Eigenlijk ben ik nog steeds dat diepgelovige meisje

“Hé Ing, hoe zit dat nou eigenlijk, ben je nou wel of niet gelovig?”

Pffff… Ik krijg altijd een beetje buikpijn van die vraag. Niet alleen vanwege bliksemsnelle associaties met “en gij, wie zegt gij dat Ik ben” en “wat dunkt u de Christus”, maar vooral vanwege het belang dat van mijn antwoord lijkt af te hangen.

“Ik kan er niet goed tegen wanneer iemand probeert te bepalen of ik ‘binnen’ ben of ‘buiten’. Voor mij bestaat er helemaal geen ‘binnen’ en ‘buiten’. Ik bèn.”

Misschien verbeeld ik het me, maar degene die deze vraag stelt, lijkt een bepaalde voorkeur te hebben, lijkt te hopen op een bepaald antwoord. Misschien om zeker te weten dat ik inderdaad ‘fout’ ben, misschien om gerustgesteld te worden dat ik toch nog aan ‘de goede kant’ zit. Misschien om alleen maar even te weten of hij mijn stukjes nou wel of niet oké mag vinden.

Schemergebied

Of ik nou in het hokje ‘gelovig’ of ‘ongelovig’ word geplaatst, ik voel de neiging om te pleiten voor het tegendeel. Het ligt er altijd maar net aan hoe men ‘geloven’ definieert en waarin ik verondersteld word te geloven.

Al jaren begeef ik mij in een soort schemergebied tussen ‘geloven’ en ‘niet geloven’. Ik doe vage uitspraken als: “ik vind het onwaarschijnlijk dat God bestaat, maar ik sluit het niet uit”, of: “ik denk wel dat er méér is, maar ik zou niet weten wat”. Ik houd alle opties open. Niet omdat ik niet wil of durf te kiezen, maar omdat ‘open houden’ voor mij het meest ‘eerlijk’ voelt. En aangezien ik een gevoelsmens ben, is dat gevoel voor mij doorslaggevend.

En soms dacht ik: ‘ja, vind je het gek dat het openhouden van de ‘er is meer’- optie het meest eerlijk voelt? Dat komt door je opvoeding! Dat is gewoon één of ander gereformeerd godsrestantje, dat vanzelf nog wel zal verdwijnen.’

Maar het verdwijnt niet. Sterker nog, ik ervaar mezelf als diepgelovige. Ik aarzel om dit te zeggen. Ik heb het als onrechtvaardig en misplaatst ervaren dat, toen ik mezelf profileerde als ‘afvallige’, er deuren voor me sloten, terwijl andere deuren voor me openden. En ik vermoed dat hetzelfde zal gebeuren wanneer ik mezelf neerzet als ‘gelovige’. Dan slaan er opnieuw deuren dicht, terwijl ergens anders juist weer deurtjes aarzelend op een kier komen te staan.

Waarom is het zo belangrijk om te weten of iemand tot de ‘schapen’ of tot de ‘bokken’ behoort? Dat zijn toch allemaal dieren? Net zoals wij allemaal mensen zijn.

Ik deins terug voor zekerheid. Tegelijk omarm ik de mens die zich daar prettig bij voelt en/of zich daaraan vastklampt. Ik herken en begrijp de behoefte, maar voor mij is die noodzaak verdwenen. En dat voelt vrij en fijn. Niet ‘beter’, ‘hoger’ of ‘verder’, maar anders, een andere manier van naar het leven kijken.

In dit schemergebied vind ik het heerlijk om de diepste behoeften van mensen te verkennen. Sommigen zoeken God. Ik hoop dat ze Hem zullen vinden in zo’n vorm dat ze Haar kunnen herkennen en omarmen. Anderen zoeken manieren om van God af te komen. Zij worstelen met God. Ik hoop dat zij Hem niet laten gaan voordat Zij hen heeft gezegend met innerlijke toestemming en vrijheid.

Vrijheid

Ik gun iedereen vrijheid om de overtuiging te kiezen die echt bij hem/haar past en die in de toekomst zo nodig ook weer mag veranderen. Zonder angst voor straf of verwerping.

