Site pictogram Dogmavrij

Religie, steunend of storend?

Vrijwel mijn hele leven word ik geconfronteerd met verschil van inzicht tussen gelovigen en anders-, ex- of ongelovigen. Waar de één religie ervaart als steunend, ervaart de ander dit als storend. De één zegt niet zonder religie te kunnen, terwijl de ander zou willen dat er geen enkele vorm van religie meer bestond. Elke keer wanneer deze verschillen – en hoe we daarmee omgaan – voor verwijten en verwijdering zorgen, voel ik onmacht en verdriet. Vroeger, vanaf de ene plek, en later vanaf andere plekken, betrof dit verdriet vooral het feit dat de ander het maar niet inzag. De laatste jaren betreft dit verdriet vooral het feit dat dit verschil van inzicht zoveel pijn veroorzaakt bij alle betrokkenen.

Door mijn bril bezien bestaat er geen wezenlijk verschil tussen gelovigen en ongelovigen.

 

Dat lijkt voor sommigen misschien raar, daarom zal ik proberen dit uit te leggen. Ik doe dat aan de hand van een vergelijking, waarmee ik tegelijk ook een bijdrage hoop te leveren aan het verkleinen van de kloof die er lijkt te bestaan tussen gelovigen en niet-(meer-) (hetzelfde-) gelovigen.

 

Steunend

Religie is als de voice-over bij een natuurfilm. Een stem die ons als kijker uitnodigt om verder te kijken dan wat op het eerste oog te zien is. Een stem die spreekt over oorsprong, reden en achtergrond van de wonderlijke wereld die we te zien krijgen. Een stem die de belangrijkste verhaallijn verduidelijkt. En een stem die voor velen onmisbaar is en waarde geeft – of in elk geval waarde toevoegt – aan het kijken naar de natuurfilm.

Ik vermoed dat er heel veel mensen zijn die zonder deze ‘voice-over’ nooit zo geïnteresseerd waren geraakt in de diepere lagen van de natuur – of van het leven – als ze nu zijn.

 

Tegelijkertijd zijn er ook mensen die deze duiding bij de film als storend ervaren. Er kunnen vele oorzaken voor zijn waarom de één iets als steunend ervaart, terwijl dit voor de ander juist storend is. Het ligt er misschien aan wat je gewend bent of geleerd hebt, hoe je karakter is, in welke levensfase je je bevindt, wat je behoeften zijn, etc..

 

Storend

Ik keek laatst een natuurfilm zonder voice-over en ik merkte dat ik dit een verademing vond. Juist het feit dat er niets werd uitgelegd ervoer ik als weldadig. Ik ben iemand die voor elke mogelijke verklaring met gemak tien andere verklaringen kan bedenken – en ook bedenkt – om me vervolgens af te vragen waarom uitgerekend die ene verklaring ‘waar’ zou zijn. In mijn beleving is er zoveel misplaatste stelligheid en zijn er zoveel (onbewuste) aannames, dat we geen recht doen aan wat is. Ik verbaas en irriteer me over het gemak waarmee bijvoorbeeld gezegd wordt dat dieren niet kunnen denken. Hoe weten we dat? “Dieren hebben kleinere hersenen dan mensen”, wordt er dan gezegd. Of: “Dieren hebben minder hersenactiviteit.” Nou en? Misschien kunnen dieren ook met hun nieren denken? Misschien hebben wij niet de geschikte meetapparatuur voor het denkvermogen van dieren? Misschien doen dieren iets veel intelligenters dan denken?

Ik schreef eens in een blog het volgende:

“En hier zien we de zeldzame oeloeboeloe vis het paringsritueel uitvoeren. Eerst lokt het vrouwtje met een gele vloeistof uit haar bek het mannetje dat vervolgens in staat van opwinding komt.”

Hoe weten we dat nou? Misschien denken we alleen maar dat de oeloeboeloes op die manier paren en blijkt na jaren ineens dat het per ongeluk heel iets anders was. Dat de vrouwtjes last hadden van het lozen van gifstoffen een eindje verderop en daarom gewoon steeds moesten kotsen. En dat die vermeende staat van opwinding bij de mannetjes alleen maar nieuwsgierigheid bleek te zijn. Of leedvermaak. (En dat vissen dat dan blijken te kunnen ervaren.) Hoe kunnen we nou weten of dieren aan het spelen of aan het vechten zijn en of ze krijsen van pijn of om een andere reden? We kunnen toch alleen maar met ons mensenbrilletje kijken?

bron 

Het moge duidelijk zijn dat ik een voice-over bij natuurfilms juist als storend ervaar.

