
Dit is Ollie. Het scheelde niet veel of Ollie was er niet meer geweest. Hij was nog maar een week oud toen hij – ondanks warme kruikjes en flesjes – steeds meer afkoelde en afviel. De dierenarts gaf hem antibiotica, maar kon verder niks voor hem doen. “Houd hem warm onder je trui, tegen je huid, en bied hem elk half uur een slokje kittenmelk aan. Houd er rekening mee dat hij de ochtend niet haalt. Het is erop of eronder.”
Het werden lange, intense en vermoeiende uren. Maar tegen de tijd dat de zon opkwam, merkte ik dat het bundeltje kitten dat ik tussen m’n hand en m’n borst hield, rustiger en gelijkmatiger begon te ademen. En toen hij ook weer zelf wat melk uit zijn flesje zoog, kreeg ik goede moed dat hij het zou redden.
De weken daarop ging het met ups en downs steeds een beetje beter met Ollie. Hij was weliswaar de kleinste en deed sommige dingen wat onhandiger, maar ontwikkelde verder net als zijn twee zusjes.
Ollie had geluk. Dat besef ik heel goed. En tuurlijk waren het ook mijn inspanningen die hem in leven hielden, maar er zijn zoveel mensen die alles (zouden willen) doen om (een) leven(s) te redden. En we weten allemaal dat, ondanks intense liefde en toewijding, mensen en dieren komen te overlijden. Het is niet zo dat als je maar genoeg je best doet, alles mogelijk is.
Het leven is niet eerlijk. We verschillen vóór onze geboorte al in omstandigheden, beperkingen en kansen. En in de loop van onze levens kunnen de verschillen verder toenemen. We maken niet dezelfde dingen mee, we trekken niet dezelfde conclusies, we hebben niet hetzelfde draagvermogen, niet dezelfde fysieke, sociale, emotionele en verstandelijke vermogens en we kunnen niet leunen op dezelfde hulpbronnen.
‘Je best doen’ betekent voor sommigen dat ze de hele dag vechten om een paniek- of woedeaanval te voorkomen, dat ze zorgen dat er iets te eten is, dat ze niet de moed verliezen en dat ze blijven ademen.
Het lijkt misschien alsof deze enorme inspanningen niet leiden tot belangrijke resultaten, maar dat doen ze wel.
Als Ollie overleden was, had ik niet het door mij gewenste resultaat, maar waren mijn inspanningen zeker niet voor niets geweest. Ik had immers niet met mezelf kunnen leven als ik deze moeite niet had gedaan, ongeacht de afloop. Met mijn daden heb ik mezelf en mijn liefde voor het leven uitgedrukt.
Ik sta liever stil bij intenties, dan bij resultaten. Resultaten bieden hooguit een (veranderde) tussenpositie om intenties mee uit te drukken. Was Ollie overleden, had ik mijn liefde voor het leven evengoed kunnen uitdrukken, bijvoorbeeld door zorgvuldig om te gaan met zijn dode lijfje en door intens en voluit te rouwen.
Het kan altijd. Je kunt altijd jezelf uitdrukken, ongeacht de omstandigheden. Zelfs als je alleen maar op bed kunt liggen, dan nog doe je dat op jouw manier en heb je te maken met wat jij daarbij ervaart. Het is jouw uitdrukking van jouw leven.
Maar het valt niet mee om buiten de feestboot te vallen. Om geen (contact meer met) vrienden of familie te hebben en door niemand te worden uitgenodigd. Om te rouwen om (een) geliefde(n). Om je te ziek, leeg en verdrietig te voelen om ‘gezellig’ te kunnen doen. Om te lijden onder de chronische druk van bijvoorbeeld verborgen armoede, mantelzorg, handicap of eenzaamheid.
Je kunt je verdrietig, miskend en eenzaam voelen en deze gevoelens laten zich soms maar moeilijk wegdrukken. Maar misschien moet je dat ook niet proberen.
Er is niks mis met je gevoelens. Ze zijn van jou en je voelt ze met reden. Vaak drukken ze – enigszins gecodeerd – een drang of een wens om te leven uit. Daar is niks mis mee en dat hoeft niet gefikst te worden, maar is een normale reactie op (miskende) gevoelens.
We zitten zo vaak in ons hoofd, waar we van alles zitten te vinden van onszelf. We zijn jankerds, stellen ons aan, zitten in de slachtofferrol, tillen overal veel te zwaar aan, zijn overgevoelig en moeten gewoon eens gezellig doen.
Hoe zou het zijn als we het idee loslaten dat we (misschien in het bijzonder met kerst?) niet verdrietig mogen zijn? Dan gaan we weg bij die innerlijke critici, die ons maar al te graag in de tang houden. Dan gaan we weg uit ons hoofd en dalen we af uit de hoge, om stil te staan bij de rest van ons lichaam. Dáár spreken onze gevoelens. Dáár zijn wij. In die wirwar, in dat schamele, in die stal.
Dampend, warm en levend.
Als een pasgeboren kitten.
Op Dogmavrij kan je lekker gratis lezen zonder reclame of betaalmuur. Zo sluiten we niemand buiten. Neemt niet weg dat er – naast veel liefde – tijd en geld in deze website wordt gestoken. Heb jij misschien iets (gehad) aan de artikelen, de series, de steungroep of andere projecten? Zou je dan willen overwegen om dit werk te steunen? Dat kan via http://petje.af/ingebosscha Dank je wel!