Sta op en leef (als ex-christen)! Maar hoe?

 

Disclaimer: Dit artikel is geschreven voor ex-christenen, maar veel van de inhoud is eveneens van toepassing op anderen, vooral wanneer zij zich in hun persoonlijkheid ‘onderdrukt’ voelen of hebben gevoeld. Met dit artikel wil ik niet beweren dat het opgroeien in een christelijke omgeving per definitie betekent dat ‘onderdrukking’ plaatsvindt of plaatsgevonden heeft. Er zijn gelukkig vele andere verhalen die het tegendeel bewijzen.

 

 

Goede Vrijdag en Pasen zijn cruciale markeringspunten binnen het christelijk geloof. Elke christen weet dat. Elke ex-christen ook. Veel ex-christenen voelden zich ooit met elke vezel verbonden met het verhaal over hun eigen diep dodelijke ellende en de enige mogelijkheid tot verlossing daarvan, namelijk de kruisdood en wederopstanding van Jezus Christus. Ze kennen de vragen die vanuit de christelijke omgeving werden gesteld. Vragen als:

 

“Wie is Jezus voor jou?”

“Geloof je dat Hij jou heeft verlost van jouw zonden?”

 

Vragen die ten diepste moesten bepalen of iemand ‘binnen’ was of ‘buiten’.

Vragen waarop zij vroeger met gemak de aangeleerde –en dikwijls diep doorleefde- antwoorden konden geven, maar waarop nu slechts aarzelende woorden of stiltes volgen.

 

Het aangeleerde geloof is dood. Gekruisigd door veranderende inzichten die onvermijdelijk leken. De oude werkelijkheid/wereld met het oude leven is begraven en in vergaande staat van ont-binding.

 

De aangeleerde afweer naar de wereld zonder Christus maakt de nieuwe leefruimte angstig klein. Benodigde vaardigheden voor een leven buiten de vertrouwde omgeving ontbreken. Er is dikwijls een achterstand op seksueel, relationeel, intellectueel, sociaal en emotioneel gebied. Bron

Voor honderden ex-christenen is dit dan ook een (langdurige) periode van ontwrichting, existentiële crisis en diepe eenzaamheid. Een gevoel van volledige ont-reddering. Bron

 

In dit artikel wil ik de meest voorkomende obstakels bespreken die ervaren worden door veel ex-christenen. Wat maakt het zo moeilijk om, na ‘neergedaald te zijn ter helle’, op te staan in een nieuw leven? Hoe word/vind je ‘jezelf’ en hoe kan je je leefruimte vergroten?

 

 

Sta op en leef! Maar hoe dan?

 

 

Hoe wij over onszelf en de wereld denken, is in eerste instantie het gevolg van wat ons daarover werd aangeleerd. Kinderen die opgroeien in een zijns-bevestigende omgeving hebben over het algemeen een positiever zelfbeeld dan kinderen die voornamelijk te horen kregen dat zij niks voorstellen en tot niets in staat zijn. Kinderen die hun ouders met vrijmoedigheid in de wereld zien functioneren, voelen zich over het algemeen vrijer dan kinderen die in hun omgeving vooral veel angst voor de wereld krijgen voorgeleefd.

In beide gevallen gaat het om dezelfde wereld, maar is de beleving ervan totaal verschillend.

 

Hoe wij iets beleven hangt af van hoe wij ergens (onbewust) over denken. Aan onze emoties liggen onze gedachten (over de ander, de situatie, onszelf) ten grondslag.

 

Bijvoorbeeld: Je hebt met iemand afgesproken en deze persoon is er niet op de afgesproken tijd. Jouw gedachten over deze situatie maken hoe je je hieronder voelt. Wanneer je denkt ‘zie je wel, ik ben niet belangrijk voor hem/haar’, dan voel je je veel rotter dan wanneer je denkt ‘mogelijk is hij/zij vertraagd door omstandigheden, ik hoor straks wel wat de reden is’.

