen.

    Gedurende die jaren kreeg ik de kans om tijdens een jaarlijks terugkerend kinderkamp muziek te maken voor de kinderen van de basisschool. Hier liet God me zien dat ik een instrument ben. Erg gaaf om te doen. Het is een waar voorrecht om de reacties van de kinderen te zien, en te zien dat je een echte toeveogeing in die leventjes mag zijn. De fout in mijn denken was echter dat IK niet het verschil uitmaak in mensenlevens. Ik ben slechts een FACTOR, en speel niet de beslissende rol. Nu zie ik jongere mensen er bij komen, en op een dag was ik na een stoeipartij met één van de groepsleiders geblesseerd aan mijn arm, zodat ik niet kon spelen. De jongere generatie nam het over die avond. Ik zag hoe die groep het deed, en hoe de zangdienstleider bepaalde manier van doen van me over had genomen. Dit maakte me zo blij. Ik ben nog steeds bezig deze gebeurtenis een plek te geven.

    Ik zou, net zoals jij, een boek kunnen schrijven over alle belevenissen die de revue hebben gepasseerd. Toch kan ik het werk van God heel duidelijk zien. Ook al baal ik vaak van hoe sommige mensen in de kerk naar me(en anderen) kijken. Ze zijn, net zoals ik ooit, gevangen in een cocon van hun eigen krampachtige denken. Je zult ze ook nooit bij je thuis zien. Komen niet op bezoek. Bellen nooit. Maar praten wel over je, en willen alles weten. “Hoe is het op je werk”, “Hoe gaat het met jou”, “We moeten echt weer eens iets afspreken” zijn bijna mantra’s geworden. Ik moet eerlijk zijn. Ik bel ze ook nooit. Op een enkeling na. En ook dat wordt minder.

    Mijn doel voor dit jaar is: meer uitreiken naar mensen. Echte vriendschappen sluiten door er zelf ook echt voor ze te zijn.
    Ach. Het blijft een zoektocht naar je eigen bestemming.
    Ik heb het geloof niet laten gaan, integendeel. Ik ben erg overtuigd geraakt dat het vooral draait om wat in Mattheus 25; 31-46 staat.
    We zullen er moeten zijn voor elkaar. Is er iemand ziek: bezoek hem/haar. Is er iemand in nood: help diegene. Strek je uit, en je geluk ligt op de loer. Het eerste wat je dan tegenkomt is een hele bak ondankbaarheid, maar hé. Dat is niet mijn verantwoording. Het maakt me gelukkig anderen blij te zien. Als ik daar een onderdeel in kan zijn, dan komt de liefde zeker wel terug. Ook dát zie ik gebeuren.
    Laat me dan maar een schaap zijn in plaats van een stoere Alfa man:)

    Ik merk, bij het lezen van je stuk, een gemengd gevoel. Aan de éne kant het respect voor je eerlijkheid en oprechtheid, je moed. Je moet maar openlijk je ongeloof durven belijden. Aan de andere kant hoop ik dat je de referentie punten die God je gegeven heeft(God sprak wel degelijk tegen je) niet laat liggen. Ik geloof echt dat Hij van je houdt. Hij laat je niet zo snel los. Als we, buiten de relatie met God(jaja mantra) voor bewijs van Zijn bestaan gaan zoeken, lopen we het risico verward te raken in andermans meningen. Die hoeven op zichzelf staand niet verkeerd te zijn, maar waar zijn díe dan op gebaseerd…

    Met vriendelijke groet,
    Je broer,
    Michael.

    1. Marieke Visser

      Hierboven een brief van ene Michael aan de blogschrijver. Blijkbaar kennen jullie.elkaar. Ik kan natuurlijk niet voor Eduard antwoorden, maar ik wil wel opschrijven wat zo’n reactie met mij doet. Mijn omgeving geeft nl ook zulke reacties, en het levert mij vooral verwarring en frustratie op. En ongeduld.
      Wat ik lees/zie/merk:
      -de omgeving (hier Michael) is oprecht begaan met de ‘afvalligen’ , in hun ogen dus.
      -er is zelfs begrip voor een aantal dingen waar iemand tegenaan is gelopen, sterker, de omgeving kan een heel eind meegaan in de veranderde opvattingen.’Ja dat klopt, dat dacht ik vroeger ook, nee natuurlijk vind ik dat nu niet meer en ben ik het met jou eens.
      -vervolgens worden ‘wij’ neergezet (zo komt het op mij over) als ongelovigen (onzin!), als mensen die een verkeerde beslissing hebben genomen en zijn doorgeslagen in hun emoties. ‘God sprak wel degelijk tegen je’ is echt een heel foute opmerking, Michael. Echt niet oke. Zo annexeer je God, begrijp je niet hoe dat overkomt?
      Ik bedoel het niet agressief, maar dat anderen merken dat God tegen hen praat, is alleen een eigen ervaring, alleen een feit voor diegene.