 

Het meest wezenlijke

Ik heb de indruk dat het bij gesprekken over religie van belang lijkt te zijn wie er met en wie er zonder ‘voice-over’ kijkt. Wie er met en wie er zonder goddelijk gezag, Bijbel of kerk leeft. Wie er binnen is en wie buiten. Degenen die de ‘voice-over’ als steunend ervaren, maken zich vaak zorgen om degenen die het liever zonder doen. Ze menen dat daardoor het meest wezenlijke verloren gaat. Dat het kind met het badwater wordt weggegooid of dat nu net die ene juiste verhaallijn aan de kant gedrukt wordt. (Er zijn er zelfs die strijden over wat die beste verhaallijn precies zou zijn, maar dat is weer een heel ander verhaal…)

En ja, er zijn inderdaad mensen die geen klap om de natuur of natuurfilms geven en er daarom niet (meer) naar kijken, voice-over of niet. Het zal hen een worst zijn, want ze kijken liever een actiefilm of een romantische komedie.
Maar niet zelden is het juist een enorme passie en liefde tot de ‘Natuur’ die maakt dat men zich ontdoet van de ‘voice-over’.

Men wil het meest wezenlijke juist behouden/vinden!

 

Verhalen en interpretaties

Vanuit de ‘voice-over’ liefhebbers kan er onbegrip en veroordeling heersen naar degenen die liever zonder ‘voice-over’ naar de natuur kijken.

Tegelijk zijn er onder die laatste groep ook personen die menen dat ze eindelijk ‘volwassen’ zijn geworden (in tegenstelling tot die -zogenaamd- naïeve ‘voice-over-gelovigen’). “Ik heb die onzin niet meer nodig, ik kan nu voor mezelf denken”, zeggen ze dan. (Kijk eens mama, zonder handjes!) En ik begrijp dat wel, voor mij voelt het soms ook zo. Alsof je jezelf steeds verder ontwikkelt naar.. ja, naar volwassenheid inderdaad, iets met groei. Maar tegelijkertijd is dat natuurlijk ook maar een verhaal. Mensen die nooit natuurfilms met een voice-over hebben gezien en er op latere leeftijd mee kennismaken, kunnen met net zoveel recht de indruk hebben dat ze een enorme stap voorwaarts hebben gemaakt.

Het verhaal dat je (over) jezelf (en anderen) vertelt, heeft te maken met waar je vandaan komt, wat je denkt dat de bedoeling is, en waar je naar onderweg denkt te zijn.

Bovendien is het ook niet zo, dat liefhebbers van een ‘voice-over’ per definitie ‘goedgelovig’ zouden zijn. Ook onder hen zijn er die beseffen dat een ‘voice-over’ beperkt is en dat je zorgvuldig met de duiding moet omgaan. En trouwens, degenen die vinden dat hun ‘voice-over’ niet beperkt, maar juist volmaakt is, kunnen evengoed zorgvuldig zijn!

 

Veranderingen

Als ik mijn eigen geschiedenis met religie bekijk, dan groeide ik op in een groepering waarbinnen het van groot belang was dat je naar de juiste ‘voice-over’ luisterde. Ik leerde niet alleen alle andere ‘voice-overs’ afwijzen, maar ook alle mensen die daarnaar luisterden of die zelfs meenden het zonder ‘voice-over’ te kunnen stellen. Een beetje leunen op hun eigen inzichten. De arrogantie! Waar haalden ze het gore lef vandaan.

Toch hoorde ik later in mijn leven steeds vaker totaal andere ‘film- (of levens-)begeleidende stemmen’, met net zoveel overtuiging gebracht. Geluiden die me bij nader inzien toch minstens net zo goed leken als de stem waarmee ik vertrouwd was geraakt. Daarop volgde de voor mij onvermijdelijke periode waarin ik koortsachtig zocht naar wat nou de béste ‘voice-over’ was.

