“Het is een schande dat sommige religieuze ouders hun religie belangrijker vinden dan hun kinderen!” Deze verontwaardiging is terug te vinden in de reacties op deel 2 van de serie Vrijdenkers en zal ongetwijfeld straks ook klinken na vertoning van deel 3. In dit artikel wil ik inzoomen op dit onrecht en probeer ik te laten zien dat het vaak toch anders ligt en minder liefdeloos is dan het lijkt. Dat deze houding desalniettemin zeer schadelijk en onnatuurlijk is, zowel voor de ouders als voor hun kinderen, en hoe het in vredesnaam mogelijk is dat men deze houding überhaupt ontwikkelt, ook daarover gaat het in dit artikel.
Normaal gesproken komt er niet snel iets tussen de ouder-kind band. Biologisch gezien is het normaal dat ouders voor hun kinderen door het vuur gaan en zelfs hun leven geven om hun kinderen te redden. Wanneer dit niet zo is, speelt er vaak iets anders, bijvoorbeeld emotionele, psychosociale of cognitieve beschadiging of beperking, waardoor ouders niet (volledig) bij machte zijn hun kinderen te verzorgen en onvoorwaardelijk lief te hebben. Ook kan verslavingsproblematiek een rol spelen, waardoor een andere ‘drang’ de biologische ‘drang’ verdringt. Soms hebben ouders zélf nooit ervaren wat onvoorwaardelijke liefde is en leven ze (onbewust) met onvervulde behoeften, die ervoor zorgen dat ze (onbewust) vooral bezig zijn met de vervulling van hun éigen behoeften in plaats van zorg te dragen voor (de emotionele behoeften van) hun kinderen. Wat ook kan – en daarover gaat het in dit artikel – is dat ouders zó gelovig zijn, dat hun religie/god vóór het kind komt.
Eerst religie, dan het kind
Van Abraham – die door veel gelovigen als geloofsheld wordt beschouwd – wordt in de Bijbel verteld dat hij bereid was zijn zoon te offeren, omdat God dat van hem vroeg (Genesis 22).
Samen met Bijbelteksten als:
“Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijn vader, en moeder, en vrouw, en kinderen, en broeders, en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn.”
Lukas 14: 26
en:
“Die vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig; en die zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig.” (Matt. 10:37)
Mattheüs 10: 37
vormt dit de basis van een levenshouding waarbij religie vóór het kind komt en vóór elke andere familie- en vriendschapsband.
Met andere woorden: als jij niet gelooft, kan ik jou niet (volledig) liefhebben. Als jij een andere weg kiest, kan ik niet trots op jou zijn. Liefde onder voorwaarden dus.
Blokkade op eigen behoeften en emoties

Als oudste kind van het gezin vond ik het volkomen normaal dat God op de eerste plaats kwam en daarna pas mijn ouders en overige gezinsleden. Ik dacht hier veel over na. Ik wist dat wanneer mijn ouders in de greep van de duivel zouden komen, ongelovig zouden worden en ons zouden verbieden nog langer naar de kerk te gaan, ik hen ongehoorzaam moest zijn en moest zorgen dat mijn broertjes en zusjes toch elke zondag in de kerk zouden zitten. Spaans benauwd kon ik het daarvan krijgen.
Daarnaast had ik geleerd dat het normaal was om de leer ten alle tijde te plaatsen boven mijn gedachten en gevoelens. Het was de bedoeling mijn eigen innerlijk te negeren en me vast te klampen aan ‘het evangelie’. De rest zou leugenachtig en beïnvloedt door de duivel kunnen zijn. Een diep wantrouwen naar mezelf was het gevolg.
Gelovige ouders die menen hun kind(eren) op grond van de leer te moeten afwijzen, kampen vrijwel altijd met ditzelfde diepe wantrouwen naar hun eigen instincten en emoties. Deze aangeleerde blokkade van natuurlijke behoeften en gevoelens kan leiden tot bizarre denkconstructies en tot gedragingen en uitingen die allesbehalve humaan zijn. Er is dan sprake van cognitieve dissonantie.
Cognitieve dissonantie
Cognitief betekent: met betrekking tot het denken en het verwerven van kennis. Cognitie is afgeleid van het Latijnse woord cognoscere, wat kennen/weten betekent.
Dissonantie betekent ‘in strijd met’, spanning oproepend, wanklank of wanorde in de eigen overtuigingen.
Cognitieve dissonantie is de onaangename spanning die iemand ervaart bij tegenstrijdige overtuigingen, ideeën of opvattingen of bij handelen in strijd met de eigen overtuiging.
In zijn boek A Theory of Cognitive Dissonance uit 1957 stelde Leon Festinger dat mensen streven naar het verkleinen van dissonantie en daarvoor hun opvattingen of gedrag aanpassen.
