De bestaande vrijheid om lhbt+-ers en kinderen voor het leven te verminken

Photo by Sharon McCutcheon on Unsplash

Vorige week werd bekend dat er voorlopig nog geen verbod op ‘homogenezing’ komt. De kwestie is te ingewikkeld en vraagt om meer onderzoek en bezinning. Mede doordat ik als coach voor kerkverlaters regelmatig (=veel te vaak) wordt geconfronteerd met lhbt+-ers die (zeer) ernstige klachten hebben naar aanleiding van wat hen werd aangeleerd en aangedaan binnen een religieuze groepering, ben ik vóór een verbod op ‘homogenezing’. Daarnaast denk ik dat er inderdaad meer onderzoek en bezinning nodig is, omdat ik van mening ben dat ‘homogenezing’ nog maar het topje van de ijsberg – genaamd ‘identiteitsonderdrukking’ – is.

In Nederland bestaat de vrijheid om kinderen voor het leven te verminken. Dit klinkt alsof het niet waar kan zijn, maar toch is het zo. Het is niet de bedóeling, maar het gebeurt wel. Straffeloos. En daar moeten we het over hebben in een eerlijk gesprek met alle betrokkenen. Ik wil mijn aandeel leveren door een stem te zijn voor allen die zich beperkt, beschadigd, verminkt en getraumatiseerd voelen naar aanleiding van wat hen werd aangeleerd en/of aangedaan binnen religieuze groeperingen.

Ik doe dit vanuit de wetenschap dat er steeds meer religieuze groeperingen komen waarbinnen lhbt+-ers volledig geaccepteerd zijn en volop ruimte krijgen om hun leven in te richten zoals het hen past. Er komen steeds meer lhbt+-predikanten en ook denk ik in dit verband aan de inspanningen van Stichting Wijdekerk. Maar we zijn er nog lang niet. Er is nog veel te veel leed en onrecht dat onzichtbaar blijft. Ook daarover gaat het in dit artikel.

Ingewikkeld

Vrijheid van levensovertuiging/godsdienst is volgens velen – religieus of niet – een groot goed, maar als dit betekent dat kinderen en jongeren opgroeien binnen een groepering die schadelijk is voor hun identiteitsvorming, zouden zij daartegen beschermd moeten kunnen worden. Zoals ouders strafbaar zijn wanneer zij hun kinderen aan fysieke onveiligheid blootstellen, bijvoorbeeld wanneer zij hen niet veilig vervoeren, zo zouden zij ook strafbaar moeten zijn wanneer zij hun kinderen aan psychische onveiligheid blootstellen. Zie ook: Pleidooi voor verbod op ´homogenezing´ in Nederland

Alleen: wie bepaalt wat een psychisch onveilige situatie is? En op grond waarvan? Dit is moreel gezien een zeer ingewikkelde kwestie, waarbij dezelfde vraagstukken voorbij komen die bij vrijheid van onderwijs een rol spelen.

Het gaat in deze vraagstukken niet alleen om het recht onze kinderen aan te leren wat wij denken dat goed voor hen is, maar ook om de zorgen die er zijn wanneer anderen, die van ditzelfde recht gebruik maken, hun kinderen dingen aanleren waarvan wij menen dat dit hen schade toebrengt.

Dat religieuze dogma’s soms tot ernstige en blijvende schade kunnen leiden is mijns inziens een onderschat maatschappelijk probleem. Ook binnen hulpverlenende instanties is over het algemeen te weinig specifieke kennis en ervaring aanwezig om deze problematiek te (h)erkennen en te behandelen. Voor meer info: https://religieustraumasyndroom.com/info-voor-professionals/

Gecreëerde noodzaak

Wat ‘homogenezingen’ zo schadelijk maakt is de boodschap dat iemand, zoals deze van nature is, ‘niet goed’, ‘ziek’, ‘bezeten’ en/of ‘niet de bedoeling’ zou zijn. Het is zowel logisch als intriest dat personen die met deze gedachte zijn grootgebracht (en/of hier later door beïnvloed werden) zelf ook het idee hebben gekregen dat het maar beter – of zelfs noodzakelijk – is om te ‘genezen’, ‘veranderen’ en/of te ‘verdwijnen’ (in de breedste zin van het woord: van ‘in de kast blijven’ tot suïcidaliteit).

