Site pictogram Dogmavrij

Voordelen van een religieuze opvoeding

Toen ik werkte aan de 15-delige serie over aangeleerde, op religie gebaseerde, belemmerende overtuigingen, ging het me steeds meer tegenstaan dat ik alleen maar inzoomde op de negatieve gevolgen van een religieuze opvoeding. En het hielp daarbij niet dat ik tegen mezelf zei dat ik nou eenmaal de vinger op de zere plek leg, juist omdat ik deze dingen uit de taboesfeer wil halen. Ik begreep het nut heus wel, maar bleef het moeilijk vinden eenzijdig in te zoomen op het negatieve en het belastende. De laatste afleveringen kon ik alleen maken doordat ik mezelf inmiddels had beloofd ook nog iets te mogen zeggen over de positieve gevolgen van een religieuze opvoeding, zoals ik die nog altijd ervaar en zoals ik soms ook herken in de verhalen van anderen.

Alle afleveringen over negatieve gevolgen blijven onverminderd van kracht, maar met veel plezier voeg ik deze aflevering er nog aan toe, om daarmee recht te doen aan wat religieuze opvoeding óók kan zijn.

De verbanden die ik leg – en dat geldt uiteraard ook voor elk van de 15 afleveringen uit eerdergenoemde serie – lijken mij logisch, maar zijn niet wetenschappelijk aantoonbaar. De door mij benoemde gevolgen of overtuigingen kunnen net zo goed (deels) een andere oorzaak hebben of een combinatie van meerdere factoren zijn. Door in te zoomen op de dingen die lastig of fijn zijn en dit enkel in verband te brengen met een religieuze opvoeding, lijkt het misschien alsof ik wil suggereren dat alles uiteindelijk allemaal daardoor komt. Ik hoop niet dat die indruk is ontstaan. Ik wil alleen laten zien dat een bepaalde vorm van religieuze opvoeding bepaalde gevolgen zou kunnen hebben.

En dan nu – yeeeehaaaa! – een positief geluid over de religieuze opvoeding! 😀

Voordelen van een religieuze opvoeding

 

Veel uitdrukkingen en gezegden die we vandaag nog steeds gebruiken vinden hun oorsprong in de Bijbel. Het is een vorm van algemene ontwikkeling wanneer je daar iets vanaf weet. Bijbelkennis kan ook handig zijn bij het spelen van een quiz of bij het spel Triviant en de app Trivia Crack. Maar Bijbelkennis is zeker niet het enige voordeel van een religieuze opvoeding.

Gemeenschapszin

Soms denk ik met heimwee terug aan de christelijke gemeenschap waarin ik opgroeide. En ik weet inmiddels dat soortgelijke gevoelens bij meerdere ex-christenen voorkomen. Wat we dan missen? Een groep mensen in alle leeftijds- , inkomens- en beroepsgroepen, die fungeert als familie. ‘Broeders’ en ‘zusters’ waarbinnen een vanzelfsprekende verbondenheid heerst. Als tiener vond ik het volkomen normaal om pannetjes soep rond te brengen naar de zieken uit de gemeente, rolstoelen te duwen en boodschappen te doen. Omzien naar elkaar hoorde er gewoon bij. Je zag elkaar sowieso elke week in de kerk, maar vaak ook nog doordeweeks, bij allerlei kerkelijke activiteiten. Het was eenvoudig en vanzelfsprekend om met elkaar mee te leven in goede en slechte tijden en om bij elkaar te zijn tijdens doop-, trouw- en rouwdiensten. We kenden elkaars afkomst, familie, vreugde en verdriet.
Ik had het gevoel dat we allemaal, hoe verschillend we ook waren, in hetzelfde schuitje zaten. Allemaal zouden we op een dag voor Gods aangezicht staan en hadden we rekenschap af te leggen van onze daden en/of het ontbreken daarvan.

Dat gevoel van samen in hetzelfde schuitje zitten heb ik nog steeds. En ik vermoed dat de basis daarvan in mijn jeugd is gelegd. Hoewel ik de verbindende factor nu anders beleef, is het gevoel minstens net zo sterk en onvoorwaardelijk.

Ook vind ik het nog altijd volkomen normaal om voorbij het eigen belang en de eigen leeftijdsgroep te kijken. Het idee dat we met velen zijn en naar elkaar moeten omzien werd in mijn jeugd geplant.

Gericht op het hart

Schaamt u het evangelie niet, het gaat niet om het uiterlijk maar om het innerlijk, zoekt de dingen die boven zijn, bewaar je hart boven alles wat er te bewaren is; op allerlei manieren werd duidelijk gemaakt dat er belangrijkere zaken waren dan de zichtbare dingen. Dat het belangrijk was om ergens voor te staan en ergens voor te gaan. Zorg dat voor jou de haan niet drie maal hoeft te kraaien, zorg dat je het meest wezenlijke in je leven nooit zult verloochenen. Het geeft niet als mensen je zullen bespotten en uitlachen om waar jij werkelijk in gelooft. Ik merk nog steeds dat deze houding diep in mij verankerd ligt. Ik ben ook altijd gericht op de dingen achter de dingen.

