Woest en ledig

Sommigen van jullie weten dat ik al 15 jaar leef met chronische pijn en – vermoeidheid. De eerste jaren heb ik koortsachtig gezocht naar manieren en middelen om de klachten te verminderen en het liefst natuurlijk te doen verdwijnen, waarbij ik zowel reguliere als alternatieve wegen heb bewandeld. Toen niks langdurig bleek te werken, kwam langzaam maar zeker het besef dat dit blijkbaar iets is wat niet zomaar en misschien wel nooit volledig verdwijnen zal. Dit te accepteren is uiteraard een heel proces geweest, maar wat was dat tegelijkertijd de moeite waard! Hoe meer ik namelijk mijn innerlijk verzet tegen mijn omstandigheden losliet, hoe meer energie ik tot mijn beschikking kreeg om te leven. Vergeleken met hoe slecht ik er fysiek aan toe was vijftien jaar geleden, is mijn leven nu totaal anders. Maar als ik mijn omstandigheden vergelijk met veel andere mensen, is dat ook nog steeds een wereld van verschil.

Ik zeg dit trouwens niet om zielig gevonden te worden, want dat ben ik niet. Ik heb ook helemaal niet het gevoel dat ik ziek ben, ook al heb ik wel degelijk te maken met de beperkingen die daarbij horen. Maar ik zie vooral wat er wél is en wat wél kan. Dat is overigens niet iets waar ik veel moeite voor deed of doe, maar wat ik van huis uit meekreeg en wat waarschijnlijk ook gewoon in mijn karakter/aanleg zit. Ik voel me een bevoorrecht mens, die over het algemeen vrolijk en tevreden is. Ik kan intens genieten van het leven dat ik traag, eenvoudig en diep mag leven, waardoor het soms lijkt of ik veel meer opmerk dan degenen bij wie het leven met (veel) meer verplichtingen, verwachtingen en andere ‘ruis’ is ingericht.

Van mei tot september leid ik mijn stilste leven. Waarom dat is laat ik voor de leesbaarheid hier even buiten beschouwing, maar mocht je het willen weten kan je het hier lezen: https://dogmavrij.nl/waarom-ik-niet-even-een-bakkie-met-je-kan-doen/

Als de maand mei nog maar net is begonnen, hoop ik altijd dat het nog zo lang mogelijk zal duren voor ik stilval. Ik probeer nog zoveel mogelijk te doen, maar merk uiteindelijk toch dat ik moet stoppen met plannen en me moet overgeven aan hoe het nou eenmaal gaat.

Deze omslag geeft een aantal weken flinke ruis in mijn gedachten en gevoelens. Ik voel me falen en tekortschieten en schaam me ook om aan te geven dat zelfs het weinige dat normaal wel lukt nu niet meer gaat. Ik voel schroom omdat dit niet betekent dat afspraken een maand later alsnog ingepland worden, maar dat ik pas vanaf september voorzichtig weer kan beginnen met inplannen.

Ik probeer te compenseren door zoveel mogelijk telefonisch te doen. Tot ook dat begint te haperen en ik merk dat bellen me teveel energie kost omdat ik dan met mijn aandacht bij twee personen tegelijkertijd moet zijn en zowel moet begrijpen als moet kunnen reageren. Niet alleen ik, maar ook degenen die mij benaderen moeten zich erbij neerleggen dat ik de komende tijd alleen spraakberichtjes en mailtjes kan verwerken en dan ook nog eens niet teveel op één dag en met veel dagen tussendoor waarop ik niks kan.

Het lijkt alsof mijn woeste gespartel in een poging om stilliggen te voorkomen net zo goed bij mijn jaarlijks terugkerende gewoonten hoort, als de leegte die daar onvermijdelijk op volgt.

“De aarde nu was woest en ledig en de Geest Gods zweefde over de wateren.”

Genesis 1

Langzaam komt de verstilling. De overgave aan wat is. Ik kom in een andere modus terecht, dierlijker, instinctiever. Dagen worden uren en minuten. Mijn missie is klein en groot tegelijkertijd: zorg dat ik voldoende drink, eet, slaap en beweeg. Er is de pijn die zo intens moe maakt, het beroerd zijn van de warmte, het geploeter door de modder. Maar er is ook altijd iets anders. Het diepe, allesoverheersende besef dat ik leef en dat dit mijn leven is. Dat ik er nog altijd middenin sta – of lig – en dat ik het op mijn manier aanga en beleef. En ik voel triomf en dankbaarheid. Omdat ik überhaupt een leven heb, omdat ik erbij ben, al zie ik vrijwel niemand meer.

