Site pictogram Dogmavrij

Traumatherapie bij Psytrec deel II. Angst voor de hel.

 

In het vorige deel beschreef ik globaal iets over de intensieve traumatherapie die ik bij Psytrec gevolgd heb en hoe de therapiedagen gevuld zijn.

In dit artikel wil ik een (persoonlijk!) verslag doen van de behandeling van specifiek religieuze trauma’s, vanwege het thema van deze website.

Even voor de duidelijkheid: ik was bij Psytrec onder behandeling, niet alleen vanwege het Religieus Trauma Syndroom, maar ook vanwege andere traumatische voorvallen uit mijn leven.

Ik merkte echter dat veel van deze voorvallen met elkaar gelinkt waren in mijn angstnetwerk. Ze hadden dezelfde kernthema’s en riepen dezelfde oerangsten op.

Er waren twee grote kernangsten die steeds terugkwamen in meerdere voorvallen en die een directe link hadden met religieuze angst.

Deze twee religie gerelateerde angsten waren:

Angst om ‘verloren te gaan’. (In mijn beleving erger dan ‘doodsangst’, omdat dit eeuwige doodsangst betreft, dood van de ‘ziel’.)

Angst voor dominante mannen. (Mannen die het ‘weten’ en die macht hebben om te straffen, pijn te doen en buiten te sluiten.)

Ik zal op beide angsten dieper ingaan, maar eerst even dit:

Ik merk dat niet elke psycholoog even goed begrijpt hoe diep ingrijpend een religieuze opvoeding voor een kind kan zijn. Ik kreeg tijdens de intake-procedure bijvoorbeeld de opmerking dat mijn religieuze angsten sowieso niet als eerste behandeld zouden worden, omdat het ‘slechts’ om gedachten zou gaan en niet om een werkelijke doodsdreiging.

En begrijp me niet verkeerd, ik ben het daar natuurlijk helemaal mee eens. Het was slechts een gedachte, een verhaal, een concept. Maar in niets te vergelijken met bijvoorbeeld het verhaal van Sinterklaas. (Dit werd ook niet gedaan hoor, ik maak deze vergelijking nu zelf.) De context waarin het verhaal werd verteld is totaal anders en een referentiekader ontbreekt.

Ik leerde in mijn jeugd dat dit religieuze verhaal zelfs méér ‘waar’ zou zijn dan mijn eigen waarnemingen en ervaringen. Alles wat ik zag, hoorde en voelde kon een sensatie zijn die de duivel mij deed ervaren om mij te misleiden. Het enige waarop ik mocht vertrouwen als zijnde ‘waar’ was wat men mij geleerd had over God en de duivel. Het was niet zomaar een ‘verhaal’. Het was mijn fundament, mijn wereldbeeld, mijn identiteit, mijn alles. Het verhaal was meer waar dan ikzelf. De angst en dreiging die ik voelde, erger dan doodsangst.

Eén van mijn missies is om daar steeds meer bekendheid aan te geven, juist ook richting hulpverleners, zodat de behandeling steeds beter afgestemd kan worden op de klachten.

Ik heb meerdere malen gemerkt en ook regelmatig gehoord van anderen dat het in ‘hulpverleningsland’ vaak aan kennis ontbreekt over de diepe impact van Religieus Trauma Syndroom.

Dat neemt niet weg dat ik zeer adequaat behandeld ben bij Psytrec en dat ik de behandelaars enorm dankbaar ben voor het feit dat ze naar mijn verhaal hebben geluisterd en mijn diepste angsten hielpen blootleggen en ontmantelen, óók de religieuze!

Ik zal daar nu meer over vertellen.

In dit artikel beperk ik mij tot angst nummer één. In een volgend artikel zal ik dieper ingaan op angst nummer twee (de angst voor dominante mannen).

De angst om verloren te gaan 

 

Inhoud

De meeste angsten zijn terug te voeren tot ‘doodsangst’. De angst om verloren te gaan, was voor mij heftiger dan doodsangst, omdat dit eeuwige dood betrof.