Ik voel me niet prettig bij ‘zomaar wat doen’ zonder na te denken. Als ik weet dat er dieren moeten lijden om mijn eten, kan ik dat niet alleen ter kennisgeving aannemen, maar moet ik er iets mee. Het verhaal achter mijn eten, mijn kleding, mijn gevoelens, alles… Ik voel me verantwoordelijk en ben gewetensvol.

Ik zoek altijd naar die diepere laag, naar betekenis, motivatie en behoefte. Zoals ik vroeger leerde om mijn diepste zelf aan God toe te vertrouwen, om alles met mijn Schepper te bespreken, zo vertrouw ik mezelf nog altijd toe, zo volledig als ik ken en kan, aan het Leven en de Bron daarvan. IK BEN. Voor mij zijn dat de woorden waarmee ik een in mijn beleving heilige vorm van verbinding met het grotere geheel uitdruk. Het voelt ‘goddelijk’, omdat ik daar vroeger dat woord aan heb leren verbinden.

Maar omdat ik leerde voorbij de woorden te kijken, maakt het mij nu niet meer uit welke woorden en duiding ik of iemand anders geef(t) aan (de reden en oorsprong van) het bestaan en herken ik in zowel gelovigen als ongelovigen mijn broeders en zusters. Ik ben ervan overtuigd dat ik met deze levenshouding deels voortborduur op wat mij vroeger werd bijgebracht binnen mijn religieuze opvoeding.

Verwachten en verwonderen

Doordat ik leerde leven met het idee dat er wonderen gebeuren, zag ik ook overal wonderen. Als ik grieperig was en bad om genezing, voelde ik me wonderbaarlijk genezen wanneer ik na enkele dagen weer opknapte. Voor mij bestond de wereld en alles wat zich daarop afspeelde uit een opeenstapeling van wonderen.

Ik heb leren bidden en leren uitzien. Ik leerde het beste te hopen en verwachtingsvol te leven. God zou uiteindelijk alles goed maken en alle tranen van onze ogen wissen.

Ik leerde om onzichtbare personages als realiteit te beschouwen en deze zelfs te ervaren, waardoor ik mijn verbeeldingskracht sterk heb ontwikkeld.

Nog altijd heb ik een sterke verbeelding en veel fantasie en schep ik moeiteloos en met veel plezier vormen en composities die er nooit eerder waren. Ook zie ik de zinnen uit boeken als een film aan me voorbij gaan. Ik geniet daar enorm van en heb niks nodig om in een totaal andere wereld terecht te kunnen komen.

Ik vind het gewone, alledaagse nog altijd fascinerend en bijzonder, als was het een wonder. Voor mij is alles een wonder. Dat ik er ben. Dat jij er bent. Dat wij samen deze tijd en ruimte delen. Dat er nog veel meer soorten levende wezens zijn en hoe verschillend we allemaal zijn en hoe we tegelijk ook allemaal onszelf willen uitdrukken en willen leven en voortbestaan. Geluid is een wonder. Stilte is een wonder. Het leven ervaren, de toppen en de dalen, is een wonder. Ik weet niet precies meer of er nou wel of geen schepper zit achter dit alles. Maar ik maak me daar ook niet meer druk om. Het maakt niet uit welk verhaal ik mezelf vertel of wijsmaak, het is voor mij een feit dat ik alles als wonderlijk ervaar en er volop en dankbaar aan wil deelnemen.

Ik weet niet meer of er iemand luistert, maar ik weet wel dat ik mijn leven ervaar als een danklied.

Ik had geen andere opvoeding willen hebben

Ondanks alles en dankzij alles. Liefdevolle ouders waarschuwen je tegen de gevaren zoals die in hun beleving bestaan. Ze voeden je op met al hun aandacht, geduld en liefde. Ze investeren hun tijd, geld en energie om jou bij te brengen waarvan zij geloven dat het je goed zal doen. Ik had geen andere ouders willen hebben.

Natuurlijk heb ik daar wel vaak over gefantaseerd. Hoe zou ik geworden zijn als mijn ouders hippies waren geweest, of nudisten? Als er een totaal ander pedagogisch klimaat had geheerst thuis? Hoe zou ik zijn geweest als ik enig kind was of maar één of twee broertjes en/of zusjes had gehad? Ik vind het leuk om daarover te fantaseren, omdat het me bepaalt bij hoe vormend de omstandigheden van je jeugd kunnen zijn voor je karakterontwikkeling.

Maar tegelijk herken ik in die fictieve ouders mijn eigen ouders niet meer. En zou ik niet weten wie van mijn negen broertjes en zusjes ik dan zou moeten wegdenken. Zonder deze ouders en deze genen was ik er niet eens geweest. En zonder al deze ervaringen was ik niet de persoon geworden die ik nu geworden ben. Ik realiseer me dat precies in deze religieuze opvoeding de liefde van mijn ouders zit gestopt. En dat maakt dat ik na verloop van tijd diep in mijn wezen voel dat ik precies deze liefde van hen wilde ontvangen en ook de rest van mijn leven zal koesteren.

 

Meer lezen over de schatten van mijn jeugd? Voor platform De Zeeuwze schreef ik in 2016 enkele blogs, waaronder deze: https://zeeuwze.nl/actualiteiten/de-schatten-van-mijn-jeugd/

Mobiele versie afsluiten