Site pictogram Dogmavrij

Ik mocht niet lesbisch zijn (gastblog!)

Gastblog van Floor.

Waar moet ik beginnen? Misschien toen ik van de vrijgemaakte lagere school op de (weliswaar christelijke, maar toch een grote cultuurshock veroorzakende) mavo belandde? Voor het feit dat ik niet naar een nog strenger christelijke mavo hoefde (het enige alternatief in de buurt) ben ik mijn moeder tot op de dag van vandaag dankbaar. Dan had ik dagelijks in een rokje gemoeten, met biologieboeken waar de tekeningen uitgeknipt waren en in een nog strengere mal dan waarin ik op de basisschool zat. Ik denk dat mijn moeder wist dat de school en ik elkaar niet zouden uithouden.

Ik kwam vanonder een steen

Maar dat neemt niet weg dat ik ook op de christelijke mavo, tussen alleen maar ongelovigen die naar de hel zouden gaan, dagelijks heb afgezien. Ik wilde niet opvallen (puber!) maar wist van toeten noch blazen, kende geen (pop)muziek, wist niet hoe ik vrienden moest maken, wat voor kleding hip was en was qua films blijven steken bij ‘The sound of music’. Ik kwam vanonder een steen en ik hoorde nergens bij. Ik probeerde uit te zoeken hoe het hoorde (om er pas jaren later achter te komen dat dingen niet op een bepaalde manier horen en dat het prima is om iets mooi te vinden wat een ander helemaal niet mooi vindt) en voelde me heel lang bang en alleen. Daar was ik me toen overigens niet echt van bewust, ik was aan het overleven.

Na het weekend werd ik wel eens gepest als iemand me op zondag in een rok had zien lopen. Klassen werden toen ingedeeld op het ‘dorp van herkomst’, hetgeen in mijn geval betekende dat al mijn klasgenoten wisten dat ik rokjes haatte. Ik klom geregeld in bomen om een mooie hut te maken, zat op voetbal en vrijwillig was ik niet in een rokje of een jurk te krijgen. Mijn klasgenoten wisten dat wij griffo’s waren, want ik woonde wel in het dorp, maar wij waren naar een andere basisschool in een andere stad gegaan.

Ik was geen typisch pest-slachtoffer, ik was veel te weerbaar: rap van de tongriem gesneden, slimmer dan de meesten en ik had toen al best wat zelfvertrouwen. Of althans, aan mij was niet te zien dat ik eigenlijk een heel bang en eenzaam meisje was dat geen benul had van de meest normale zaken. Dus dat pesten hield op, ze vonden het denk ik niet zo leuk om te doen. Eén keer heb ik op zondag in het dorp een jongen gevraagd of hij me de volgende dag zou gaan pesten met de rok die hij me op dat moment zag dragen. Ik heb er nooit meer iets over gehoord.

 

Miskend en onderschat

Ik denk wel dat het feit dat ik er nooit bij hoorde, er toe heeft geleid dat ik een nieuwe start wilde. Ik zorgde dat ik bleef zitten in mavo 3. Op mijn eerste rapport stond ik voor twee vakken een twee en toen wist ik dat ik dat jaar niets meer zou uitvoeren. Zonder al die leeftijdsgenootjes uit mijn eigen dorp werd het op school een stuk meer ontspannen. Dat ik vervolgens met twee vingers in mijn neus door de mavo rolde, kwam omdat ik daar in de eerste plaats al helemaal nooit had moeten belanden. Het was voor mij beter geweest als ik naar de havo was gegaan, dan werd ik tenminste nog een beetje uitgedaagd.

Maar dat advies kreeg ik niet, omdat het schoolhoofd van de basisschool daar tegen was. Mijn moeder heeft voor de havo gepleit, maar ze kreeg het niet voor elkaar. Op de basisschool zat ik alleen maar te lezen. Ik raffelde al mijn werk (en mijn repetities) af om weer verder te verdwalen in de fantasiewereld van mijn boeken. Mijn cijfers waren daardoor misschien niet hoog genoeg. Onbegrijpelijk blijft het wel, want ik heb vervolgens zonder veel moeite de havo en het vwo er achteraan gedaan. De universiteit overigens ook en dat ik niet gepromoveerd ben, heeft er meer mee te maken dat me dat niet trekt dan dat ik het niet zou kunnen.

