Zeg niet te snel: “Ik zal voor je bidden.”

“Ik zal voor je bidden” is een uitspraak waarmee we elkaar onder andere duidelijk maken dat we ook op andere momenten aan de ander denken, hem/hen/haar het beste gunnen en onderstrepen dat de ander geborgen is in eeuwige armen/Liefde/God. Het is het minste wat we kunnen doen en tegelijkertijd wordt het ervaren als het meeste dat we voor een ander kunnen doen. Dat is ook de reden dat velen het bemoedigend en verbindend vinden wanneer iemand laat weten voor hen te bidden. Toch leidt de uitspraak “ik zal voor je bidden” soms ook tot het tegenovergestelde en voelt iemand zich er juist miskend door. Als coach voor kerkverlaters krijg ik regelmatig te maken met mensen die serieus last hebben van deze over het algemeen toch zeer goed bedoelde uitspraak. Wanneer kan je beter niet zeggen dat je voor iemand bidt? 

Vooropgesteld: ieder is (gelukkig!) volledig vrij om te bidden wat en wanneer je maar wilt. En ieder is ook volledig vrij om hier met anderen over te spreken. Maar juist omdat de bedoelingen meestal zo goed zijn, is het helpend om te begrijpen wanneer “ik zal voor je bidden” averechts kan werken.  In dit artikel worden twee soorten situaties besproken waarin het beter kan zijn te zwijgen over het feit dat je voor iemand bidt.

1. Er is geen gezamenlijke wens

Iemand die ziek is en graag beter wil worden, zal er meestal – ook als niet (meer) gelovige – geen enkele moeite mee hebben om te horen dat er voor zijn/haar/x genezing gebeden wordt. Het is fijn wanneer anderen jouw wens delen en hier op hun eigen manier uitdrukking aan geven. En of iemand dit dan doet door een kaarsje te branden, positieve energie te sturen of door te bidden maakt dan over het algemeen qua beleving weinig uit. De gezamenlijke wens maakt dat het goed voelt en goed doet.

Dit wordt anders wanneer er geen gezamenlijke wens is. Wanneer je zoon niet meer gelooft, is het begrijpelijk dat je daar – als gelovige – zorgen om hebt en juist voor hém bidt. Wanneer je dit echter naar hem uitspreekt, is dat hetzelfde als zeggen: “ik hoop dat je weer gaat geloven”. Dat mag je uiteraard hopen, maar dit uitspreken kan worden ervaren als een levensbeschouwelijke machtsstrijd. Het zou hetzelfde zijn wanneer de zoon zou zeggen: “ik hoop dat jullie ook eens stoppen met geloven”.

Het is volkomen normaal dat ouders en kinderen die eerst door dezelfde levensbeschouwelijke bril naar het leven en naar elkaar keken beiden verdriet ervaren omdat ze niet meer dezelfde inzichten en hetzelfde uitzicht hebben en beiden zouden willen dat de ander zou zien wat zij zien. Wanneer de zaken zo gevoelig liggen kan een uitspraak als “ik zal voor je bidden” een diep gevoel van miskenning geven, alsof iemands vrije keuze niet serieus wordt genomen en hem steeds weer bewust deze boodschap wordt gegeven: was (en/of deed) je maar anders! Er is groot verschil tussen dit in stilte hopen en dit hardop uitspreken. Dat laatste is niet helpend. 

2. Er is sprake van religie-allergie

Soms heeft iemand zóveel pijn geleden of lijdt iemand nog steeds zóveel pijn binnen de geloofsgemeenschap, dat er een soort beurse plek, wond of allergie is ontstaan. Dit kan op alles betrekking hebben dat hoort bij het geloofsleven, dus ook op het gebed. Aan de buitenkant is dit niet zichtbaar. Wees daarom sowieso voorzichtig met geloofsuitspraken als “ik zal voor je bidden”. Zeg dit niet te snel tegen iemand met wie je verder niet of nauwelijks over het geloof spreekt en/of die zelf niet of nauwelijks iets laat doorschemeren van zijn of haar geloofsleven. In dit soort gevallen kan het veel meer helpen om daar eens naar te vragen. Ruimte maken voor de beleving van de ander kan zoveel meer als betrokken en verbonden worden ervaren dan “ik zal voor je bidden”, wat vaak ook nog eens aan het eind van een gesprek wordt gezegd, haast bij wijze van – liefdevol bedoelde – afsluiting. Maar soms sluit je daarmee meer af dan je lief is. 

Klik hier om meer te lezen over het maken van ruimte voor iemand met (religie-)pijn.

Twee geschenken

Ik besef heel goed dat het pijnlijk kan zijn om voorzichtig te zijn met de uitspraak “ik zal voor je bidden”, vooral omdat je dit kunt ervaren als het beste dat je voor de ander kunt doen. Je kunt je onthand en verdrietig voelen bij het besef dat de geliefde geloofstaal niet voor iedereen helpend is. Dit kan zelfs een rouwproces veroorzaken. Toch is het niet zo dat je ‘het beste dat je voor de ander kunt doen’ nu niet meer kunt doen. Bidden kan je te allen tijde blijven doen.

Daarnáást is er de persoonlijke relatie die je met de ander hebt. Ook daarin kan je blijven investeren door ruimte te maken voor de (veranderde) beleving van de ander. De ander serieus nemen is een zeer kostbaar geschenk. Het is dus niet zo dat je wordt beperkt in het geven van ‘dat ene grote geschenk’ (gebed). Rekening houden met de ander biedt je juist de kans om een éxtra geschenk te geven.


Vond je dit artikel waardevol? Deel het dan gerust met iemand waarvan je denkt dat die er ook wat aan kan hebben. Openbaar delen (bv op social media) mag natuurlijk ook, graag zelfs! Je weet nooit wie je daarmee helpt. 🙂

Delen met bronvermelding en niet op een plek waar eerst ingelogd en/of betaald moet worden om dit te kunnen lezen. Mijn doel is namelijk dat dit soort informatie voor iedereen vrijblijvend beschikbaar is, zodat niemand ergens toe verplicht of buitengesloten wordt.


Op Dogmavrij kan je lekker gratis lezen zonder reclame of betaalmuur. Zo sluiten we niemand buiten. Neemt niet weg dat er – naast veel liefde – tijd en geld in deze website wordt gestoken. Heb jij misschien iets (gehad) aan de artikelen, de series, de steungroep of andere projecten? Zou je dan willen overwegen om dit werk te steunen? Dat kan via  http://petje.af/ingebosscha Dank je wel!

About Inge Bosscha

Aandachtig, openhartig, (zelf)kritisch en verbindend. Trainer, coach en inspirator. Deskundige op het gebied van (het loslaten van) aangeleerde religieuze dogma's en belemmerende overtuigingen.

Jouw reactie kan anderen tot steun zijn.