Site pictogram Dogmavrij

Boosheid en verdriet


Ik laat de citaten spreken…

Nu ik eruit gestapt ben, zie ik pas hoe er nooit ruimte was voor mij en hoe alles wat ‘moeilijk’ aan mij was, de kop ingedrukt werd. Ik was als kind vaak boos. Voelde me zo machteloos en ongezien, ja dat begrijp ik nu achteraf pas, want in die tijd werd er tegen me gezegd dat ik de duivel in mij had. Ik ben doodsbang geweest. Heb zo gevochten tegen mijn boosheid, maar het stak, logisch natuurlijk, steeds weer de kop op.

(man, 55 jaar)

Ik heb een paar keer geprobeerd om mijn ouders te laten zien dat er dingen waren die niet klopten. Dat hun kinderen allemaal psychische en sociale problemen hadden. Maar elke keer als ik ‘moeilijk’ deed, verzonnen ze een psychische aandoening waar ik last van zou hebben en wat maakte dat ik nu zo recalcitrant zou zijn. Dan was ik weer depressief en dan had ik weer borderline. Er was altijd wat mis met mij. Voer voor psychologen was ik inderdaad, maar geen van hen heeft mij ooit kunnen betrappen op het dragen van één van de etiketjes die mijn ouders mij gegeven hadden. Allemaal zeiden ze dat ik een ongezien kind was dat zeer sterk gemanipuleerd en geïndoctrineerd werd. Ik kan niet anders dan hen daarin gelijk geven.

(Anoniem)

Ik kan het niet uitstaan wanneer ik door hen meewarig aangekeken wordt en altijd degene zal zijn die ‘ongehoorzaam’ is. Ik ben een mens! Ik ben niet minder! Het is zo arrogant om te denken dat je in het juiste clubje zit. Er waren twee mensen die nog een tijdje met mij bleven omgaan. Maar dat was, zo bleek later, omdat ze me zielig vonden en hoopten dat ik mij nog zou bekeren. Ik was woest toen ik dat merkte. Donder dan ook maar op! Ik ben geen liefdadigheidsproject, ik ben een zelfstandig denkend mens. Dat is niet zielig of ongehoorzaam. Dat is normaal!

(man, 63 jaar)

Nooit zullen mijn ouders trots op mij zijn. Nooit. Ik heb voorgoed gefaald als hun zoon door uit hun kerk te gaan. Nu hoor ik er niet meer bij.

(man, 22 jaar)

Het ergste vind ik dat ik van hen wèl begrijp en zie dat zij hun best doen en dat ze volgens hun eigen normen en waarden een zo goed mogelijk leven leiden. Ik erken mijn ouders in wie zij zijn, terwijl ik van hen misschien wel nooit erkenning zal krijgen voor wie ik ben. Dat doet intens veel verdriet. Nu ik dit aan jou schrijf, lopen de tranen over mijn wangen.

(Vrouw, 39 jaar)

Ze hebben zoveel voor me bepaald en het heeft me zoveel gekost! Wat heb ik allemaal wel niet opgegeven voor God! Of voor wat zij dan zeiden dat God van mij wilde. Want ze wisten het altijd beter. Ik zet er geen voet meer over de drempel!

(Vrouw, 41)

Ik wou dat ik er nog bij hoorde in ons gezin, met de vanzelfsprekendheid waarmee ik er vroeger bij hoorde. Ik mis de saamhorigheid die er toen nog was. Maar ik wil nooit meer terug!

(Anoniem)


Deden ze iets ‘fout’, deze ouders?

Wat had je zelf gedaan?

Zie ook: Intens en oprecht


Lees hier verder:

Lichamelijkheid en seksualiteit

Hulp nodig?


Mobiele versie afsluiten