Deze angst heb ik als volgt ervaren: dood van de ziel, niet bestaan in Gods ogen, geen bestaansrecht hebben, van binnen helemaal ‘zwart’ zijn.

Verloren, desolaat, volledig alleen zijn.

De angst dat zelfs God me niet meer wil. Uitgekotst door het Leven zelf. Vijandigheid ervaren. Mijn Bron die zich tegen me keert. Dit is niet alleen maar ‘dood’ zijn, maar ook ‘dood gewenst’ door alles en iedereen.

En daar zelf schuldig aan zijn.

Met mijn verstand was ik voor al deze dingen totaal niet meer bang. Maar in mijn lijf lag deze angst nog steeds opgeslagen en maakte me vaak gespannen, onrustig en hyperalert.

Angst voor veroordeling en afwijzing zat zeer diep in mijn systeem. Ook al kleed en gedraag ik mij zoals ik dat wil, ik voelde mij toch nog altijd het veiligst als niemand mij kon zien.

Confrontatie

Bij andere trauma’s haal je tijdens de Exposure-sessies het verhaal als een ‘film’ voor je om daar vervolgens ‘in’ te stappen en het zintuiglijk (van binnenuit, alsof je er weer in zit) te beleven. Maar wat doe je met religieuze angst? Welke ‘film’ of verhaallijn volg je dan?

“Denk eens terug aan het moment waarop je het meest bang was om verloren te gaan.”

Ik dacht aan al die keren dat ik als klein meisje een onbekend geluid had gehoord wanneer ik buiten aan het spelen was. Ik dacht dan altijd meteen aan ‘de laatste bazuin’ die zou klinken wanneer Jezus op een wolk naar de aarde kwam voor ‘het laatste oordeel’.

Hoe vaak ik niet in de brandgang achter ons huis in paniek aan het bidden was, omdat ik mij herinnerde hoe ik een koekje had gepikt en me vertwijfeld afvroeg of ik de onvergeeflijke ‘zonde tegen de Heilige Geest’ had gedaan.

Ik herinnerde mij het geknield liggen voor mijn bed, soms huilend van angst en spijt, om al mijn zonden en mijn volharden daarin. Alwéér lelijk gedaan tegen mijn zusje en alwéér een grote mond tegen mijn moeder… zou God echt blijven vergeven? Was ik berouwvol genoeg? Geloofde ik wel ècht in Jezus? Zoveel angst…!

Maar het verhaal dat er qua angstbeleving voor mij uitsprong, speelde zich af in de tijd dat ik als 21 jarige, zwanger in een vrouwenopvanghuis zat en de toorn van de kerkenraad en mijn familie op mijn hals had gehaald door te willen scheiden van mijn toenmalige man. In die tijd ging ik voor het eerst zeer bewust tegen het kerkelijk gezag in.

Ik werd zelfs ‘onder de tucht’ gesteld, waarmee ik geen lid meer was in volle rechten en wat ik moest beschouwen als een dringende oproep tot bekering. Vanuit kerk en familie kreeg ik keer op keer dringende en dwingende oproepen tot bekering.

Ik voelde me toen zo ontzettend alleen en bang!

Ik dacht aan het moment waarop de angst mij van binnen ineen deed krimpen en ik mij helemaal zwart en leeg voelde worden. Alsof God/het Leven mij op dat moment verliet.

Ik had toen een vrouw aan de telefoon die ik vertrouwde en die ik zojuist had verteld van de meest nare dingen die zich in mijn korte huwelijk hadden voorgedaan. Ik hoopte vurig op begrip en een verandering van haar standpunt, zodat ik van haar misschien toch mocht scheiden en zij dit met mijn familie en de kerkenraad kon bespreken. Maar elke vorm van empathie en begrip bleef uit.

In plaats daarvan volgde het snoeiharde oordeel dat Gods woord duidelijk was en dat ik mij nu bevond op een weg bij God vandaan.

Met dit voorval zou ik de Exposure doen.

Exposure

“Hoe ziet je omgeving eruit wanneer je aan de telefoon bent met deze vrouw? Wat zie je en wat ruik je? Wat hoor je?”