Mijn website heet Dogmavrij. Niet omdat ik tegen dogma’s ben, maar omdat ik voor vrijheid ben. Vrijheid om zelf te bepalen welke dogma’s je wilt omarmen en welke je wilt loslaten.

In dit schemergebied heb ik de mooiste ontmoetingen. Gelovigen en ongelovigen, mensen die met lege handen en open harten elkaar in de ogen durven zien. In respect voor elkaars overtuigingen. Prachtig vind ik dat! Ik geloof in mensen. Ik geloof in verbinding. Ik geloof in Liefde.

Inge 2017Ik geloof in iets dat groter is dan wij allemaal en waarop we kunnen ‘inpluggen’ wanneer we ons ‘hoofdkantoor’ verlaten, onze overtuigingen laten voor wat ze zijn en afdalen naar ons hart. Waar we niet weten, maar ervaren. Als kinderen. Het maakt dan helemaal niet meer uit in welk ‘hoekje’ we zitten, we kunnen in ons eigen ‘hoekje’ een lichtje zijn, wanneer we inpluggen op de levensenergie die geen antwoorden behoeft, maar slechts aanwezigheid.

“Ik geloof niet in God. Ik geloof in iets veel groters.” (Arthur Rubinstein)

Het is nog maar een paar weken geleden dat ik tegen mezelf zei: “maar waarom zou je jezelf niet zien als gelovige, terwijl je juist steeds meer bent gaan geloven en ervaren?” En terwijl ik dat zei, leek het wel alsof er ruimte ontstond in mij. Alsof er een luikje open ging in mijn diepste binnenste. Alsof er iets ging stromen. Oh, dat doet het wel vaker, maar elke keer blokkeerde ik de stroom op een gegeven moment weer. Dan klapte ik het luikje weer dicht. Zo. Poppetje gezien, luikje dicht. Voor elke bijzondere ervaring waren (psycho)logische verklaringen te bedenken, wat ik dan ook meteen deed, want ik was immers niet naïef?

Thuiskomen

En ja, misschien is het inderdaad ongelooflijk naïef van me, om te blijven geloven. En misschien voelt dit alleen maar als ‘thuiskomen’ omdat geloven nou eenmaal in mijn blauwdruk zit. Misschien is het wel een soort van handicap. Maar weet je? Boeie! Moet ik mezelf en mijn gevoel (waar het dan ook vandaan komt) maar voor altoos en immer blijven negeren uit angst dat ik anders naïef ben of ‘er niet helemaal los van kom’?

Nee. Als gevoelsmens hecht ik eraan om mijn gevoel te volgen. Ik wéét dat het slechts mijn gevoel is, ik zal ook nooit beweren dat DIT het nu is. Maar voor mij klopt het zo. Omdat het past bij alles wat ik ervaar en beleef.

“Of God bestaat? Ik denk het niet. Maar ik voel het wel.”

Als gereformeerd vrijgemaakte tiener merkte ik al dat ik tijdens het bidden de neiging had om af te dalen uit mijn hoofd naar mijn hart. Ik had dan geen woorden meer. Ik wist ook niet wat te vragen aan God. Moest ik bij een ernstig zieke bidden om herstel of was het misschien Gods plan dat iemand ziek zou blijven of zou overlijden? Moest ik bidden om kracht en troost? Om overgave? Ik wist het niet. Ik wist wel dat God goed was en dat Hij zou geven wat nodig was. En daarom bestond mijn gebed vrijwel alleen uit de woorden ‘dank U wel’. Dit is altijd zo gebleven. Ook toen ik mezelf al lang niet meer als christen definieerde, was ‘dank U wel’ wat uit mijn hart de ruimte in trilde. Elke dag. Ik noemde dit dan niet meer bidden, maar ‘dankbaarheid’ of ‘een dankbaar gevoel’.