Het idee van ‘homogenezing’ kan je alleen ‘verkopen’ wanneer je daarbij eerst en vooral het idee hebt ingeprent dat er sprake zou zijn van ‘ziekte’, ‘bezetenheid’, ‘vloek’ of ‘afwijking’. Dit verklaart waarom in sommige kringen niet alleen ‘homogenezing’ (meestal onder een andere naam > daarover straks meer) wordt aangeboden, maar er ook om gevraagd wordt. Meer over het aanbieden van zowel ‘beschuldiging’ als ‘verlossing’: Zij die ziek zijn

Namens God

Het idee dat je (eigenlijk) niet mag zijn wie je bent is mensonterend en kan ernstige psychische, emotionele en – indirect – fysieke schade veroorzaken.

Daar komt bij dat deze identiteitsonderdrukkende boodschap wordt gebracht onder het mom van ‘goddelijk gezaghebbend’. Dit houdt in dat men verkondigt dat men namens God spreekt en dat ook Gód – bezien als schepper van de mens en tevens diens hoogste vorm van autoriteit – zou walgen van homoseksualiteit. Daar kan in sommige kringen ook nog de dreiging bijkomen van (eeuwige) veroordeling door God, waardoor deze boodschap door velen ervaren wordt als een zaak van leven of dood.

(Menen te) Spreken namens God is niets anders dan het annexeren of toe-eigenen van God. Men ervaart dit zelf alsof men zich ‘achter God’ schaart, maar in wezen verkondigt men iets waarvan men meent dat God daar achter staat. Men ‘annexeert’ God voor de eigen overtuiging.

Topje van de ijsberg

Het is (levens!)belangrijk dat er steeds meer aandacht komt voor de lhbt+-verwerpende en – onderdrukkende cultuur binnen sommige (!) religieuze groeperingen. Niemand zou beschadigd mogen raken door identiteitsonderdrukking. En dan komen we bij een volgend probleem.

De onderdrukking van de lhbt+-community is helaas slechts een topje van de ijsberg als het gaat om identiteitsonderdrukking binnen sommige (!) religieuze groeperingen.

Er zijn in Nederland groeperingen waarbij kinderen van jongs af aan wordt geleerd dat zij in- en in-slecht zijn en niet in staat tot enig goeds. Ze leren dat zelfs hun allerbeste eigenschappen, woorden en daden, ‘bevlekt’ zijn met hun bewuste en onbewuste fouten en tekortkomingen (zonden).

Omdat uit henzelf niets goeds zou kunnen komen, leren ze om hun eigen gedachten en gevoelens te wantrouwen. Ze leren dat het er niet om gaat wat je voelt, maar wat je weet. Het gaat niet om hen, het gaat erom dat zij gehoorzamen aan de leer, die hen wordt verkondigd door anderen. Anderen bepalen hoe zij (‘volgens Gods wil’) behoren te leven.

Onderdrukking

Dit heeft tot gevolg dat deze kinderen al heel jong leren om met hun aandacht alleen bij de ander te zijn. Zij leren leven met vragen als: ‘Wat wordt er van me verwacht?’ en ‘Wat hoor ik hiervan te vinden?’ Voor het antwoord op deze vragen wenden zij zich tot anderen, precies zoals zij geleerd hebben.

Wanneer je niet in contact staat met je eigen gevoelens en behoeften, kan je deze onmogelijk serieus nemen en dus bijvoorbeeld ook niet je grenzen aangeven. Dit kan zeer ingrijpende gevolgen hebben, ook op relationeel gebied. Lees bijvoorbeeld het verhaal van Marieke: Geen zelfvertrouwen, een slecht huwelijk, en maar bidden… (gastblog!)

