Toen ik veel emoties voelde bij het lezen van het bericht dat sinds kort in Duitsland een verbod bestaat op ´homogenezing´, wist ik dat ik dit thema – in elk geval voor mezelf – verder moest uitwerken. Al jaren volg ik zowel voor- als tegenstanders van dit verbod. En altijd voel ik compassie voor de aan beide kanten ervaren noodzaak om vóór of tégen te zijn. Het raakt dan ook veel van wat velen van ons belangrijk vinden, zoals de vrijheid van godsdienst en het recht op gelijke behandeling. Maar ook ons mensbeeld en datgene dat wij als ‘goed’ en ‘de bedoeling’ beschouwen. Dit gaat over diep menselijke thema’s als identiteit en integriteit.
Mensbeeld
Homoseksualiteit is -zowel bij mensen als bij dieren – een variatie op de soort. “Ja”, zeggen sommigen dan, “maar dat zijn aangeboren handicaps ook. En dat ervaren velen toch ook als ‘niet de bedoeling’?”
Welk mensbeeld hanteer je? Beschouw je homoseksualiteit als een aandoening of als een gezonde variatie op de soort, zoals we ook variëren in huidskleur, geslacht en intelligentie?
Bij het beantwoorden van deze vraag kunnen religieuze overtuigingen een rol spelen, maar dit hoeft niet. Sommigen hebben nou eenmaal de neiging één variant als ‘beste’ te zien. Bijvoorbeeld blond, mannelijk, academisch geschoold of heteroseksueel.
Hoe we het ook zien, we willen niet dat een ánder dit voor ons bepaalt.
We willen ons eigen mensbeeld kiezen, omdat we dat ervaren als rechtvaardig en waar.
Datzelfde geldt voor degenen met een ander mensbeeld.
We kunnen elkaar niet verplichten tot één bepaald mensbeeld. Dat zou filosofisch en moreel gezien ook bijzonder ingewikkeld zijn. Want wie/welke instantie bepaalt welk mensbeeld het beste is? En op basis waarvan? Toch willen we wel graag een zekere bescherming hebben tegen mensen met een ronduit vijandig mensbeeld. Daarom hebben we in de wet bijvoorbeeld bepaald dat het verboden is om iemand van het leven te beroven. Het uitsterven van de mensheid mag je best fantastisch lijken, maar je mag daar niet alvast een begin mee maken door om je heen te schieten.
Onze vrijheid, ook onze vrijheid van godsdienst, kent beperkingen die bij wet zijn vastgelegd. Als je een moord pleegt, word je opgesloten, ook wanneer je denkt dat je handelde overeenkomstig een goddelijke opdracht. Moord is moord, motieven zijn daaraan ondergeschikt. Wel kan bij het bepalen van de strafmaat rekening worden gehouden met aantoonbaar goede bedoelingen en/of verminderde toerekeningsvatbaarheid.
Kindbeeld
Sinds 2007 staat in artikel 247 van het burgerlijk wetboek boek 1:
“In de verzorging van het kind passen ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enig andere vernederende behandeling toe”.
Dit betekent onder andere dat het slaan van kinderen verboden is. Oók de zogenaamde ‘pedagogische tik’.
Sommige ouders geloven oprecht dat hun kinderen niet in staat zijn tot enig goeds en dat deze liefdevol ‘afgericht’ moeten worden. Toch keuren we het slaan van kinderen niet ineens goed op basis van bijvoorbeeld vrijheid van godsdienst. Misschien zijn we mild met de strafmaat, maar het verbod staat.
De grens die we in de wet hebben getrokken aan het in praktijk brengen van een bepaald mensbeeld, zou wat mij betreft ook wettelijk geregeld moeten worden voor lhbt’ers. Zij lopen extra risico op onderdrukking en beschadiging door personen die zeggen dat homoseksualiteit ‘vies’, ‘zondig’, ‘ziek’ of ‘niet de bedoeling’ is.
Mishandeling
Mensen mogen tegen techniek zijn. Mensen mogen tegen bloemen zijn. Mensen mogen tegen homoseksualiteit zijn. Dat mag allemaal. En dat heeft ook allemaal gevolgen. Ook in wat onze kinderen wordt bijgebracht. Maar ook dat mag.
Er mag heel veel. We mogen onze kinderen zelfs minimaal verminken. We mogen gaatjes laten prikken in de oortjes van onze baby´s. We mogen ook het voorhuidje van een jongetje laten wegsnijden. Maar we mogen geen oorlelletje wegsnijden.
Wanneer is iets kindermishandeling? Hoe we hier tegenaan kijken heeft veelal te maken met tijd en cultuur. Als het bij een inheemse stam de gewoonte is om de oorlelletjes van baby´s te piercen en deze gaten met de tijd op te rekken middels steeds grotere ear-plugs, vinden we dit exotisch, maar ook zielig. Maar het zou misschien evengoed zielig zijn wanneer één van deze kinderen niet mee mag doen aan het piercing-groepsritueel.
Wanneer is iets mishandeling? Heeft dat te maken met intenties? Als je je kind bewust en gedoseerd slaat ‘voor zijn/haar bestwil’ en niet uit drift of onvermogen, mag het dan wel?