      Er zijn megaveel goede gelovigen met wie ik een heel eind mee kan komen.
      Waar ik moeite mee heb is de houding van ‘ik ben met je begaan en ik begrijp je best, God houdt nog steeds van je, ooit zul je het weer zien, alsof wij nu op een heilloze weg zitten en hopelijk ooit nog tot inkeer komen.

      Dit is niet alleen tegen Michael he, die zeker overkomt als een aardige vent, het is meer even opschrijven van wat zo’n stukje met mij doet.

      vr gr! Marieke

      1. Mooi geschreven Eduard en goede reactie van Marieke. Ik zat ook in een dergelijke situatie en heb 15 jaar geleden de keuze gemaakt om uit deze bubbel te stappen. Het is dan ook belangrijk om te kunnen inschatten hoe je geliefden met deze keuze omgaan. Het “Wie niet voor mij is, is tegen mij” wordt juist door de naasten en ‘beste’ vrienden toegepast. Ik ben een tijd nogal militant atheïstisch geweest en mengde mij vooral op internet in discussie. Het komt denk ik omdat je vooral vanuit je beleving als christen, de ware boodschap hebt verkondigd en dat nu omgekeerd wil laten plaatsvinden. Je wil ook anderen die je liefhebt ‘ontkeren’. Dus opnieuw omkeren. Lijkt de (geestelijke)strijd voor een christen heel reëel, voor een niet gelovige hoef je eigenlijk helemaal niet meer te strijden. Natuurlijk moet je erg op je woorden letten dat je gelovigen niet in het harnas jaagt, maar als jezelf positief en optimistisch in het leven staat is dat voor iedereen prettig.
        Ik moest eens aan mijn oudste zus uitleggen dat ik niet meer tot het volk der gelovigen behoorde. Ze barste in huilen uit, haar man werd wat bozig en scherp, terwijl ik eigenlijk alleen maar eerlijk tegenover hen wilde zijn. Ik was in het geheel geen ander mens geworden, nog steeds dezelfde vriendelijke jongen. Maar zonder het etiket en vooral buiten de bubbel. Hun reactie kwam over als een koud bad. Uiteindelijk ging het wel weer beter tussen ons omdat ik bij bezoeken gewoon kon meepraten over ons gezamelijk christelijk verleden. De vorige keer dat ik bij hen was, drukte zich tegen mij aan en fluisterde dat ze ervaarde dat ik weer ‘bij de Heer’ was.
        Niet alle afwijzing van christenen is persoonlijk bedoeld, maar ze (we) waren zo geprogrammeerd. We zaten allemaal samen in datzelfde warme bad.
        Het verhaal van de ‘blijde boodschap’, wil ik niet bestrijden, maar de basis van dat verhaal en de oorsprong is voor mij één van de vele volksvertellingen over de honderden goden die de mensheid op deze wereld bedacht hebben.
        Tenzij een gelovige niet gevaarlijk wordt voor onze maatschappij, moeten we ze vooral maar gezellig binnen hun vier muren doen we ze zo prettig vinden.
        Ik kwam gisteren hier in de oude hervormde kerk samen met de koster om naar een jongen te luisteren die klokkeluider is en daar video-opnamen van maakt. Hij kon ook nog goed orgelspeler en wist ook nog even een staartklok te herstellen. Best leuk om nog zo op een doordeweekse dag in de kerk te komen. ✌️🤝😎

      2. Marieke,

        Mijn reactie op Eduard is beslist niet bedoeld om hem “terug te brengen”, of hem voor wat voor manier dan ook te veroordelen. Mijn opmerking “God sprak wel degelijk tegen je” komt voort uit wat Eduard zelf schrijft: “. God was altijd bij mij, ik voelde hem in mijn ‘zijn’, ik sprak met hem en hij sprak terug”.

        Wat mij opvalt in je brief is je pijn. Ik kan daaraan relateren. Door de woorden die je spreekt merk ik ook dat die pijn er nog duidelijk zit. Nee; die valt niet te relativeren.
        Maar mag ik alsjeblieft zeggen dat ik met je mee voel? En dat dit oprecht is? Ik heb niets te maken met mensen die jou pijn hebben gedaan. Mijn vraag is dan ook om mijn reactie daar los van te zien.

        En dat is nu precies wat ik probeer over te brengen: Niet: I’ve been there, maar: “Ik ben daar NU”. Ik heb ook mijn zoektocht(in dit geval geloof ik nog steeds. Een vrije keus, dunkt me). in het leven. Ik zoek consensus, geen ruzie, of een poging om iemand negatief neer te zetten. Ook heb ik een poging gedaan om vooral uit mezelf te spreken. Nergens roep ik op tot “terugkeer” of een verhaal over de verloren zoon oid.