Spanning, angst en eenzaamheid

In sommige kringen leren kinderen dat er een voortdurende geestelijke strijd gaande is tussen God en Satan. Ze leren wantrouwend in het leven te staan, omdat Satan ‘rondgaat als een briesende leeuw, zoekende wie hij kan verslinden’. Zelfs al behoor je bij de ‘juiste groepering’, dan nog kan je in een ‘val’ van Satan lopen. Altijd op je hoede zijn, de juiste strijd strijden, in je gedachten, je woorden, je daden en in je omgeving, kan een chronische stressstoornis veroorzaken. Over het verband tussen religie en identiteitsvorming en de risico´s die dit met zich meebrengt kan je lezen op de website www.religieustraumasyndroom.com

Of lees een ervaringsverhaal, zoals dat van Maroeska: Burn-out, PTSS, ik heb een religieus trauma! (gastblog!)

Chronische spanning en een emotioneel ongezonde ‘programmering’ kunnen ernstige gevolgen hebben voor de levens van mensen. Zelfs wanneer zij dergelijke schadelijke groeperingen verlaten, kunnen de klachten intens blijven en zelfs verergeren door allerlei aangeleerde angstmechanismen.

Soms heeft men namelijk geleerd dat door de groepering te verlaten, je een weg gaat naar de eigen ondergang en verdoemenis. Daarnaast kan er een sterk wantrouwen bestaan naar de ‘wereld’ en is men niet zelden wereldvreemd opgevoed, wat tot ernstige onzekerheid, faalangst en problemen kan leiden.

Bovendien komt het niet zelden voor dat de contacten die er eerst waren met de voormalig groepsleden, verslechteren of zelfs helemaal verdwijnen. Er zijn mensen die door familie en vrienden worden verstoten.

Over wat aangeleerde, belemmerde, op religie gebaseerde overtuigingen met iemand kunnen doen, vind je hier een handig overzicht: https://religieustraumasyndroom.com/verschijnselen/

Verborgen

Bij al deze schadelijke zaken hebben we te maken met een groot probleem en dat is het feit dat hierover nauwelijks gesproken wordt. En als er al over gesproken wordt, dan besluit men al gauw dat dit om ‘modder gooien’ en ‘nestbevuiling’ gaat. Degenen die aangeven klachten te hebben, krijgen niet zelden het (verkapte) verwijt dat dit hun eigen schuld is, omdat zij een verkeerd godsbeeld hebben, de leer verkeerd hebben geïnterpreteerd, te serieus of te gevoelig zijn, of overdrijven, er is hoe dan ook iets mis met hen. Of, wat ook vaak wordt beweerd, zij kregen te maken met gedrag dat niet ‘echt christelijk’ is, waardoor ‘echte christenen’ zich niet aangesproken hoeven te voelen en geen enkele reden zien om de fundamenten van hun geloof te inspecteren.

Een veelgebruikte (dikwijls onbewust toegepaste) strategie om niet kritisch naar (de leer van) de eigen groepering te hoeven kijken, is door te stellen dat ‘dit’ nu niet meer gebeurt. In de loop van de tijd veranderen er inderdaad dingen binnen kerkelijke structuren, dikwijls onder invloed van tijd en cultuur, die het handhaven van bepaalde standpunten onhoudbaar maakt. Wanneer een Bijbelse richtlijn of wet ervaren wordt als helpend/goed, kan deze zonder problemen worden toegepast. Van Bijbelteksten die een ander gevoel oproepen zegt men (uiteindelijk) dat deze moeten worden ‘geplaatst in de historische context’ en/of dat de tekst ‘figuurlijk’ of ‘overdrachtelijk’ is bedoeld en dus niet letterlijk nagestreefd hoeft te worden.

Soms besluit men om bepaalde termen niet meer te gebruiken. Zo is er momenteel een concept voor een nieuwe kerkorde opgesteld voor de fusiekerk van vrijgemaakt en Nederlands gereformeerden, waarin de tucht vervallen is. Nee, niet de inhoudelijke gang van zaken bij de tucht, alleen het wóórd ‘tucht’, omdat dit kerkenraden in verlegenheid zou brengen.