Hoe goed de intenties ook kunnen zijn, kinderen zijn sinds 2007 wettelijk beschermd tegen een ‘pedagogische tik’, omdat het slaan van kinderen sinds die tijd verboden is. Daarmee wordt kindermishandeling helaas niet voorkomen, maar daarmee ervaren kinderen wel meer steun wanneer zij ontdekken dat een groot deel van Nederland, inclusief de regering, slaan niet oké vindt.
Een krachtig signaal

Dezelfde steun en bescherming hebben lhbt’ers nodig. We kunnen wettelijk niet verbieden dat ouders een kindbeeld hebben waarmee zij hun kinderen beschouwen als wezenlijk slecht en daarom menen dat het noodzakelijk is hun wil te breken en hen af te richten. We kunnen ook niet verbieden om te geloven dat homoseksualiteit een ziekte is.
Helaas is daarmee de psychologische schade die uit dergelijke denkbeelden kan vloeien niet te voorkomen. Maar we kunnen deze wel beperken. En de slachtoffers steunen met een krachtig signaal. Zoals een verbod op het slaan van kinderen. En een verbod op het ‘genezen’ van homo’s.
Hoewel ‘homogenezingen’ dikwijls – net als bij het slaan van kinderen – een fysieke component hebben waarbij gebruikt wordt gemaakt van manipulatie, druk en zelfs geweld, is met name het achterliggende gedachtegoed van ‘wezenlijk slecht’ zijn datgene dat de meeste schade veroorzaakt. Dit merk ik ook keer op keer in de gesprekken die ik heb met kerkverlaters, onder wie een relatief hoog aantal lhbt’ers. De impact van de boodschap dat je wezenlijk ‘fout’ of ‘niet de bedoeling’ bent en daarom ‘afgericht’ of ‘genezen’ dient te worden, mag niet worden onderschat en kan mensen levenslang aantasten in de identiteit en het gevoel van welbevinden.
Hoewel er wettelijk geen enkele bescherming is tegen het opgroeien met een beschadigend mensbeeld, is het dus wel mogelijk om een begrenzing aan te brengen in de uiting daarvan.
De meest extreme vormen kunnen we verbieden. Dit zal niet zonder slag of stoot gebeuren. Ook het verbod om kinderen te slaan heeft in eerste instantie op veel weerstand kunnen rekenen. Maar toch is het er nu sinds 2007 door. We waren overigens pas het 11e Europese land met dit verbod. In Zweden is het al sinds 1979 verboden om kinderen te slaan. Het kan dus wel. En in dezelfde lijn kan een wettelijk verbod ook geregeld worden voor ‘homogenezing’.
Een goede zaak
Voor kinderen die van huis uit meekregen dat het normaal en goed is om af en toe een pak slaag te krijgen, kan het enorm helpend zijn om te ontdekken dat dit bij wet verboden is. Zij worstelen vaak jarenlang met loyaliteit naar hun ouders, waardoor ze het onrecht – en de gevolgen – niet (eenvoudig) onder ogen kunnen zien. Zolang kinderen vol begrip het gedrag van de ouders goedpraten en zichzelf de schuld geven (“had ik maar niet zo vervelend moeten doen”), lopen ze kansen op andere inzichten mis. Dankzij de wet hebben deze kinderen nu een grotere kans om vroeger of later voor zichzelf op te komen en te beseffen dat – goedbedoeld of niet – het slaan niet had gemógen en mogelijk zelfs tot fysieke, sociale en psychische schade heeft geleid.
Dit is niet alleen beschermend voor deze kinderen, maar ook voor mensen in hun omgeving, omdat onrecht dat niet als zodanig is herkend dikwijls wordt doorgegeven aan onschuldige derden, zoals bijvoorbeeld de partner en de kinderen. Als je immers de onuitgesproken boodschap krijgt dat je dingen kunt oplossen door te slaan, ga je deze strategie dikwijls zelf ook hanteren.
Een duidelijk verbod dwingt ouders en opvoeders in veel gevallen tot nadenken en hopelijk herziening van oude strategieën.
Vanuit de wet beschermen we zo de meest kwetsbaren onder ons. Datzelfde zouden we moeten doen voor lhbt’ers waar het ‘homogenezing’ betreft. Niet in de laatste plaats omdat het ronduit discriminerend is om op basis van seksuele voorkeur de ene persoon wel als ‘gezond’ te beschouwen en de andere persoon niet.
Op Dogmavrij kan je lekker gratis lezen zonder reclame of betaalmuur. Zo sluiten we niemand buiten. Neemt niet weg dat er – naast alle liefde – tijd en geld in deze website wordt gestoken. Heb jij misschien iets (gehad) aan de artikelen, de series, de steungroep of andere projecten? Zou je dan willen overwegen om dit werk te steunen? Dat kan via http://petje.af/ingebosscha Dank je wel!
[…] Vrijheid van levensovertuiging/godsdienst is volgens velen – religieus of niet – een groot goed, maar als dit betekent dat kinderen en jongeren opgroeien binnen een groepering die schadelijk is voor hun identiteitsvorming, zouden zij daartegen beschermd moeten kunnen worden. Zoals ouders strafbaar zijn wanneer zij hun kinderen aan fysieke onveiligheid blootstellen, bijvoorbeeld wanneer zij hen niet veilig vervoeren, zo zouden zij ook strafbaar moeten zijn wanneer zij hun kinderen aan psychische onveiligheid blootstellen. Zie ook: Pleidooi voor verbod op ´homogenezing´ in Nederland […]