 

 

Gedachtenkracht

 

 

Het kan lijken alsof je gedachten je overkomen, omdat ze op dat moment de enige optie lijken te zijn, alsof je niet anders kunt denken. Maar voor elke gedachte is altijd een andere gedachte over dezelfde situatie te bedenken. Het is mogelijk om jezelf daarin te trainen. Dit kan zinvol zijn, vooral wanneer je geneigd bent om snel de sombere kant te zien of dingen erg persoonlijk op te vatten, waardoor je je snel gekwetst voelt, ook wanneer achteraf blijkt dat daar helemaal geen aanleiding voor was, behalve dan je eigen gedachten…

 

Mensen die opgroeiden in een orthodox christelijke omgeving kregen vaak sterk bepalende negatieve gedachten mee over wie zij zijn en hoe ze tegen de wereld moeten aankijken. Dat dit slechts gedachten en verhalen zijn, realiseren ze zich dikwijls niet. Vooral niet, wanneer de omgeving een gesloten systeem is, waardoor elk referentiekader ontbreekt. Het lijkt de enige waarheid te zijn en daarmee de basis voor alle (onbewust) gevormde ‘leefregels’ (aangeleerde beperkende gedachten).

 

Voorbeelden van deze ‘leefregels’ zijn:

 

  • Er is maar één waarheid. (Deze gedachte vormt de basis van de als noodzakelijk beleefde drang naar zekerheid. ‘Wat is waar?’ ‘Wie heeft gelijk?’ Bij verschil van mening móet iemand het mis hebben.)

 

  • Het draait om de ander (‘Achtte de één de ander uitnemender dan zichzelf.’ Onbewust kan je geprogrammeerd zijn om het de ander niet te moeilijk te maken, om te slikken, om te geven, om je ‘verantwoordelijk’ te voelen voor de gevoelens van de ander en om te zwijgen. Gezonde (!) grenzen aangeven kan voelen als verraad naar de ander > en omdat het om de ander draait, voelt dit als het hoogste verraad.)

 

  • Mensen die hun eigen weg kiezen zijn hoogmoedig en egocentrisch en veroorzaken pijn bij anderen. (‘Leunt op uw eigen inzicht niet.’ ’Ken Hem in al uw wegen, dan zal Hij uw paden recht maken’. De boodschap was in veel gevallen dat zelf nadenken onverstandig en hoogmoedig was en dat gehoorzamend volgen het beste was dat je kon doen. Degene die een andere weg gaat dan de aangeleerde, doet de opvoeders/kudde verdriet en is alleen al daarom ‘schuldig’ aan het veroorzaken van heel veel leed.)

 

Bij elk van deze bovenstaande voorbeelden ligt een polariserende levenshouding ten grondslag. De basisgedachte dat er maar één juiste manier van leven is. In die ene manier is sprake van ‘OF’ in plaats van ‘EN’.

Iets is

wit OF zwart,

goed OF fout,

van God OF van de duivel.

Je kiest voor de ander OF voor jezelf.

Je bent nederig en verstandig OF eigenwijs en hoogmoedig,

lief OF stout.

Er is geen ruimte voor meerdere inzichten.

‘EN’ bestaat niet, evenals grijs, veelkleurigheid of ‘het midden’. Sterker nog, er wordt beweerd dat ‘heet’ en ‘koud’ te prefereren zijn boven ‘lauw’. Radicalisme wordt daarmee in de hand gewerkt. Hoe radicaler de omgeving, hoe onveiliger en beangstigender het voelt om af te wijken van de norm.

 

 

MAARRRR

 

 

Deze norm is slechts een norm. Gebaseerd op wat de mensen die deze norm uitdragen ooit is aangeleerd door mensen die het zelf ook ooit zo kregen aangeleerd. Er zijn andere manieren om met verschillen om te gaan. De polariserende ‘OF’-manier heeft niet méér bestaansrecht dan de verbindende ‘EN’-manier van leven. Met net zoveel recht mag je dáárvoor kiezen, óók wanneer je bent opgegroeid binnen een ‘OF’-setting.