Ik heb vaak bijzondere dromen gehad. En nog. Toen ik nog christen was, wist ik zeker dat God door mijn dromen tot mij sprak. Later begon ik deze ervaringen kapot te psychologiseren en analyseren. Misschien terecht, maar tegelijk sloot ik daarmee in mijn binnenste dat ‘magische’ luikje af. “Ja Inge, dat heet ‘magisch denken’, dat is wat kinderen doen, weet je nog?” Ja, ik weet het nog.

Ik weet het nog. Dit voelt als thuis.

Nee, ik zal nooit zeggen dat dit voor iedereen het beste ‘huis’ is om in te wonen. Maar ik wil er nu wel voor uitkomen dat het voor mij zo is. Het luikje staat weer wagenwijd open en dat voelt voor mij zo fijn! Want ook als ik geen poot heb om op te staan, wil ik trouw zijn aan mezelf en mijn gevoel; dan ga ik er wel bij zitten.

Inge 2017 2

En jij? Beschouw jij jezelf (nog) als een gelovige? Of worstel je misschien met je ongeloof, omdat je vindt dat je eigenlijk meer ‘gelovig’ zou moeten zijn? Vind je ‘geloven’ maar onzin en ben je blij dat je daar niet (meer) aan doet? Ik ben benieuwd naar jouw ervaringen met hokjes en vakjes rondom het thema ‘geloven’. Ik zou het heel gaaf vinden wanneer je er iets over wilt delen. Dat kan (even scrollen) onder dit blog. 🙂 

About Inge Bosscha

Aandachtig, openhartig, (zelf)kritisch en verbindend. Trainer, coach en inspirator. Deskundige op het gebied van (het loslaten van) aangeleerde religieuze dogma's en belemmerende overtuigingen.

28 Responses

  1. Ype Akkerman

    Het tweede gebod waarschuwt ervoor om voorstellingen van God te presenteren die hem onrecht doen. Vooral gelovigen die het allemaal zo zeker weten maken zich daar schuldig aan Zoeken en twijfelen is daarom veel gepaster.

    1. Zo ervaar ik dat ook. Ik vind het zo apart dat voor sommige orthodoxe christenen het hoogmoedig is om de eigen leer in twijfel te trekken, omdat je dan op je eigen verstand gaat leunen… Voor mij voelde NIET twijfelen juist als hoogmoedig.

  2. Diane

    Ik leef met vreugde mijn geloof, met God als mijn Vader en verlosser. Na “onverschillige” jeugdjaren in de gergem, terecht gekomen bij. Chr ger kerk. Na nog 20 jaar worstelen met God en gebod weet ik nu dat ik mag zijn wie ik ben!!! Dat ik Gods liefde niet kan verspelen door fouten of niet genoeg mijn best doen. Dat is een bevrijdend feit, wat mij rust en vrede geeft, en mij laat schijnen in mijzelf, en naar andere mensen toe. Omdat ik vertrouwen heb in mijn eigen zijn, en eigen leven, omdat God mij leidt, kan ik ook veel betekenen voor mijn naaste! Win win situatie.

    1. Wat mooi hoe je daarin je eigen weg ging en je vrij voelt. Alleen wanneer je je vrij voelt om, zonder angst voor straf of (sociale) verwerping, NIET te geloven, kan je geloof in vrijheid gevierd worden. 🙂

  3. Rien

    Mooi hoor Inge,

    ik ervaar het zelf ook wel zo’n beetje. Voor mijzelf sprekend was het van groot belang dat ik echt alles los kon en mócht laten. En dat ik daarover eerlijk was naar mijn omgeving.
    Nu zit ik in een proces van opnieuw vormgeven van óf en wát ik geloof. Niet strak vormgegeven, maar meedeinend op het ritme van m’n eigen zijn.
    Het zal, denk ik nooit statisch worden, want dat hoort nu juist bij mij.

  4. Mijn deur blijft open, gelijk in welk gebied je zit. 🙂 Ik hou van eerlijke mensen. Je hebt huichelaars in elk gebied. Voor zover ik je ken, kom je voor mij heel eerlijk over. Dat is het belangrijkste in een mens. Dus… ja, het hart. 😉
    Misschien kan ik iets meegeven door jouw vragen te beantwoorden.

