Site pictogram Dogmavrij

Religieus kindermisbruik, een groot taboe

 

Het is de week tegen kindermishandeling. Een thema om bij stil te staan, want elk kind in de knel is er één teveel!  

Kindermishandeling gebeurt niet altijd bewust. Er zijn ouders bij wie pedagogische en/of psychologische inzichten niet of amper aanwezig zijn.

Sommige ouders zijn als kind zelf mishandeld en hebben normaal leren vinden wat schadelijk is.

 Toch mag iedereen kiezen voor (een) kind(eren) en volgens de eigen (misvormde) inzichten opvoeden. Slechts bij ernstige en aantoonbare misstanden wordt ingegrepen. 

Veel leed blijft onzichtbaar.

 

In dit artikel wil ik stil staan bij een vorm van kindermishandeling die niet alleen onzichtbaar, maar ook maatschappelijk geaccepteerd lijkt te zijn. Ik wil het hebben over religieus kindermisbruik in de vorm van indoctrinatie, geestelijke manipulatie en ‘het breken van de wil’. 

Dit is een vorm van geestelijke mishandeling waarvan de gevolgen zeer groot kunnen zijn. De impact van dit kindermisbruik wordt nog te vaak onderschat. Niet alleen door hulpverlenende instanties en de omgeving, maar ook door daders en slachtoffers.

 Vooraf eerst deze opmerking: dit artikel is niet bedoeld om gelovigen in een kwaad daglicht te plaatsen. Elke gelovige is anders en er zijn vele gelovige ouders die elke vorm van religieus kindermisbruik afwijzen en zelf niet in de praktijk brengen.

Het laatste dat ik wil is stellen dat een religieuze opvoeding per definitie kindermisbruik is.  

 Helaas zijn er ook nog steeds religieuze ouders die het normaal hebben leren vinden om hun kinderen te misvormen voor het leven. Ik vind dat we het daarover moeten hebben met elkaar. Gelovig of ongelovig, als het goed is willen we allemaal het beste voor onze kinderen. 

Wat dit ‘beste’ is, blijkt in de praktijk zeer moeilijk te bepalen. 

Religieus misbruik van kinderen

 
Bekend zijn de verhalen van seksueel misbruik binnen kerken, evenals het ’tuchtigen’ (fysiek mishandelen) van kinderen, denk bijvoorbeeld aan ‘de meppende dominee’, die het heel normaal en zelfs nuttig vond om zijn kinderen met een pollepel te slaan.
Minder bekend, en minder herkend als schadelijk, is het indoctrineren, manipuleren en het ‘breken van de wil’ van kinderen.
 

Onbewust, maar niet onschuldig

 
Binnen sommige kerkelijke groeperingen groeien al generaties lang onbewust geestelijk mishandelde kinderen op tot (onbewust) angstige volwassenen die op hun beurt hun kinderen in het keurslijf van religie proberen te krijgen, koste wat kost.
Angst voor de duivel, de hel en het kerkelijk gezag, evenals de vaak zeer strenge sociale controle binnen de groep, spelen daarin een grote rol.
 
Ouders die oprecht geloven dat hun kinderen voor eeuwig zullen branden in de hel wanneer zij niet op de juiste manier in ‘het offer van Jezus Christus’ geloven, leren hun kinderen wanhopig dat dit offer van levensbelang is.
Ze leren hun kinderen dat zij in- en inslecht zijn, geneigd tot alle kwaad, dat zelfs hun beste werken nog met ‘zonde’ bevlekt zijn en dat zij dringend gered moeten worden.
 
De kinderen wordt geleerd dat zij hun eigen gedachten en gevoelens moeten wantrouwen en negeren, omdat dit alles hen kan afleiden van de ‘waarheid’ die binnen de religieuze groepering wordt geleerd. Deze kinderen leren al jong zichzelf te wantrouwen en het gezag over hun leven bij anderen te leggen. Ze leren WAT ze moeten denken en niet HOE. Ze leren volgen en gehoorzamen en kunnen niet voor zichzelf opkomen, omdat ze nooit leerden ‘nee’ zeggen.
 
Ze leren loyaal te zijn aan de groep en niet aan zichzelf. Zo groeien ze op zonder bewust te ervaren dat sommige gewoontes binnen de groep schadelijk zijn voor het individu/henzelf. Ze leren, net als hun ouders, normaal te vinden wat pijn doet. Als er al beleving is van pijn, dan wordt dit vaak gezien als noodzakelijk kwaad en middel om dichter bij God te komen. (Meer ‘vrucht’ door ‘snoei’.) Ook wordt pijn vaak gelinkt met liefde. ‘Wie zijn zoon liefheeft, kastijdt hem’, wat maakt dat er een schadelijke (relationele) programmering kan ontstaan. 
 