Ik sta weer in de telefooncel in de gang van het opvanghuis. Er is een deur met matglas erin, waarachter ik soms iemand voorbij zie lopen. Het ruikt er vaag naar sigaretten, omdat er wel eens stiekem wordt gerookt. Aan de witgekalkte muur hangt zo’n grote, grijze munttelefoon, met daar omheen vlekken en pentekeningen. Onder de telefoon een smal plankje waarop een pen, kwartjes en guldens liggen. (Zo lang geleden dus!)

Ik voel hoe ik tril van de spanning om het moeilijke verhaal dat ik zojuist tegen de vrouw aan de lijn heb verteld. Ik voel de hoop op begrip, de hunkering en de angst. Ik voel mijn tranen en hoe ik ze probeer te verbergen in mijn stem. Mijn handen trillen en mijn zakdoek wordt een natte prop. En dan zijn daar die woorden waarmee al mijn hoop de grond in wordt geboord en mijn angst bevestigd: “Je bevindt je nu op een weg die bij God vandaan voert.”

“Wat voel je?”

Ik krimp in elkaar, ik word helemaal klein en zwart van binnen. Ik voel een desolaat gevoel in mij, een diepe angst en een stekend verdriet. Ik tril en ik heb het koud.

“Ik ben helemaal alleen”, huil ik. Het komt uit mijn tenen.

“Waar ben je bang voor?”

“Dat ik naar de hel ga. Ik weet dat ik nooit meer terug ga naar mijn man en ik ben in paniek omdat ik heel bewust ‘nee’ zeg tegen God. Maar ik ben zwanger! Ik wil mijn kindje beschermen! Ik ben bang dat ik een afschuwelijke fout maak en mijn kindje meesleur in mijn val. Dat door mij ook mijn kindje eeuwig zal branden in de hel.”

Ik voel de angst zeer intens. Het knijpt mijn keel dicht en ademen wordt moeilijker.

Ik ga een paar keer door dit gevoel heen, terwijl ik het steeds weer blijf vertellen.

Ik vind het een zware sessie, maar voel hoe de angst langzaam maar zeker afneemt. Het geeft me een sterk, haast triomfantelijk gevoel. Alsof ik sterker ben dan mijn angst.

EMDR

’s Middags krijg ik over hetzelfde voorval een EMDR sessie.

Uit het verhaal van de ochtend kies ik het meest nare moment en plaats dit als een plaatje voor me. Ik kijk naar mezelf van toen. Ik krijg een koptelefoon op en luister naar de piepjes in mijn oren, terwijl ik mij probeer te concentreren op het plaatje en op wat dit in mij oproept.

“Wat zie je?”

Ik zie een jonge vrouw, een meisje haast nog, dat probeert niet hoorbaar te huilen.

“Houd dat vast.”

Ik voel het desolate gevoel en ik zie hoe zwart en klein ze zich van binnen voelt.

Ik hoor de piepjes en probeer me te concentreren op de angst, maar ik voel verdriet.

Ik denk aan hoe ik daar stond zonder troost en zonder daar ook om te vragen. Ik kwam niet voor mezelf op en ik kreeg niet wat ik nodig had.

“Wat gaat er door je heen?”

“compassie.”

“Houd dat vast.”

Ik kijk naar mezelf en voel ineens ontroering en trots. Omdat ik dwars in de angst voelde dat ik mijn kindje wilde beschermen, wat er ook zou gebeuren. Die vastberadenheid maakte me toen radeloos van angst om de eventuele gevolgen, maar nu voel ik trots. Daar, in die telefooncel begon mijn proces van losmaken.

Ik realiseer mij dat ik toen voor het eerst begon te leven vanuit mijn hart.

“Wat gaat er door je heen?”

“Ontroering.”

“Houd dat vast.”

Ik voel mijn buik zacht worden en de spanning verdwijnen. Ik weet niet of ik glimlach of huil, maar ik voel me open en accepterend. Ik wil het plaatje instappen en mezelf van toen omarmen. Haar zeggen dat ze het goed doet en dat ik trots op haar ben. En dat alles goed zal komen.