    “Beschouw jij jezelf als een gelovige?”
    Nee, heb ik nooit gedaan. Maar sommige mensen in mijn omgeving klasseren me onder “gelovig”. Dit komt omdat ik in een gebied zit, waar ze geen begrip voor hebben. Ze staan er ook niet voor open, dus noemen ze het “geloof”. Tja, dan zwijg ik, het heeft geen zin om in de “verdediging” te gaan. 🙂 Misschien heeft het ook te maken met het feit dat ik vroeger een overtuigd “wetenschapper” was. En dan kom ik plots met spiritualiteit af. Mensen plaatsen dit nogal gemakkelijk onder “geloof”. Voor mij is het absoluut geen geloof.

    “Of worstel je misschien met je ongeloof, omdat je vindt dat je eigenlijk meer ‘gelovig’ zou moeten zijn?”
    Deze vraag is voor mij niet echt van toepassing, denk ik. Het enige dat ik dagelijks ervaar, is dat ik niet echt in die hokjes pas. Sommige noemen mij ‘gelovig’, terwijl ik vind van niet. Maar ik ben ook geen atheïst die enkel het materiële als waarheid beschouwt. Dus ook geen nihilist. In die zin pas ik niet onder “geloof” en niet onder “ongeloof” zoals een nihilist dat doet. Maar het is voor mij ook geen schemerzone, het is heel duidelijk. Waar val ik dan onder? 🙂

    “Vind je ‘geloven’ maar onzin en ben je blij dat je daar niet (meer) aan doet?”
    Zomaar een tekst of regels aannemen, omdat het in een oud boek staat, is voor mij onzin. Mensen die echt naar hun hart luisteren, die zelf durven een richting te kiezen volgens hun hart, is niet zomaar geloven. Het is niet zomaar teksten en wetten overnemen, het is luisteren naar wat het hart aangeeft. Als naar het hart luisteren, geloven is, dan ben ik ook gelovig. Naar het hart luisteren onderscheid ik van wat men normaal ‘geloven’ noemt. Mensen die onderzoeken en bepaalde zaken ontdekken of ervaren, vallen ook niet onder geloof voor mij. Dat gaat in de richting van kennis. Mensen die daar echter niet voor open staan, plaatsen kennis ook onder “geloof”.

    Dus… Blijf vooral je hart volgen, Inge. De ware Gids of Guru zit in jezelf, in je hart. Je hart wijst je de weg. Jezus zei: “het Koninkrijk is IN JOU.” Dus, niet in een boek of dogma’s. Mijns inziens, moeten we vooral naar binnen kijken. Dat is wat ik doe en daar heb ik “mijn gebied” gevonden. Nu nog een naam bedenken voor dat gebied. 😀 😉

    Vriendelijke groet <3

    1. Dank je wel voor je uitgebreide reactie! 🙂
      Zo herkenbaar, hoe je niet past in de hokjes ‘gelovig’ en ‘ongelovig’. Mooi wat je zegt over luisteren naar je hart. Dat is idd heel iets anders dan iets overnemen uit een boek, puur vanwege de status van dat boek.

      Fijn dat je deur open blijft staan. Wederzijds. 🙂

      Hart. groet <3

  5. K.

    Phieuwww…wat een mooi open en eerlijk blogje. Mijn hart stroomt gewoon vol met blijdschap. Persoonlijk denk ik dat ‘geloven’ iets moois is. Het staat ‘los’ van ‘religieus zijn’. Als je de definitie van het woord ‘geloven’ bekijkt zie je direct hoe vrij en open en mooi het is. Definitie van geloven; 1) Aanhangen 2) Aannemen 3) Achten 4) Als juist beschouwen 5) Denken 6) Ervan uitgaan 7) Menen 8) Oordelen 9) Op gezag aannemen 10) Overtuigd zijn 11) Postuleren 12) Van mening zijn 13) Veronderstellen 14) Vertrouwen 15) Voor waar houden 16) Wanen…. dat ene woord ‘geloven’ daar kan je alle kanten mee op. Zowel ‘als juist beschouwen’, ‘overtuigd zijn’, ‘ervan uitgaan’ als ‘denken’ ….je mag zelfs aan het ‘geloven’ twijfelen en er een ‘misschien’ aan toe voegen….met het woord ‘geloven’ kan je zo breed interpreteren als jezelf zou willen. Voor de ene persoon is het woord geloven een ‘overtuigd zijn’ terwijl voor een ander persoon het woord ‘geloven’ als iets heel breeds gezien kan worden ‘ik denk het’ ..

