Site pictogram Dogmavrij

Boosheid om onrecht is nodig!

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

 

Gisteravond werd op mediaplatform ‘De ZeeuwZe’ een artikel gepubliceerd waarin ik opriep om wel oog te hebben voor de (religieuze) context.

Als voorbeeld noemde ik een schokkende uitspraak van mijn moeder, die ze jaren geleden deed naar aanleiding van het feit dat ik niet meer geloof:

 

“Ik had liever dat je dood was gegaan.”

 

Ik vertelde dat mijn moeder vanuit liefde deze uitspraak deed. Volgens haar religie zal ik voor eeuwig branden in de hel, wanneer ik niet het juiste geloof heb. Ze had liever dat ik als gelovige maar vast was overleden, ondanks het grote verdriet dat dit haar zou doen, omdat ik dan tenminste veilig in de hemel zou zijn. Mijn moeder wilde lijden om mij te redden!

 

Wanneer ik geen oog had gehad voor de religieuze context van waaruit ze sprak, had ik haar woorden afgeschreven als bot en liefdeloos en daarmee zowel haar als mezelf onrecht aangedaan.

 

Ik kreeg daar veel reacties op. Een reactie die steeds terugkwam was deze:

 

“Ja, zo kan je alles goedpraten!”

 

In dit artikel wil ik daar nader op ingaan.

Oog hebben voor de context wil niet zeggen dat je instemt met onrecht.

 

Begrijpen dat iemands bedoelingen goed zijn, wil niet zeggen dat het gedrag niet destructief kan zijn.

Je laten leiden door ‘liefde’ wil niet zeggen dat je dan altijd het juiste kiest. Wat is ‘liefde’ dan? Hoeveel wordt er niet in naam van de ‘liefde’ kapotgemaakt?

 

Mensen met de beste bedoelingen houden er soms zeer destructieve overtuigingen en gedragingen op na. Moeten we het onrecht door de vingers zien wanneer dit ‘in naam van de liefde’ wordt gedaan?

 

Nee natuurlijk niet!

 

Ik ben van mening dat het tegelijk kan.

 

Oog hebben voor de context, het oordeel over iemands intenties loslaten (dat is in het ergste geval aan een rechter en een psychiater) EN iemands woorden/daden afwijzen.

Even concreet toegespitst op het door mij gebruikte voorbeeld van mijn moeder die mij dood wenst: ik zie de context en ik wil niet oordelen over haar intentie. (In dit geval doe ik dit wel, al is het dan een positief oordeel. Ik plak er het etiketje ‘liefde’ op, maar dat had ik ook achterwege kunnen laten. Het gaat mij erom dat ik iemand niet veroordeel.)

Ik zie echter ook het onrecht en ik wijs haar woorden af.

Als ik puur naar mijn eigen gevoel kijk, dan ervaar ik haar woorden als pijnlijk, lomp en afstotend.

Ze spreekt niet de taal van de verbinding. Tenminste, niet zoals ik denk dat je die spreekt. Ze spreekt woorden vanuit haar eigen religieuze denkbeelden, terwijl ze weet dat ik die niet deel. Toch houdt ze zich aan haar eigen ‘taal’, de taal van ‘vroeger’, toen die nog voldeed, en we deze allebei spraken.

Ik heb dat jarenlang als oneerlijk ervaren. Mijn ego werd er verdrietig van en voelde zich gekrenkt.

 

“Waarom doet ze niet wat meer haar best? Waarom praat ze altijd vanuit en over haar geloof? Ik ga toch ook voor ‘neutraal’ als ik bij haar ben? Ik vloek niet waar zij bij is en ik ‘verkondig’ niet. Ik erken daarmee wie zij is. Waarom erkent zij niet wie ik ben?”

 

Het was goed om mezelf toestemming te geven om dit te voelen. Zo ontstond er ruimte voor mijn gevoelens. Ik voelde mij zo boos! Het deed pijn, maar ik kan het iedereen aanraden:

 

Wees maar flink boos!

 

Wees boos om de ruimte die er niet was (en soms ook niet is) om jezelf te zijn. Wees boos omdat je je niet erkend en welkom voelt. Wees boos omdat je belangstelling mist voor hoe het voor jóu is… omdat er geen ruimte is… voor JOU!

 

Boosheid is namelijk een geweldige kracht waarmee je jezelf leert erkennen en begrenzen. Ik merkte dat mijn boosheid mij ruimte gaf, steeds een beetje meer. Tot ik mijn ruimte volledig had ingenomen en me ook niet meer steeds voelde terugdeinzen en in elkaar krimpen wanneer een ander ook ineens ruimte innam. Ik bleef gewoon staan. Rustig, op een kleine plek, maar het was wel MIJN plek, zelf bevochten, met tranen veroverd en precies groot genoeg.

 

Op die plek erken ik mijn gevoelens en dat maakt dat ik niet zo nodig meer erkenning hoef van mijn moeder. Zij hoeft helemaal niet te begrijpen hoe het voor mij is. Als IK het maar begrijp en mezelf kan erkennen en troosten. Zij hóeft helemaal niet te begrijpen dat haar woorden kwetsend kunnen overkomen en dat het mijn verdienste was dat ik haar liefde zag, niet die van haar. Ik begrijp het en dat is genoeg. Dat is zelfs zo genoeg, dat er ruimte komt voor mijn moeder en voor wie zij geworden is. Een vrouw, levend vanuit de bijbel en het hoofd, met zoveel regels over ‘hoe het hoort’ en ook met zoveel goede bedoelingen. Ik houd zielsveel van deze vrouw, die mij in haar eigen taal alle liefde geeft die ze voor me heeft.

 

Ik voel me bevoorrecht dat ik de kansen had en ze ook durfde te grijpen om veel meer vanuit mezelf en mijn gevoel te gaan leven. En om in staat te zijn om haar woorden te vertalen.

 

Oké, eerst moest ik daar wel een tijd boos om zijn. Want ik WILDE niet vertalen! Ik vond dat een moeder moest zorgen dat zij de taal van haar kind spreekt en niet andersom! En dat vind ik overigens nog steeds, vandaar dat het wel eens oneerlijk voelde. Ik vertaalde naar mijn kinderen, maar ook naar mijn ouders. Het eerste vond ik logisch, het tweede pijnlijk. Tot ik er boos genoeg om geweest was en merkte dat die boosheid niet meer zo schreeuwend aanwezig was, maar was veranderd in een zacht, helder verdriet dat overal doorheen stroomt, maar dat mij verder niet stoort. Het hoort bij mij en het mag er zijn.

 

Ik kijk nu niet meer naar wat ik mis, maar naar wat ik heb. Ik heb ontzettend veel geleerd over grenzen, over geven en ontvangen, over leven, over compassie en over liefde. En ik heb daardoor ook ontzettend veel te geven. Niet meer vanuit gemis, maar vanuit overvloed. Ik voel mij bevoorrecht omdat ik in staat ben om te vertalen. Ik voel mij bevoorrecht omdat ik bruggen durf te bouwen. En wanneer alleen mijn helft van de brug er komt te staan, dan bouw ik hem nog. Omdat ik dat wil, omdat het bij mij past en omdat ik het kan.

 

Ik leef mijn leven zoals IK dat wil en ik doe waar IK in geloof en wat IK kan. En al het andere heb ik losgelaten en dat voelt als een enorme bevrijding.

 

Mobiele versie afsluiten