 

Het zijn maar gedachten. Je hóeft er niet langer in mee te gaan. Je mag nieuwe gedachten vormen als basis voor je ervaringen. Wanneer je bijvoorbeeld eerdergenoemde ‘leefregels’ neemt, mag je daarvoor andere leefregels in de plaats zetten, met net zoveel recht. Jouw ‘schuld’ bestaat enkel in de hoofden van mensen die denken in termen van ‘goed’ en ‘fout’ en die jou classificeren als ‘fout’. Dat is geen absoluut gegeven waardoor jij voor altoos en immer je hoofd moet laten hangen, vol schuldgevoel. Nee, dat is een subjectieve gedachte die je mag leren loslaten en mag vervangen door gedachten die jou beter passen. Ik noem een paar voorbeelden, gebaseerd op de eerder genoemde ‘leefregels’.

 

Mogelijke nieuwe ‘leefregels’

 

  • Er bestaan meerdere versies van hoe ‘de waarheid’ beleefd kan worden. (Als er überhaupt al zoiets als ‘de waarheid’ bestaat.) Ervaar je gebeurtenissen als ‘leiding’ of als ‘toeval’? Zie je de aarde als een ‘planeet’ of als een ‘moeder’? Is de ander jou gunstig gezind of niet? Afhankelijk van je (onbewuste) gedachten daarover, ervaar je de dingen zoals jij denkt dat ze zijn. We scheppen dus allemaal (onbewust) onze eigen werkelijkheid. Hoe meer bewust je je daarvan bent, hoe meer je gebruik kunt maken van deze scheppingskracht.

 

  • Ik hoef niet te kiezen tussen mezelf en de ander. Wanneer ik goed voor mezelf zorg en mezelf op een gezonde manier begrens, word ik daarmee automatisch gezonder en veiliger voor de ander. Wanneer ik ‘nee’ kan zeggen, wordt mijn ‘ja’een bewust geschenk voor de ander, in plaats van een onvrijwillig offer waardoor ik onbewust ‘schuld’ (in de vorm van bepaalde verwachtingen) op de ander laad. Voor mezelf zorgen betekent daarom niet dat ik niet voor de ander zorg. Dat sommige anderen dit anders ervaren en verwachten dat ik onbegrensd verantwoordelijkheid neem voor hun gevoelens, betekent niet dat zij daarin gelijk hebben. Het betekent hooguit dat zij dit ooit zo hebben geleerd. Wanneer ik mijn grenzen aangeef en stop met ongepast zorgen voor de ander, nodig ik daarmee de ander uit om óók gezonde grenzen toe te passen en zorg te gaan dragen voor de eigen behoeften.

 

  • Waarom zou het ‘hoogmoedig’ zijn om het eigen pad te kiezen en de aangeleerde ‘waarheid’ in twijfel te trekken? Met net zoveel recht zou je het als ‘hoogmoedig’ kunnen ervaren wanneer iemand de eigen waarheid niet in twijfel trekt. Wanneer mijn zoektocht naar wat ‘waar’en ‘goed’ (God) is mij op andere wegen leidt dan de personen die mij hebben opgevoed, betekent dit niet per definitie dat één van ons het mis heeft, maar dat wij tot verschillende inzichten zijn gekomen. Niet de wegen die we bewandelen maakt ons goede mensen, maar de intentie waarmee wij dit doen. Als iemand daar anders over denkt, prima, maar dat betekent niet dat die gedachte meer waar is dan deze gedachte. Er zijn verschillende manieren om hier tegenaan te kijken. Het kan allemaal. Zij hebben hun gelijk en ik het mijne.