Mijn behandelaar moedigt me aan om dit tegen mijn vroegere zelf te zeggen, maar ik voel me ineens zo eindeloos moe. Weer komt er een golf verdriet. Ik wil niet, ik wil het niet zelf zeggen, ik wil dat die persoon, die er toen niet voor mij was, er nu voor mij is, het alsnog tegen me zal zeggen, maar ik voel tegelijk ook hoe vermogens bij deze persoon ontbreken en opnieuw komt er triomf. Ja, ik ben vaak zo moe van het zelf doen, maar hé, ik KAN het zelf en ik kan het ook geven aan mijn kinderen.

“Wat gaat er door je heen?”

“Verdriet, triomf en kracht.”

“Houd dat vast.”

Ik hoor de piepjes, ik voel mij zowel in het verleden als in het heden en ik geef mijn vroegere zelf een knuffel. Het ontroert me diep. Ik voel me zacht en ook zo sterk! Dit is mijn leven, zo is het gegaan en zo was en is het goed. Ik ben er en ik volg mijn hart. Ik leef!

Groot is mijn gevoel van opluchting wanneer mijn gevoel inhaakt op wat mijn hoofd al zo lang weet en ook zo vaak zegt. Ik doe het goed en ik ben sterk. Ik hoef het niet meer te zeggen of te denken. Ik kan het nu voelen in mijn lijf.

Plaatjes

De dag erna wordt nog een keer gecheckt hoe het er nu voor staat met mijn angst om verloren te gaan. De eerder door mijzelf uitgezochte afbeeldingen van de hel en de duivel, mijn triggers, worden erbij gepakt en ik kijk ernaar. Ik voel geen spanning meer. Het zijn zeer nare plaatjes, maar het raakt me emotioneel niet meer.

Ik sluit mijn ogen en haal een plaatje voor me, terwijl de EMDR piepjes in mijn oren klinken.

“Wat gaat er door je heen?”

Niet zoveel eigenlijk. Geen angst meer, wel wat verdriet om dat meisje dat zo bang was. Ik probeer te focussen op de angst. Ik zie het plaatje nu heel scherp voor me. Een afbeelding van mijn gezicht, vol wanhoop, in een desolate, brandende omgeving. Helemaal alleen.

En dan wordt het plaatje van 3D ineens 2D. Het valt me dan pas op dat ik naar iets plats zit te kijken. Er komt een deur in het plaatje en ik stap eruit. Ik kijk naar het plaatje, het zit in een boek en ik klap het boek dicht.

Mijn gevoel inspireert mijn fantasie moeiteloos tot deze voorstelling. Ik voel in mijn hele lijf de opluchting die mijn hoofd al kende: het was maar een verhaal. En het is niet MIJN verhaal!

Het klopt!

Alles wat ik tijdens de sessies heb beleefd en gevoeld, waren dingen die ik al jaren wist, maar die ik toch nog nooit zo heb gevoeld als nu.

Omdat ik wist dat ik niet bang hoefde te zijn, redeneerde ik de angst altijd weg, nog vóór ik hem goed en wel voelde. Dat kostte veel energie. Nu ik dwars door de angst heen ben gegaan, hoef ik mezelf niet steeds meer te vertellen dat ik niet bang hoef te zijn. Ik WEET dat al, ik VOEL dat!

Mijn lijf weet nu eindelijk wat mijn hoofd ook weet: ik ben veilig en ik ben sterk!

Ik volg mijn hart en dat klopt. Ik ben niet (eeuwig) dood, ik bruis van het LEVEN! 

 

Link naar mijn verslag (deel III) over de religiegerelateerde angst voor dominante mannen: >KLIK<


Op Dogmavrij kan je lekker gratis lezen zonder reclame of betaalmuur. Zo sluiten we niemand buiten. Neemt niet weg dat er – naast veel liefde – tijd en geld in deze website wordt gestoken. Heb jij misschien iets (gehad) aan de artikelen, de series, de steungroep of andere projecten? Zou je dan willen overwegen om dit werk te steunen? Dat kan via  http://petje.af/ingebosscha Dank je wel!

Mobiele versie afsluiten