Site pictogram Dogmavrij

Je moet gewoon niet zo zeiken!

 

Eigenlijk wilde ik dit stukje beginnen met een knetterende vloek, maar dat zou sommige mensen kunnen schokken of zelfs kwetsen. En dat is precies waar ik het over wil hebben.

Niet iedereen voelt zich oké wanneer er gevloekt wordt. Voor sommigen is dat puur een kwestie van smaak, voor anderen is het meer. Zij zouden nooit vloeken omdat hun geweten hen dat verbiedt. Dat maakt dat zij een beperking hebben in verbale bewegingsvrijheid.

We zijn niet gelijk. We verschillen in gewetensontwikkeling, in gevoeligheid, in intelligentie en in fysieke, financiële, culturele en sociale mogelijkheden.

 

Allergie

Een kleuter met pinda-allergie heeft minder mogelijkheden dan zijn klasgenootjes. Maar afhankelijk van de ernst van de allergie wordt aan zijn klasgenootjes gevraagd hier rekening mee te houden. Kinderen doen dat graag en fanatiek. Ze vinden het heel normaal om iets te doen of te laten voor het welzijn van een vriendje. “Nee mama, ik mag geen pindakaas mee, want daar is Daan allergisch voor!” En ze houden toezicht op elkaar, om toch vooral te voorkomen dat Daan geconfronteerd zal worden met waar hij niet tegen kan.

Mensen die het snelst allergisch reageren zijn kwetsbaarder. Dat geldt ook voor mensen die op sociaal-emotioneel of cultureel gebied gevoeligheden hebben. Of mensen van wie het geweten snel spreekt. Omdat zij eerder bij hun grenzen komen, zijn zij in die zin beperkt. Of omdat zij een ongelijke startpositie hebben, hebben ze een achterstand.

Mensen met een beperking hebben begrip en zorg vanuit de omgeving nodig. Mensen met een achterstand verdienen steun en rechtvaardigheid. Niemand zou gedwongen mogen worden over de eigen grenzen of tegen het eigen geweten in te gaan.

 

Zeikerd

Wanneer een ‘mens met een beperking’ vraagt ergens rekening mee te houden, ervaren sommigen dat als irritant. Wanneer we zelf geen probleem zien, lijkt de ander al gauw een zeikerd.

“Hoezo geen noten op mijn verjaardagsfeestje? Als je er niet tegen kunt, kom je maar niet!”

Maar juist wanneer we de ander niet begrijpen, zouden we moeten inbinden. Wij zijn op dit vlak degenen die iets niet begrijpen, het woord is dus aan de ander! Laat degene met het probleem uitleggen wat het probleem is. Luister heel goed. Niet om uit te lachen of te veroordelen, maar puur om te begrijpen.

Voor kinderen is dat veel vanzelfsprekender dan voor volwassenen. Kinderen nemen gewoon aan dat iets zo is, ook wanneer dit volkomen nieuw voor hen is of wanneer dit een aanpassing van hen vraagt.

Volwassenen struikelen vaak meteen over hun enorme ego’s. Ze voelen zich aangevallen en beroofd van privileges en vrijheid.

 

 “Hoezo geen pindakaas? Jij bent toch niet allergisch? Dan moet Daan maar leren uitkijken! Wij bepalen zelf wel wat we op brood doen!”

 

“Hoezo niet vloeken? Ik bepaal zelf wel wat ik zeg!”

 

“Hoezo zwarte piet racistisch? Ik bepaal zelf wel hoe ik dat bedoel!”

 

Natuurlijk bepaal je zelf wat je op je brood doet, wat je zegt en hoe je het bedoelt. Maar je kunt ook zelf bepalen om daarin rekening te houden met de ander.

Het helpt echt niet om steeds maar te kijken naar wat het kost om rekening te houden met de ander.

Wat wel helpt is luisteren naar hoe het voor de ander is. Kijk eens wat het de ander kost! Realiseer je je vrijheid, mogelijkheden en privileges en gun de ander ook wat van jouw geluk.

 

Bestaansrecht

Er zijn zoveel mensen die boos worden als je op pijnlijke dingen wijst. Ze voelen zich aangevallen en schieten in de verdediging. “Houd toch op, je doet ons pijn!”

Nee. We doen jullie geen pijn. We wíjzen jullie op pijn. Pijn die er al was en die er zal blijven als niemand iets doet. Dit gaat niet om ons. Dit gaat niet om jullie. Jullie bedoelen het goed, dat weten we. Dit gaat om de stemmen die nu vaak nog zwak zijn of zwijgen, maar die wel degelijk bestaan en daarmee bestaansrecht hebben.

Een paar weken geleden interviewde ik Sylvana Simons. Ik herkende ontzettend veel in haar verhaal. De weerstand, de miskenning, maar ook de bezieling en de liefde.

Ik weet dat alleen al het noemen van haar naam tot veel verontwaardiging kan leiden. Ik hoop dat we aannames even kunnen laten voor wat ze zijn. En dat we eerst luisteren. Hier >KLIK< kan je lezen wat haar bezielt.

Ook ik leg de vinger op de zere plek. En daarmee stuit ik op weerstand. Mensen denken dat ik ‘anti’ ben, dat ik schop, kapot maak en hen aanval… Maar nee, ik probeer gewoon ruimte te maken voor verhalen die vaak onder het kleed geschoven worden, om daar vervolgens over in gesprek te gaan.

Ik weet dat ik vecht voor zaken die zowel gelovigen als ongelovigen ten goede komen. Als er meer aandacht en begrip komt voor de kwetsbaarheid van individuen, zullen groepsculturen gezonder worden. Of deze groep nou de kerk of de maatschappij is, dat maakt voor mij niets uit.

 

Mobiele versie afsluiten