Site pictogram Dogmavrij

Verzuild en vervreemd


“ Gij geheel anders, want gij hebt Christus leren kennen” (Efeze 4:20)
“Wij zijn wel in deze wereld, maar niet van deze wereld” (Johannes 15:19)

En zo was het. Wij waren een subcultuur met niet alleen een eigen kerk, maar ook met eigen scholen, een eigen krant, eigen politieke partij (GPV) en eigen politieke jongeren verenigingen. Je kon, als je dat zou willen, bijna elke dag van de week bezig zijn binnen eigen vertrouwde kring met de eigen vertrouwde leer. Catechisatie-onderwijs, jeugdvereniging, cursus evangelisatie, bidavond, gemeenteavond, koor, er werd van alles georganiseerd. Tja, zo kwam je nog eens ergens.

En wàt er ook speelde in de wereld of in je eigen leven, je kon altijd de dominee of de wijkouderling om advies vragen over hoe ‘wij’ hierover behoorden te denken. Hij kon vertellen wat de ‘bijbelse visie’ was op abortus, euthanasie, vreemdelingenbeleid, zorg, onderwijs, milieu, maar ook zeer persoonlijke dingen zoals of je wel of niet naar de bioscoop of een café mocht en of een jongen wel of niet voor het huwelijk al aan de borsten van zijn vriendin mocht zitten.

Je kon het zo gek niet bedenken of er was een preek over te maken. De actualiteit of het stukje ‘persoonlijk verhaal’ was overigens vaak niet meer dan een inleidend praatje voorafgaand aan een preek van ruim een half uur, waarin een leerstelling of bijbeltekst behandeld werd. Want daar ging het om.

Ons werd niet geleerd hoe wij moesten denken, maar wat.

Doordat de leer bepaalde dat er mensen ‘behouden’ zouden worden en mensen ‘verloren’ zouden gaan, was er feitelijk een indeling mogelijk. Voorzichtigheid was hierin wel geboden, want uiteindelijk zou God zelf bepalen wie waar terecht zou komen. We mochten niet oordelen. Maar we moesten wel op onze hoede zijn, want de duivel ging immers rond als een briesende leeuw, zoekende wie hij kon verslinden. (1 Petrus 5:8) Er waren twee machten actief in de wereld. God en de duivel. Elk mens hoorde óf bij God (maar dan moest je wel eerst het offer van Jezus Christus aanvaarden, en dus geloven dat je zondig was) óf bij de duivel.

Als klein meisje was ik al huiverig voor de ongelovige kinderen uit mijn straat. Ik wist dat ik voortdurend op mijn hoede moest zijn en was me ervan bewust dat er een strijd woedde tussen de twee machten. De duivel, die in hen woonde, kon mij in zijn greep krijgen en andersom kon de Heilige Geest, die in mij woonde, mij laten getuigen van mijn geloof en door Gods genade (het was nooit je eigen verdienste) konden dan deze kinderen ‘behouden’ worden. Bid en werk. Met hevige ernst heb ik deze opdracht serieus genomen.

Er was in mij altijd wel een soort angst en onrust aanwezig in de nabijheid van ‘ongelovigen’. Gelukkig kwam dit niet veel voor. Bij ons kwamen voornamelijk  ‘kerkmensen’ over de vloer en ook onze grote familie bestond vrijwel volledig uit mensen van hetzelfde geloof.
Zelf deed ik braaf en diep oprecht ‘belijdenis’ van dit geloof (soort ceremonie in de kerk waarmee ik lid in volle rechten en plichten werd), en trouwde vervolgens met een jongeman die ook weer hetzelfde gereformeerd vrijgemaakte geloof aanhing en die ik had ontmoet op een bijeenkomst van de gereformeerde politieke jongerenvereniging. Zoals dat gaat.

Ik vond het prettig om mensen die niet geloofden op een zekere afstand te houden. Dat voorkwam een hoop onrust. Tegelijk was er ook de bijbelse opdracht om te evangeliseren en dus volgde ik een evangelisatiecursus. De ongelovige medemens zou in erbarmelijke toestand verkeren en moest ervan overtuigd worden dat hij/zij redding nodig had! Ze waren immers zo hoogmoedig of naïef om te denken dat zij zichzelf wel konden redden. Op de één of andere manier voelde het altijd alsof wij ‘binnen’ waren en zij ‘buiten’.

Pas toen ik uit dit geloof gestapt was, realiseerde ik mij hoe diep ingrijpend dit geloof mijn wereldbeeld had bepaald en hoe ik vast had gezeten in het zogenaamde ‘scheidingsdenken’. Ik kon mij pas verbonden voelen met elk willekeurig mens, overigens ook met de christenen, toen ik mij had ontdaan/bewust werd van de bril van dogma.

Voor mij een verademing!


Volgende onderwerp:

Religieus Trauma Syndroom

Terug naar het begin van de stukjes over een dogmatische opvoeding:

Dogmatische opvoeding


Mobiele versie afsluiten