Bron Wikipedia
Van nature willen we de dissonantie in onze denkprocessen dus graag verkleinen.
Stel: 1. Je houdt van dieren en 2. je eet graag vlees. Dit strookt niet met elkaar. Om de cognitieve dissonantie te verminderen kan je bepaalde trucjes toepassen. Je legt bijvoorbeeld bewust of onbewust geen enkel verband tussen levende koeien en varkens in de wei en het stukje vlees op jouw bord. Je doet net alsof deze twee zaken niks met elkaar te maken hebben en je verdiept je liever niet in de gruwelijkheden zoals deze plaatsvinden in de bio-industrie en de slachthuizen. Of je maakt jezelf wijs dat het slachten op ‘diervriendelijke’ wijze plaatsvindt, dat deze dieren hier ‘speciaal voor gekweekt zijn’ of dat mensen ‘nou eenmaal vlees nodig hebben’. Je weigert je te verdiepen in andere standpunten en vindt vegetariërs en veganisten maar aanstellers. Allemaal manieren om jezelf te bevestigen in het idee dat zowel 1 als 2 tegelijkertijd waar kunnen zijn.
Een voorbeeld uit mijn eigen leven (van ruim 20 jaar geleden): 1. Mijn man houdt van me en 2. Mijn man slaat me. Om de cognitieve dissonantie te verminderen maakte ik mezelf wijs dat het toch wel heel fijn was dat hij bij mij zichzelf kon zijn, dat hij niet beter wist, dat het vanzelf wel beter zou gaan (als ik beter mijn best deed), dat het allemaal aan mij lag en dat hij het goed bedoelde. En nóg een belangrijke, die ook bij gelovige ouders een rol kan spelen: hij slaat me alleen maar omdat hij van me houdt. Dit was gebaseerd op de Bijbel, waarin onder andere staat: “wie zijn zoon liefheeft, kastijdt hem” en: “wie zijn kind liefheeft, spaart de roede niet”. Slaan als teken van liefde. Om de daarin liggende cognitieve dissonantie te kunnen verkleinen zal je hard moeten werken en heel creatief moeten zijn. Iets waar veel gelovige ouders van kinds af aan dan ook zeer bedreven in zijn geraakt.
Niet liefdeloos, wel destructief
Als mensen geleerd hebben dat ‘de regels’ en ‘de leer’ belangrijker zijn dan welke relatie ook, en als zij bereid zijn om (de relatie met) hun kinderen ‘op te offeren’ om daarmee hun (gechanteerde) kans op een leven ‘volgens de regels’ te vergroten, dan handelen zij overeenkomstig wat hen geleerd is en doen zij wat hen in alle oprechtheid het beste lijkt, óók voor hun kinderen. Zij lijden liever in dit tijdelijke leven, dan dat zij – of hun kinderen – in de eeuwigheid moeten lijden.
Precies om deze reden zei mijn moeder tegen mij (toen ze hoorde dat ik niet meer zoals zij geloofde): “Ik had liever gehad dat je dood was gegaan.” Dat was niet omdat ze me graag dood wilde, maar dat was omdat ze mijn ziel veilig wilde weten. Ze was bereid in dit leven verdriet te hebben om mijn dood als ze daarmee de zekerheid zou hebben dat mijn ziel veilig was en we straks voor eeuwig samen zouden kunnen zijn.
Dit zijn geen slechte, gemene mensen. Ze lijden dikwijls zelf ook onder hun keuzes.
Bijvoorbeeld de keuze hun homoseksuele kind de toegang tot het ouderlijk huis te weigeren (wanneer deze een partner heeft). Of de keuze niet aanwezig te zijn op een bruiloft die volgens hen niet naar Gods wil is. Of de keuze hun kind te excommuniceren wanneer deze een weg gaat die volgens hen ‘tegen Gods wil ingaat’. Ze ‘snijden in hun eigen vlees’ omdat ze menen daarmee hun kind de grootst mogelijke kans op ‘bekering’ en ‘redding’ te bieden.
Vaak hebben ze geleerd niet stil te staan bij hun gevoelens, maar zich te focussen op ‘de leer’. Het is zelfs mogelijk dat deze ouders vreugde ervaren omdat ze zelf naar de hemel gaan, terwijl ze geloven dat hun ongelovige kind naar de hel gaat. Ze leren om ‘los te laten’ en zich ten alle tijde te verheugen in hun God die rechtvaardiger en liefdevoller zou zijn dan ze zelf kunnen begrijpen en dat alles wat hen en hun kinderen overkomt Gods wil en daarmee ‘goed’ is.
Ik begreep pas jaren nadat ik daaruit was gestapt hoe onnatuurlijk dit is. Hoe ik als moeder niet eens in de hemel zou willen zijn wanneer mijn kind niet mee mocht, en zeker niet samen met die god die mijn kind in de hel had geworpen! Ik besef met terugwerkende kracht dat mijn beleving vertroebeld was door inhumane, zogenaamd gezaghebbende denkconstructies, die mij bereid maakten de natuurlijke ouder-kind band geweld aan te doen.