Misdadig? 

Er zijn al jaren discussies over het religieus opvoeden van kinderen. Vooral over wat er fysiek met kinderen kan gebeuren wanneer zij door de ouders of gezagsdragers binnen de groepering geconfronteerd worden met religieuze tradities en rituelen.
Neem bijvoorbeeld de besnijdenis, waarvan tegenstanders zeggen dat dit kinderverminking is (>KLIK< voor link naar artikel) en
“dat ouders hun religieuze behoeften boven de lichamelijke integriteit van hun kind plaatsen.” (>KLIK< voor link naar artikel 2)
 Maar de andere kant is:

“Besnijdenis wordt niet uitgevoerd om te mishandelen, maar als onderdeel van een traditie. Rituelen zijn ook een kwestie van religie en cultuur, van zaken die ons maken tot wat we zijn.” Bron

Denk in dit verband bijvoorbeeld aan een inheemse stam, waar het gebruikelijk is om elk kind te voorzien van oorpiercings, tunnels en pluggen en deze met de jaren steeds verder op te rekken. Groepsgebruiken en rituelen vergroten de onderlinge samenhang in de groep, waar de mens als sociaal wezen afhankelijk van is. Is het plaatsen van zo’n earplug mishandeling of zou het juist mishandeling zijn wanneer een kind niet aan de groepsgebruiken mee mag doen?

Wat kindermishandeling precies is, ligt erg complex en heeft ook te maken met de culturele context en de kennis en inzichten die op dat moment de overhand hebben/beschikbaar zijn.

Is het misdadig om kinderen te vormen naar de eigen inzichten en de gebruiken van de eigen (sub)cultuur?

Maar welke ouder doet dat niet?

De angst regeert

Wat kunnen we doen voor deze kinderen? Ook dat ligt zeer complex. Zelfs al zouden religieuze scholen vanuit de wet verplicht worden om de kinderen bijvoorbeeld lessen aan te bieden door een filosofiedocent ‘van buiten’, dan kan men (vanuit de oprechte eigen angst) deze kinderen zo bang maken voor deze ‘verkeerde persoon’, dat de boodschap verstoten wordt en de angst voor de buitenwereld alleen maar toeneemt.

Waar angst regeert, begin je met gezond verstand niks.

Dwang leidt tot nog meer angst.

Kinderen bang maken wordt gezien als kindermishandeling.

Wanneer je tegen een kind zegt:

“Als je dit nog één keer doet, dan steek ik je in de fik”

, is dat geestelijke mishandeling.

Wanneer je zegt:

“Als je dit doet, dan moet je naar de hel”

, wordt dat niet gezien als mishandeling, maar als religieuze opvoeding.

Het effect op het kind is echter hetzelfde. 

Bewustzijn is nodig!

We MOETEN hier samen over praten. Religieuze ouders moeten zich bewust zijn van de problemen waar hun kinderen tegenaan kunnen lopen wanneer zij ‘in de wereld’ terecht komen waartegen in hun jeugd zo werd gewaarschuwd. Met de komst van tv en internet komt ‘de wereld’ steeds meer binnen, ook in de subculturen, en daarmee verkleint de kans dat een kind binnen de subcultuur blijft.

De problemen kunnen zeer ernstig zijn. Kinderen die geleerd hebben om het gezag over hun leven bij ‘de Ander’ te leggen, kunnen relationeel en seksueel zeer nare ervaringen opdoen. Een kind dat nooit leerde om de eigen gevoelens en gedachten serieus te nemen zal grote moeite hebben om zichzelf te handhaven in de maatschappij, waar het hebben van een eigen mening standaard is.

Er wordt steeds meer bekend over het Religieus Trauma Syndroom (>KLIK< voor link naar overzichtspagina met artikelen over dit onderwerp) waar kinderen die streng religieus werden opgevoed tot ver in de volwassenheid, soms zelfs het hele leven, aan kunnen lijden. De verschijnselen lijken op de klachten die horen bij een Posttraumatische Stressstoornis, alleen zijn ze (in oorsprong) religie gerelateerd.

Wanneer religieus opgevoede kinderen als volwassene aangeven getraumatiseerd te zijn en zich voor het leven verminkt voelen, dan vraagt dat onze aandacht. Ook maatschappelijk.

Ook al weten we misschien niet direct wat we kunnen doen om toekomstige slachtoffers te voorkomen, we moeten er in elk geval met elkaar over praten. We moeten ons ervan bewust zijn dat dit gebeurt. Nog steeds. Gewoon hier in Nederland.

 Week tegen kindermishandeling 14 t/m 20 november 2016. #IKKIJKNIETWEG
Mobiele versie afsluiten