Ik kan nog altijd uitreiken naar buiten, via internet kan ik in verbinding blijven met vele anderen die ook – ieder op eigen manieren – worstelen. Door mijn slaapkamerraam hoor ik hoe de zomer van veel anderen is. Ik hoor kinderen spelen op het veldje achter mijn huis, ik ruik wasgoed en later op de dag een barbecue. Ik hoor lachen, maar soms ook huilen of schreeuwen. Zoveel mensen en iedereen probeert zo goed mogelijk te leven. Net als ik. Ik voel me verbonden en rijk.

Door een aantal maanden vanaf de zijlijn naar de wereld te kijken, voelt het net alsof ik een toerist ben of een pelgrim. Eigenlijk is dit een jaarlijks terugkerende pelgrimage naar binnen. Het is niet alleen ploeteren door de modder, maar het is ook schatgraven. Diep vanuit de leegte komen inzichten die me zoveel vrede en vreugde geven dat ik er niet eens woorden voor ken. Ik voel me alsof ik alleen nog maar vreemde talen kan spreken. Maar ik laaf me eraan.

En het besef dat in ieder ander soortgelijke vreemde talen kunnen klinken en dat ieder ander een diepte in zich heeft waar sommigen nauwelijks weet van hebben, laat staan er ooit in zullen duiken, geeft me een gevoel van oneindigheid en verbondenheid.

Het is Pinksteren. Het feest van de Heilige Geest. Ook voor mij is mijn geest heilig. Ik behoed mijn hart boven al wat er te bewaren is en ik keer mijn binnenste tot de kern of de bron van het leven. Liggend op bed voel ik in elke vezel dat ik leef en dat ik besta. Ik ben. En soms voelt het alsof ik word opgetild. Alsof ik niet alleen ben, maar ook ken. Alsof ik niet alleen hoor, maar ook antwoord. In een taal die ik nooit heb geleerd, maar die ik wel versta. En die gehoord wordt. Het is als een zucht, als de wind. Het is inademen en uitademen. Het is de taal van het hart. De taal van de Geest van het Leven.

About Inge Bosscha

Aandachtig, openhartig, (zelf)kritisch en verbindend. Trainer, coach en inspirator. Deskundige op het gebied van (het loslaten van) aangeleerde religieuze dogma's en belemmerende overtuigingen.

2 Responses

  1. Vital Henkens

    Ik ben dogmavrij.
    Ik geloof niet in een god, engel, duivel geesten of spoken.
    Eenmaal zal het gedaan zijn met de aarde. In de ruimte is er géén tijd of eindigheid.
    Voor mij nis geloven een teken van zwakte.
    Ik heb respect voor iemand die gelooft.
    Voor mij bestaan er géén mirakels of wat dan ook
    Ikzelf heb respect voor de natuur. Voor mij is de natuur mijne god. Ik aanschouw het wonderbaarlijke leven in de natuur, zoals we in het begin van het jaar, het opnieuw bloeien van bloemen en dierengeboortes.
    Ikzelf ben door de natuur geboren en ik weet dat mijn tijd zal komen.
    Wees tolerant!

  2. Edward Apcar

    Veel sterkte de komende maanden Inge.
    Ik hoef je niet de moed en en het onverwoestbare optimisme toe te wensen om deze moeilijke maanden door te komen, want die heb je al. Dat bewonder ik.

    Als levenslange doorgefourneerde atheïst en buitenstaander lees ik je blogs toch graag, al vind ik ze –eerlijk gezegd– soms wat té vriendelijk. Ik denk dan altijd aan het gezegde: ‘zachte heelmeesters maken stinkende wonden’.
    Maar goed, zoals gezegd: ik ben, ondanks, of misschien dankzij mijn veelkleurige religieuze achtergrond, al mijn hele leven atheïst en buitenstaander (maar dat heeft andere oorzaken) en kijk daarom vanuit een ander perspectief naar het fenomeen religie.

Laat een reactie achter bij Vital HenkensReactie annuleren