 

‘Ja, jullie hebben gelijk. Ja, in jullie gelijk kan ik geen gelijk hebben. Ja, dat is diep verdrietig voor jullie. Maar nee, ik doe daar niet aan mee. Ik heb mijn eigen gelijk. En in mijn gelijk kunnen jullie jullie gelijk hebben en ik het mijne. Met net zoveel recht. Dat maakt mij niet ‘schuldiger’ dan jullie. Net als jullie kies ik de wegen die mij juist en goed lijken. De kloof tussen ons komt niet alleen doordat ik hier sta, maar evenzogoed doordat jullie daar staan.

Er is geen schuld, er zijn alleen gevolgen van keuzes. Keuzes die we nou eenmaal moeten maken, omdat we zijn zoals we zijn, denken zoals we denken en voelen zoals we voelen. Jullie bepalen enkel of ik in jullie wereld ‘goed’ ben.

 

En ongeacht hoe jullie over mij denken, bepaal ik of jullie in mijn wereld ‘goed’ zijn. Het zijn verschillende werelden, dus er kunnen verschillende uitkomsten zijn. Wat ik wil doen in mijn nieuwe, zelfgeschapen wereld, is dicht bij mezelf blijven en leven volgens mijn hart. Mijn eigen keuzes maken en zèlf bepalen hoe ik tegen jullie aankijk, ongeacht hoe jullie tegen mij aankijken. Ik wil niet langer meer re-ageren, maar ik regeer. Ik bepaal. Ik kies. Ik schep.’

 

Hoe meer je je bewust wordt van de gedachten die jouw werkelijkheid vormen, hoe meer je je scheppingskracht kunt gaan gebruiken en hoe sterker en onafhankelijker je je zult voelen. Misschien ontdek je je eigen ‘boom der kennis van goed en kwaad’ en leer je hoe je je eigen ‘hel’, maar ook je eigen ‘hemel’ op aarde kunt creëren.

 

Sta dan op, kom in je scheppingskracht, gebruik je gedachten en gevoelens om jezelf te leren kennen, je behoeften en je grenzen aan te geven en je wereld vorm te geven. Stap na stap. Wees waar je bent.

 

Met je eigen waarheid vorm je je eigen leven.

Sta op en schep jezelf een weg.

 

sta op en leef 2

 

About Inge Bosscha

Aandachtig, openhartig, (zelf)kritisch en verbindend. Trainer, coach en inspirator. Deskundige op het gebied van (het loslaten van) aangeleerde religieuze dogma's en belemmerende overtuigingen.

9 Responses

  1. Mooi stuk ! Dat is het gebied waar ik op verkenning ga. 🙂

    Het is zoals je zegt: de gedachten die een persoon gelooft of voor waar aanneemt bepalen de leefwereld van die persoon. En soms ook de wereld van anderen als die gedachten opgelegd worden als leefregels (godsdiensten, kapitalisme, communisme,…).

    Als we dit goed bekijken dan komt het er eigenlijk op neer dat we zelf een identiteit creëren of er één opgelegd/aangeleerd krijgen. Ik ben christen! Ik ben moslim! Ik ben atheïst! Ik ben Jood!

    Als men plots breekt met die identiteit voelt men een leegte, het referentiekader en de houvast zijn weg. Dat kan beangstigend zijn. Men moet een nieuwe identiteit opbouwen om die leegte weg te werken.

    Maar wat zou er gebeuren als we die leegte omarmen? Zou dat dan nog “leeg” aanvoelen? Zou men nog behoefte hebben aan een nieuwe identiteit? Die leegte wordt verdoezeld door een identiteit die we zelf scheppen, al dan niet aangemoedigd of verplicht door onze omgeving. Die identiteit is dus zeer relatief. Een pasgeboren kind heeft geen identiteit. De identiteit wordt ingelepeld.

    Als je ziet dat al die identiteiten in feite enkel beperkingen zijn van je mogelijkheden, dan ben je eigenlijk beter af zonder zo’n identiteit. Voor alle duidelijkheid: zonder beperkingen, betekent niet dat je begint te moorden. Het is in feite eerder een polariserende identiteit die mensen aanzet tot wreedheden.