Moe van de strijd en beseffend dat ik het antwoord nooit zou weten, zocht ik uiteindelijk steeds vaker naar natuurfilms zonder begeleidend gepraat. Maar het duurde niet lang of zelfs dàt ging me tegenstaan. Door gebruik van muziek, geluidseffecten en ook door de montage, werd toch weer de suggestie gewekt van een bepaalde verhaallijn. Alsof er steeds iemand tussen mij en de ‘Natuur’ ging zitten.

Ik besloot de tv uit te zetten. 

 

En een tijd lang dacht ik dat ik zonder ‘natuurfilms’ niet langer betekenisvol kon leven. Tot ik me realiseerde dat er aan de ‘Natuur’ niets was veranderd. Als ik naar buiten (of naar binnen?) liep, stond ik er middenin. 

Ik realiseerde me dat het misschien wel niets uitmaakt of je nou met of zonder ‘voice-over’ naar de natuur kijkt, of misschien zelfs wel helemaal niet ermee bezig bent, we zijn – hoe dan ook – allemaal deel van diezelfde natuur.

 

Spreekrecht

Voor sommige mensen is het belangrijk om aan bepaalde stemmen extra gezag toe te kennen. Ik bedoel nu niet alleen de ‘voice-over’, maar ook bijvoorbeeld de verhalen van de Bijbel. De Bijbel is een boek waarvoor hetzelfde geldt als voor religie: je kunt dit ervaren als steunend, maar ook als storend. De Bijbel behandelt thema’s als geboorte, dood en opstanding. Thema’s die in elk mensenleven voorkomen. Elk jaar begeleiden de christelijke feestdagen ons bij een reis langs deze thema’s. Mooie symboliek waarbij we worden uitgenodigd om dieper in onszelf en de ander te kijken. Voor sommigen net zo steunend en inspirerend als de voice-over bij een natuurfilm.

En omdat sommigen aan de verhalen uit de Bijbel extra spreekrecht toekennen, luisteren ze ook extra goed naar wat mensen als Job, Petrus en Ruth te zeggen hebben. Doordat het in de Bijbel staat, vragen ze zich af wat er met de verhalen wordt bedoeld, wat er door de hoofdpersoon heenging en wat dit vandaag voor de lezer/luisteraar betekent. Dit kan steunend zijn voor het ontwikkelen van waarden als compassie, geduld en naastenliefde.

 

Er zijn ook mensen die datzelfde doen met de verhalen van hun buren, collega’s en vrienden. Die goed luisteren en zich afvragen wat de persoon achter de woorden bedoelt te zeggen en die de verantwoordelijkheid nemen voor wat dit met hen doet.

Het is dus niet zo dat je alleen maar goed kunt luisteren als je in de Bijbel leest en dat je ‘ongehoorzaam’ of ‘egocentrisch’ bent wanneer je dit niet doet. Ook is het niet zo dat je alleen maar met wezenlijke, betekenisvolle of diepere zaken, normen en waarden bezig bent, wanneer je jezelf tot de gelovigen rekent. Bijbellezers en niet-Bijbellezers, gelovigen en niet (meer) gelovigen zijn gelijk. Dat de één socialer of filosofischer is dan de ander, heeft niets met religie te maken. Gelovigen onderling kunnen net zoveel van elkaar verschillen als ongelovigen onderling. En tussen beide groepen is misschien niet eens zoveel verschil als we denken.

Als we leren verdragen dat de één graag van iemand anders hoort hoe het zit en dat de ander liever zelf op ontdekkingsreis gaat, als we van elkaar (h)erkennen dat we alleen maar proberen te leven zoals wij denken dat goed is, dan zien we steeds beter het goede in elkaar. Dan zitten onze ‘broeders’ en ‘zusters’ niet langer meer alleen in onze eigen groepering, maar ook daarbuiten. Dan vervagen de grenzen tussen ‘binnen’ en ‘buiten’.

De grens ligt niet bij de kerkdeur of in de boekenkast. De grens ligt ook niet bij onze voorkeur voor of afkeur van een ‘voice-over’.

Misschien is de enige grens die ons van elkaar scheidt een denkbeeldige.

Mobiele versie afsluiten