    1. Mooi, al die definities! Dank je wel! 🙂 Voor mij betekent geloven iets als ‘ruimte maken voor een mogelijke optie’ en daarin mijn gevoel serieus nemen. Beseffend dat het slechts mijn gevoel is en dat dit ook beïnvloed is.
      Het heeft in elk geval niets te maken met zeker weten. 😉

  6. arjen

    Mooie eerlijke blog!

    Heel kort door de bocht…het doet er helemaal niet toe wat mensen van je vinden of je nu wel of niet gelooft. Zolang je geloof geen mensen buitensluit of verooordeelt.

    En jij bent nu net het voorbeeld van iedereen bij elkaar proberen te brengen.

    Mooi hoor. Mooi geschreven. Jij bent. Niemand aan wie je je hoeft te verantwoorden.

  7. Mike

    “Geloof” is een zelfstandig naamwoord!. Geloof hebben in iets is de overtuiging hebben dat dit werkelijk bestaat, geloof hebben in wat iemand vertelt is de overtuiging hebben dat die persoon de waarheid vertelt. Veelal speelt het begrip vertrouwen een grote rol! Enz, enz. Kan je kritisch nadenken en je bent eerlijk tegenover jezelf, dan ga je werkelijk geloven in alle dingen die het waard zijn te geloven! Geloof me, geloof je in een God, DEZE BESTAAT NIET! Maar wie ben ik, om me te geloven? Hier moet je de nodige moeite voor doen om dit te geloven!

  8. Ik kom uit het Hatheïsme.
    Heb alles stadia wel gehad. Ietsisme vond ik leuk. Een Iets wat niet verwoord hoeft te worden.
    Maar toen wilde ik toch meer. Eigenlijk om er meer van te begrijpen, wat dat nou is, dat gevoel wat gelovigen hebben en zich zo moeilijk van losmaken. En waarom ik zo’n rothekel heb aan die god, en hoe ik daar van afkom.
    Ik zei eens ‘misschien is losmaken van wat je kent wel makkelijker als losmaken van wat je niet kent.’
    Dus ik wil het kennen. En snappen. Heb mezelf lekker ‘out of the box’ religieus verklaard.
    Ben er een blog voor begonnen, om te verzamelen.
    Niet gebonden aan hokjes of een enkele soort maar gewoon lekker breed.
    Edoch, het gaat moeizaam. Heel moeizaam. ZUCHT.

    1. Ik kan me dat goed voorstellen, dat je het als het ware eerst onder de loep wilt nemen, wilt leren kennen, voor je het echt kunt loslaten.
      Wat mij hielp was om tijdens de onrust van het willen weten/begrijpen, me vast te klampen aan een soort rust van het niet-kunnen-weten-en-begrijpen. Er vanuit gaande dat dingen, zelfs ‘God’, gewoon zijn wat ze zijn, ongeacht wat mijn gedachten daarover zijn. Ik kan hooguit mijn ervaringen van de werkelijkheid beïnvloeden, maar niet de werkelijkheid zelf. Of dat echt zo is, weet ik niet, maar het hielp me met meer vrijmoedigheid los te laten, ook wanneer ik niet precies wist wat ik handen had (gehad).