 

En nog lesbisch ook!

In de tussentijd kwam ik er ook achter dat ik lesbisch was, al is dat besef nooit zo direct gekomen. Het mocht niet en het kon niet, dus ik duwde het lang weg. Omdat ik op voetbal mocht (dankzij mijn moeder, mijn vader was absoluut tegen) leerde ik daar wat lesbische meiden kennen, al was het ook daar erg verborgen aanwezig. Er werd niet openlijk over gepraat, maar het fascineerde me mateloos. Na verloop van tijd moest ik voor mezelf toegeven dat ik naar die meiden toetrok en dat ik bij hen wilde zijn.

Ik was stiekem verliefd op een lerares (al kon ik dat toen niet duiden. Ik wist ook niet dat dat wat ik voor vrouwen voelde, hetzelfde was als wat andere meisjes voor een jongen voelden) en ik wilde altijd vrienden worden met het mooiste meisje van de klas. Het fascineerde me dat er meer mensen waren zoals ik en dat het mogelijk was om een relatie met een vrouw te hebben, heeft me veel te denken gegeven. Alles gebeurde in mijn hoofd. Ik ontmoette daar een teamgenootje waar ik een hele goede klik mee had (en nog steeds heb). Ze is tien jaar ouder, had een relatie met een vrouw en heeft mij heeeeeel indirect en met veel geduld, begrip en humor geholpen om mezelf te leren kennen. Het heeft wel twee jaar geduurd voordat ik naar haar durfde toe te geven dat ik lesbisch was. Zij wist dat natuurlijk al lang.

 

Scheiding in mijn hoofd

Er ontstond een soort scheiding in mijn hoofd: de gelovige ik bestond naast de lesbische ik, denk ik. Die twee werelden ontmoetten elkaar lang niet. Maar ook in dat geloof rafelde er van alles. Ik vond het onlogisch dat iedereen die niet van de vrijgemaakte kerk was naar de hel ging: wat dan met alle mensen die voor 1944 al hadden geleefd? Het leek me eigenlijk ook veel gezelliger in de hel, want met niet-gelovigen kon ik vaak ontzettend lachen. En god in de hemel lof toezingen leek me retesaai, laat staan tot in de eeuwigheid! Ik wilde liever voetballen, maar mocht dat wel in de hemel?

Dat waren dan weer veel te banale dingen om te denken, geen goede christen zou dat soort dingen ooit belangrijk vinden, toch? Maar een god die mij in de hel stopte, op hetzelfde ‘strafbankje’ als iemand als Hitler, vond ik ook weer vrij problematisch: hoe kun je de holocaust etc van Hitler nu op dezelfde schaal zetten als mijn lesbisch zijn? Wie deed ik daar nu eigenlijk kwaad mee? Zo’n god was niet mijn god, al duurde het lang voor ik zulke dingen durfde te denken zonder angst, laat staan uitspreken.

 

Waren het demonen?

Toen gingen ook mijn ouders scheiden: dat mocht volgens mijn moeder overigens wel, maar lesbisch zijn absoluut niet (hoezo hypocriet?) en kreeg ik nog meer twijfels. Ik heb me suf gebeden om verliefd te worden op een jongen/man, maar dat gebeurde nooit.

Ik heb enorm in de knoop gezeten vanwege de strijd tussen mijn gevoel en mijn geloof. Ik kreeg nachtmerries waarin het altijd draaide om het maken van de juiste keuze. Mij werd verteld dat ik werd ‘aangevallen door demonen’ omdat ik leefde zoals ik deed (ik woonde inmiddels samen met een vrouw). Ik was bezeten, ik was god kwijtgeraakt omdat ik niet hard genoeg zocht. Omdat ik omging met mensen waar ik niet mee om mocht gaan.