“Kerkrechtdeskundige dominee Kornelis Harmannij, een van de schrijvers van de nieuwe kerkorde, noemt het een verlegenheidsoplossing. ‘We hebben geen ander woord kunnen vinden. Daarom is het komen te vervallen.’ Volgens Harmannij voelen kerkenraden veel ongemak rond tucht. ‘Zij beginnen er liever niet aan, omdat je er alleen maar narigheid van zou krijgen. Met deze nieuwe formulering willen we kerkenraden helpen. Ze willen echt wel optreden tegen mensen die zich misdragen.’ Zonder tucht kan een kerk niet functioneren, staat in het begeleidend synoderapport over het herschreven hoofdstuk. Harmannij benadrukt dat tucht niet minder belangrijk is in de nieuwe kerkorde.”

Bron

Datzelfde is gebeurd met woorden als ‘homoconversietherapie’ en ‘homogenezing’. Het wordt nog steeds – zij het minder expliciet – aangeboden, maar het wordt niet meer zo genoemd. Er zijn bijvoorbeeld ‘genezingsdiensten’, vaak in de vorm van een prediker/genezer op het podium, waar ‘zij die ziek zijn’ naar voren kunnen lopen om ‘genezing’ te ontvangen. Deze diensten zijn niet alleen voor lhbt+-ers, maar zij worden evengoed verwacht en verwelkomd op het podium, waar je niet alleen iemand met een gebroken been kunt treffen, maar vooral personen met een gebroken hart/identiteit door aangeleerd schuldbesef. Ervan overtuigd ‘wezenlijk fout’ te zijn zoekt men hier wanhopig naar genezing en verlossing.

In gesprek

Het schadelijke is niet alleen de praktijk van de ‘homogenezing’ of de ‘homoconversie’, maar juist het gedachtengoed daarachter, dat op veel grotere schaal – maar onzichtbaar – aanwezig is en dat ook veel meer mensen beschadigd dan alleen lhbt+-ers. We moeten het hier dus over hebben. Over de bestaande vrijheid om kinderen en volwassenen voor het leven te verminken met bepaalde ideeën.

We moeten net zo lang praten, tot elke groepering voor iederéén een veilige, pedagogisch gezonde plek is om op te groeien.

Laten we daarbij ook luisteren naar degenen die aangeven dat de groepering hen beschadigd heeft. Luister naar ex-leden. Ook wanneer zij serieuzer en/of gevoeliger waren dan de meeste anderen. Beschouw hen dan maar als de kanariepietjes in de kolenmijn.

Zij gingen niet weg omdat zij dwars, arrogant, ‘ziek in het hoofd’ of ‘bezeten’ waren. Zij gingen niet weg omdat ze ‘verkeerde’ ideeën hadden, ‘verkeerde’ boeken lazen of ‘foute’ vrienden hadden. Zij gingen omdat zij zich niet welkom en gezien voelden. Ze gingen omdat ze zich veroordeeld, onderdrukt en afgewezen voelden. Ze gingen omdat ze het gevoel hadden dat ze wel móesten.

En velen zullen nooit de groepering verlaten. Omdat alleen al de gedachte daaraan wordt bezien als ‘zondig’ en ‘levensgevaarlijk’. Zij blijven. En voeden de nieuwe generatie met dezelfde schadelijke ideeën op als waarin zij ooit hebben leren geloven en waaraan zij zich angstvallig vastklampen, uit angst om ‘verloren’ te gaan.

Wat we kunnen doen? Een ‘oplossing’ vinden is niet eenvoudig, omdat we met diverse (waardevolle) grondrechten te maken hebben. Toch heb ik me eerder gewaagd aan een beginnetje van een idee. Je kunt dit hier lezen: Hoe kunnen we schadelijke groeperingen voorkomen?


Op Dogmavrij kan je lekker gratis lezen zonder reclame of betaalmuur. Zo sluiten we niemand buiten. Neemt niet weg dat er – met alle liefde – veel tijd en geld in deze website wordt gestoken. Heb jij misschien iets (gehad) aan de artikelen, de series, de steungroep of andere projecten? Zou je dan willen overwegen om dit werk te steunen? Dat kan via http://petje.af/ingebosscha Dank je wel!

About Inge Bosscha

Aandachtig, openhartig, (zelf)kritisch en verbindend. Trainer, coach en inspirator. Deskundige op het gebied van (het loslaten van) aangeleerde religieuze dogma's en belemmerende overtuigingen.

Jouw reactie kan anderen tot steun zijn.