      Grappig dat je jezelf religieus hebt verklaard! 😀 En daar dan vervolgens op eigen manier invulling aan geven, ja, dat maakt het interessant! 🙂

  9. Peto Veritatem

    Ik kom uit een orthodox hervormd gezin, maar al vroeg begon ik in te zien dat die godsdienst niet klopt met de Bijbel. Ik ben voorgoed van alle godsdienst genezen toen ik in een boekwinkel het boek van Jakob Slavenburg vond getiteld “Valsheid in Geschrifte” vond. Na verdere boeken tehebben gelezen zoals “The God Delusion” van Richard Dawkins en andere, ben ik tot de conclusie gekomen dat de Bijbel volslagen onzin is door mensen in elkaar geflanst uit toververhalen uit andere oudere godsdiensten. De God van de Bijbel is niet waard God genoemd te worden, en na tienduizenden sekten die daaruit voortgekomen zijn weet ik nu absoluut zeker dat in al die sekten God nooit gevonden is. Een amerikaanse jurist uit de vorige eeuw, H.L. Mencken, heeft het zo juist onder woorden gebracht. “A believer is like a blind man in a dark room looking for a black cat that isn’t there . . . and finding it.”

    1. Ik heb die boeken ook gelezen en begrijp je conclusie dus helemaal. Ik deel die ook. En toch zeg ik tegelijk wat ik in bovenstaande blog heb opgemerkt. Voor mij voelt het goed om mezelf de ruimte te geven voor deze beleving, die misschien niet meer is dan een aangeleerde afwijking.

      Als ik mijn leven ervaar als een dans met de bron van het leven, met dat wat veel mensen ‘God’ noemen, dan heb ik toch een leven lang gedanst. Of dat nou ‘verstandig’ is of niet, het voelt geweldig. 🙂

      En ik ben echt zielsdankbaar (al weet ik dus niet of er wel zoiets als een ziel bestaat haha) dat ik dit gewoon mag vinden, denken en voelen, zonder dat dit betekent dat iemand die iets anders vindt/denkt of voelt het fout heeft. 🙂

  10. Ik beschouw mezelf niet als gelovige en niet als ongelovige. Dat komt denk ik omdat ik totaal ben afgestompt voor elke vorm van dogma of religie, ik wil er gewoon helemaal niets over horen. Ook niet over andere geloven. Maar de verhalen over Jezus en de bijbel-verhalen zijn prachtig, daar denk ik nog wel heel vaak aan. Zodra er echter mensen zijn die daarover bij elkaar gaan komen, teksten gaan uitleggen en uiting gaan geven aan hun geloof – welk geloof dan ook – dan voel ik helemaal niets behalve verveling en ergernis. Dat gedoe heeft mij al mijn hele jeugd gekost en ik ben niet van plan om me ooit nog met wat voor een geloof bezig te houden en weiger ook alle gesprekken daarover. Ik vind overigens helemaal niet dat mensen atheïstisch moeten zijn of niet mogen geloven, het interesseert me gewoon geen biet, dat moet iedereen zelf weten zolang ik er maar geen last van heb. Dat schijnt wel afwijkend te zijn van de meeste anderen die zo zijn opgevoed, misschien komt het ook omdat ik vanaf mijn veertiende er al van overtuigd was dat wij in een sekte opgroeiden. Maar toen moest ik het nog vier jaar uitzingen voordat ik eindelijk achttien was en ik eruit kon. Daarom ben ik ook heel erg tegen bijzonder onderwijs want jongeren kunnen geen kant op als zij het geloof niet willen en toch tegen heug en meug mee moeten doen. Ik denk toch dat ik niet de enige ben al was ik wel verreweg de vroegste bij ons op school maar er zijn meerdere streng christelijke vrijgemaakte of reformatorische scholen en er zullen meerdere kinderen zijn die toch jong al concluderen dat er weinig verschil is tussen sektes en de wereld waarin zij zelf opgroeien. Gelukkig is er nu internet en zijn er nu sites zoals deze, zodat ze hopelijk lezen dat ze niet helemaal alleen zijn.

  11. Overigens hoop ik dat ook moslims deze site vinden. Ik heb zelf jaren voor de klas gestaan en moslimkinderen maken heel vaak hetzelfde mee als streng christelijke kinderen inclusief heel veel huiselijk geweld.

Laat een reactie achter bij Dogmavrij en diepgelovig – VanGodenEnMensenReactie annuleren