Ik kreeg hulp van een dominee (niet vrijgemaakt) toen ik vastliep tijdens mijn studie en depressief thuis zat, maar wie weet was zij wel door de duivel gezonden? Moest ik dan maar alleen blijven en mijn kruis dragen? Mensen gingen voor me bidden, ik kon genezen worden, maar diep in mijn hart wilde ik dat helemaal niet. Toen ik mijn moeder de optie voorlegde dat zij na hard bidden misschien over een paar jaar dan ook lesbisch kon zijn, sprak de afschuw op haar gezicht boekdelen. Maar voor mij was het net zo onwaarschijnlijk om voor een man te voelen wat ik voor vrouwen voelde. Ik kon me er niets bij voorstellen.

Ik kon ook niet accepteren dat de volmaakte god een ‘foutje’ had gemaakt toen hij mij lesbisch maakte en dat ik daar dan vervolgens mijn hele leven voor moest bloeden. Ik heb er flink mee geworsteld, het waren gecompliceerde tijden. Ik kan het me gelukkig nog maar slecht voorstellen, maar het vrat me op.

 

De ongeloofwaardigheid van het geloof

Uiteindelijk ben ik naar een grote stad verhuisd om te studeren en geleidelijk aan verdween het geloof meer en meer op de achtergrond. Op de universiteit leerde ik van het bestaan van psychologische processen die ik (denker en analyticus) kon toepassen op mijn eigen verleden. Maar vooral de rationele manier waarop onderzoek wordt gedaan, het logisch redeneren maakte dat mijn geloof steeds meer iets werd van het verleden. Het werd steeds minder geloofwaardig, om maar in de terminologie te blijven.

Ik kan het moment nog heel scherp voor de geest halen dat ik me voor het eerst realiseerde dat ik er ‘vanaf’ was. Een vriendin vroeg me, toen ik haar vertelde over mijn streng christelijke jeugd, of ik nu nog steeds in god geloofde. Ik antwoordde gedachteloos: het doet er geloof ik niet meer zo toe, ik vind het niet meer belangrijk. Terwijl ik het zei, kwam het binnen en het gaf me lucht. Het was niet meer belangrijk. Daarmee had ik mijn vrijheid gevonden en was ik van het grootste deel van mijn twijfels en mijn angsten af.

 

Een nieuw leven

Af en toe vind ik in de krochten van mezelf soms nog restjes waarvan ik het bestaan niet meer vermoedde, of een overtuiging die bij nader beschouwing niet van mij is, maar het gevolg is van stevige indoctrinatie. Die pak ik eruit, ik bekijk ze goed en ik plaats ze daar waar ze horen: in het hoekje met jeugdherinneringen.

Van de onzekere, bange ik van 20 jaar geleden is weinig meer over, ik kan me bij het schrijven van deze tekst ook weinig meer voorstellen van die existentiële onzekerheid en angst. Soms heb ik het gevoel dat het de jeugd van iemand anders was.

Ik heb een lange reis afgelegd, vol twijfels, veroordeling, onbekendheid met de wereld aan de andere kant van het hek, een grote angst voor dwaalsporen en het verlies van geloof (eigen schuld, had je je maar aan de regels moeten houden!). Met eenzaamheid en in het begin ook onvermogen om vrienden te maken, om grenzen te stellen en om aan mezelf te denken. Maar ook met bijzondere mensen op cruciale momenten die mij steeds met veel geduld, liefde en soms ook confrontatie hebben geholpen om mezelf te vinden.

Ik ben een hele overzichtelijke wereld kwijtgeraakt, waar ik soms nog steeds een gevoel van verlies om kan ervaren, want die zwart-witte, duidelijke en ongenuanceerde wereld van vroeger bleek helemaal niet te bestaan.. Mij werd een sprookje wijsgemaakt.

Floor

 

 

Ben je geraakt door deze gastblog? Wil je reageren? Je kunt je reactie plaatsen onder dit bericht (even omlaag scrollen). LET OP: Opbouwende, verbindende en steunende reacties zijn zeer welkom, kritiek en felle discussies worden niet geplaatst of verwijderd. Gastbloggers op Dogma-vrij wordt op deze manier een beschermde omgeving geboden om hun verhaal te vertellen.

Mobiele versie afsluiten