        Ondanks dat ik graag met je verder zou willen praten(vanuit mezelf), wil ik dit aan je kwijt: Ik ben anders naar mensen gaan kijken. Daarbij wijs ik op mezelf. Jouw situatie beoordeel ik hier niet mee. Niemand kan iets zeggen of oordelen over je leven zonder je daarbij goed te kennen. Daarbij heb jij je keuzes in het leven gemaakt, en al is die keuze dat je niet wil geloven, dan is dat zo. Daar heb ik uiteraard een mening over, maar geen oordeel. Omdat ik je gewoon niet goed genoeg ken.

        Vergeef me als ik je heb gekwetst of een rotgevoel heb bezorgd. Dat was niet de bedoeling. Ik ben nou eenmaal een gevoelige vent die niets dan compassie voelt, en niet bezig is “zn schaapjes op het droge te krijgen”ik vond het een grappige woordspeling).

        Mocht je behoefte hebben, kun je me toevoegen op Facebook voor een praatje. En geen belachelijk pastoraal gesprek, maar een op basis van wederzijds, menselijk respect. Dan zul je zien dat het allemaal erg mee valt:)

        Het beste,

        Michael

        1. Marieke Visser

          Hi Michael,
          Dank voor je reactie. Ik heb geen FB maar ik ga ook niet verder in gesprek. Het is aardig van je, maar dat wordt een zinloze exercitie. Dat weet ik omdat ik dit soort gesprekken al tig keer gevoerd heb: ‘Ik merk dat je pijn hebt, we zullen voor je bidden, God wacht op je, denk aan de verloren zoon, Jezus lijdt met je mee, mensen kunnen pijn doen maar Hij is er altijd voor je etc etc. ” (oke sorry, misschien ben jij niet zo, mijn pubers zeggen dat ik soms doordraaf 🙂 )

          Allereerst: ik heb geen pijn. Sterker: ik ben bevrijd van een hoop ballast.
          Ik schrijf idd: verwarring, ongeduld, frustratie. Laat ik dat dan vertalen als: een heleboel jeuk, maar zeker geen pijn. Goed om dat even uit de wereld te hebben. Misschien zeg je: waarom reageer je dan. Ja, daar heb je een punt. Misschien om je proberen te vertellen hoe eea overkomt. Ik kwam vroeger dagelijks op Dogmavrij en nu veel minder, omdat het inmiddels veel minder een item voor mij is, dan eerst.

          Ik heb er gewoon niets meer mee, met het simplistische verhaal van verloren zijn en als je in Jezus gelooft ben je gered, en is er een doel in je leven, etc etc. Ik zal niet zeggen dat ik ongelovig ben, wel dat ik niet meer geloof zoals jij (vermoed ik) , en heel veel (begripvolle!) christenen. Ik heb niks met doel, wandelen met God, relatie met God, etc. Dit zeg ik niet vanuit pijn, maar vanuit bevrijding.

          Die bevrijding is ook dat ik niet zeg dat ik keuzes heb gemaakt. Ik maak geen keuzes. Ik leef en ik heb ideeën over van alles, maar die fluctueren en ik vind dat heerlijk. Ik zeg ook niet dat ik niet geloof. Sterker, ik ga misschien zelfs op een christelijke partij stemmen 🙂

          Vr groet, Marieke

    2. Ha die Michael, Leuk van je te horen! mooi om te lezen hoe je ook in een proces bent terechtgekomen. Je slotredenering snijdt geen hout; er zijn zat moslims die net zo overtuigd zijn van hun relatie met God. Wil de ware god dan opstaan? m.a.w. ik had vooral een relatie met mijn geprojecteerde ‘voedende ouder’ ( check de transsactionele actionele analyse voor achtergrond). Zie verder reactie Marieke, al frustreert het mij niet meer zo.

      1. Hadiho Edu!

        Dan heb ik je verkeerd begrepen. Ik ging er vanuit, gezien je schrijven over je relatie met God, dat je die referentie wél had. Excuus voor het onbegrip en de verwarring mensen. Maar pogingen doen om jou terug te brengen: no way. Daar ken ik je net te goed voor. Mocht je een keer bij willen kletsen, je doet maar:) Michael out.

        1. en dat noemde ik dus vroeger relatie met God, en ik heb de overtuiging dat alle ‘levende relaties met God’, zeg maar die met een relationeel karakter waarin god terugpraat, zo in elkaar zitten…kletsen wie weet, maar even via ander kanaal.

  6. Rien

    Mooi stuk hoor Eduard. Ik herken er heel veel in. Ook in mij is het christendom gekerfd. Heel lang beschouwde ik dit als een litteken. Nu zie het veel meer als een van de vele inscripties die ik heb opgelopen in mijn leven. Ik zie het als een boom, waarvan de bast de verhalen vertelt van de mensen die erin geschreven of getekend hebben.

Laat een reactie achter bij Michael AretReactie annuleren