Groep belangrijker dan het individu
Wat hierbij ook een rol speelt, is dat binnen sommige religieuze groeperingen (onbewust) het idee heerst dat (het imago van) de groep belangrijker is dan (het imago van) het individu. Dit maakt het bijvoorbeeld voor sommige gelovigen onverteerbaar wanneer iemand zich negatief uitlaat over (leden van) de groepering of simpelweg alleen maar kritische vragen stelt. Zij beleven dit als zeer ongepast, brutaal, gooien met modder en laster.
Dat stomme kluwengezin
“Sinds ik in therapie ben gegaan is het mis. Ze praten niet meer met me. Ze zijn woest. Hoe durf ik uit de school te klappen, hoe durf ik het nest te bevuilen, hoe durf ik ook maar te veronderstellen dat ik problemen heb? Ze negeren me allemaal, dat stomme kluwengezin.
De enige die het ronduit heeft gezegd was mijn broer. Die belde me op om me te verwijten dat ik pa en ma helemaal kapot had gemaakt door zo arrogant en egocentrisch te zijn. (Hij bedoelde dat ik mezelf niet centraal mocht zetten in mijn therapie.)
Ik zie nu pas hoe ik alleen maar geaccepteerd werd zolang ik niet moeilijk deed, mijn gevoelens negeerde en net zo deed als zij.
Niemand die mij vraagt waarom ik eigenlijk in therapie ben en hoe het met me gaat. Ze zijn niet geïnteresseerd in mij, enkel in hun eigen hachje. Dat is nog wel de grootste schok. Nu ik erbuiten sta, zie ik dat het helemaal geen liefdevol gezin is, maar een manipulatief, angstig zootje, waar je alleen maar ‘liefde’ ontvangt als je danst naar de pijpen van pa en moe. Wat zij dan noemen: ‘gehoorzamen aan God’.”
Man, 31 jaar. Bron
Gevolgen
Wat de gevolgen zijn? Op deze pagina lees je meerdere citaten van (volwassen) kinderen die hiermee te maken kregen. Ook hier zijn meerdere citaten te lezen.
Sommige ‘kinderen’ worden verstoten, anderen (deels) genegeerd of juist als ‘evangelisatieproject’ beschouwd. Wat ik steeds weer hoor, is deze hartekreet:
“Ik wil erkend worden als een goed mens! Ik wil dat m’n ouders van me houden zoals ik ben! Ik wil dat ze trots op me zijn!”
En vaak is dat juist net andersom. Ouders schamen zich voor hun ‘afvallige’ kind. Ze praten er liever niet meer over en verzwijgen dat hun kind ‘afvallig’ is geworden.
Er zijn ook ouders die er juist wel en soms zelfs heel veel over praten. Ze zoeken steun bij familie- en kerkleden die het net zo erg vinden als zij.
“Oooh, wat erg… en vroeger was het zo’n lief kind!”
En ik sprak hen, digitaal, telefonisch en face to face, die ‘kinderen’, die tegenwoordig als ‘ongehoorzaam’ worden geclassificeerd, en soms bijna stikken in hun verdriet.
Het is nou eenmaal een basisbehoefte van een mens om te mogen zijn wie hij werkelijk is. Niemand wil afgewezen worden. En afwijzing door ouders, de eigen bron, ik weet niet of er iets is dat meer desolaat, vijandig en verdrietig voelt dan dat.
Wanneer ouders hebben geleerd hun geloof belangrijker te vinden dan hun kinderen, veroorzaken ze daarmee (helaas meestal onbewust en zonder hiervoor enige verantwoordelijkheid te nemen) zeer groot intergenerationeel onrecht, waarmee zij niet alleen hun kinderen belasten, maar ook hun kleinkinderen.
Bovendien bereiken ze met deze strategie zelden wat ze hopen, maar jagen ze hun (klein)kinderen alleen maar verder weg.
Dit onrecht verscheurt vandaag de dag nog altijd vele gezinnen en maakt daarmee de noodzaak zichtbaar van een gesprek over godsdienstvrijheid, vooral wanneer de leer de humaniteit verdringt.
Op Dogmavrij kan je lekker gratis lezen zonder reclame of betaalmuur. Zo sluiten we niemand buiten. Neemt niet weg dat er – naast veel liefde – tijd en geld in deze website wordt gestoken. Heb jij misschien iets (gehad) aan de artikelen, de series, de steungroep of andere projecten? Zou je dan willen overwegen om dit werk te steunen? Dat kan via http://petje.af/ingebosscha Dank je wel!
Heel goede uitleg. Mag ik het op twitter zetten?
Ja, dat is prima, dank je wel! 🙂
Mooie treffende blog.