    Zonder zo’n identiteit betekent niet dat je geen voorkeuren mag hebben. Je hecht alleen minder aan ideeën en gedachten, wat meer vrijheid en openheid geeft. En meer vrijheid geeft meer ontspanning en meer vrede. En dat laatste is wat onze wereld vooral nodig heeft.

    Ik zou hier nog een stuk verder in kunnen gaan, maar dan zit ik waarschijnlijk buiten de bedoeling van deze site. 😉

    Vriendelijke groet

  2. Hallo Inge en medereizigers,
    Ook voor mij is dit een herkenbaar proces en ik beschouw dit in termen van geestelijke transformatie. Al ben ik zelf van oorsprong niet ‘zwart’ geprogrammeerd maar iets bonter (rooms-katholiek), de bevrijding uit de dogmatische gevangenis was er niet makkelijker door. Het nam jaren in beslag en dat ging niet zonder slag of stoot. Maar onze geest is kneedbaar en wat ons geleerd is kunnen wij afleren. Gaandeweg worden we door de Geest ‘getrokken’ en enigszins bemoedigd, maar er hoort ook een woestijnperiode bij, een intense en eenzame worsteling, een dorre periode – the dark night of the soul – tevens een deel van mijn proces.

    Hier maak ik echter nog een kanttekening bij, met name bij het ex-christen (benaming). Zou het niet juist zijn een onderscheid te maken tussen een ex-lid van een orthodox-christelijke kerkgemeenschap, en het authentiek christen-zijn in je hart (zonder het christen-zijn als een containerbegrip te gebruiken)? Want een zoekende ziel die het dogmatische vernisje afwijst, gaat op zoek naar een eigen, authentieke en directe zielsverbinding met Christus. Om vervolgens die innerlijke ‘ondergrondse’ verbinding als een dagelijkse realiteit en leiding te ervaren. Dan is het m.i. niet nodig om zich een ex-christen te noemen. Want dan ben je een spiritueel christen, of een ware discipel, zonder het aan de grote klok te hangen. Het geloof transformeert in dit geval tot het innerlijk weten en het integreert in je levenshouding.

    Al met al gaat het gaat om bewustzijnstransformatie, die begint met desintegratie van persoonlijkheid, een pijnlijk stadium (deconstructie), gevolgd door de secundaire integratie (wederopbouw), op naar een autonome persoonlijkheidsgroei. Alsof je eerst je geestelijk huis op moet ruimen, en dan je in te spannen om aan je eigen persoonlijkheid te werken. Enerzijds is er zelfontplooiing, talentontwikkeling, het verwerven van levenskunst – en anderzijds is er sprake van een groeiend besef van een dieper liggende (positieve) betekenis aan pijnlijke gebeurtenissen, en het ontwikkelen van een hoger bewustzijn.

  3. Hi Inge.
    Ik vind dat je het erg goed kunt verwoorden, mijn complimenten!
    We zijn geen ongeletterden meer, we zijn verder ontwikkeld en hebben de kracht van de rede ontdekt. Het zou m.i. juist zonde zijn om dat niet te gebruiken. Het ‘blind gehoorzamen’ is niet meer van deze tijd en druist regelrecht tegen de menselijke rede in.
    Erg jammer dat de reguliere geloven dat zo moeilijk kunnen accepteren.

  4. Marjan

    Via via op deze site terecht gekomen. Wat fijn om zoveel herkenning te lezen! Sinds kort heb ik mij uitgeschreven als lid van een kerkgenootschap waar ik jarenlang bij betrokken was. Langzaam maar zeker kom ik er los van en volg ik, onwennig nog, de weg die voor mij ligt. Het is voor mij een verademing om te merken dat de gedachtes en gevoelens die ik heb niet” fout” zijn en dat anderen hier ook mee bezig zijn. Dit heb ik echt nodig om verder te komen en sterkt mij in de wetenschap dat ik een juiste stap heb gezet!

Jouw reactie kan anderen tot steun zijn.