Man, man, man, hoe kan je nou zó denken!? Dat meen je niet!? En het ook nog op Facebook plaatsen!? AAAARRGGHHH, jou ga ik dus niet meer volgen!
Je leest ongetwijfeld wel eens dingen die je de grootst mogelijke onzin of zelfs schadelijk vindt. Hoofdschuddend ga je eraan voorbij of misschien ga je er juist vol gas tegenin. In elk geval kunnen dit soort berichtjes je best wel raken. Je beseft dat ze onrecht veroorzaken en kunt je machteloos voelen. Want ja, mensen hebben nou eenmaal allerlei meningen en hangen allerlei overtuigingen aan.
De één zegt bijvoorbeeld dat Covid-19 een virus is dat op natuurlijke wijze ’toevallig’ is ontstaan, terwijl de ander gelooft dat dit doelbewust is gecreëerd. Door wie en met welk doel, ook daarover kom je verschillende opvattingen tegen. Degenen met een stellige overtuiging ervaren zichzelf als slimmer of beter geïnformeerd dan degenen die er anders over denken. Andersdenkenden vinden ze maar naïef, dom, misleid en in elk geval niet zo ‘woke’ als zij.
Ben je naïef als je in zogenaamde complottheorieën gelooft? Of ben je juist naïef wanneer je de ‘officiële verklaringen’ voor waar aanneemt? Is burgerlijke gehoorzaamheid eigenlijk maar laf of impliceert dit juist de bereidheid om voor elkaar te vechten? Is het houden van 1,5 meter afstand een uiting van angst of toon je daarmee juist je verantwoordelijkheid?
We verschillen van inzicht over wat er speelt en wat daarbij het juiste is om te doen.
En zoals vaker gebeurt wanneer het om zaken gaat die ons in het hart raken, worden er keiharde dingen gezegd tegen (en over) degenen met andere inzichten. Degenen die dingen zeggen of gedrag vertonen waarvan wij denken ‘hoe haal je het in je hoofd?’ lijken onze vijanden in een strijd om het goede. We vinden dat we zelf het gelijk (en God) aan onze kant hebben en zijn oprecht blij dat we niet zo dom zijn en ons niet zo destructief uiten en gedragen als die ander.
Wanneer iemand andere inzichten heeft over ‘hoe je goed doet’ (bijvoorbeeld wel of geen 1,5 meter afstand houden), herkennen we in diegene niet of nauwelijks iemand die ‘goed’ is.
Ik vraag me af of dat wel ‘woke’ is.
Degene met een andere mening is niet perse dommer, alleen omdat hij uit andere (ervarings)bronnen put en andere conclusies trekt. De persoon met andere sociale vaardigheden is niet perse minder verantwoordelijk of minder liefdevol, alleen omdat hij zich anders uitdrukt.
Datzelfde geldt voor mensen met andere meningen over wat wijsheid, vriendelijkheid, waarheid, of het ‘goede’ is, eigenlijk voor alles waarover we van inzichten kunnen verschillen en wat we tegelijkertijd vaak zo belangrijk vinden.
Voor de leesbaarheid noem ik dit alles kort gezegd ‘liefde’. Het is namelijk liefde (voor onszelf, voor elkaar en voor het leven) die ons over deze dingen doet nadenken en ons ertoe brengt onze meningen met elkaar te delen.
Liefde laat zich uitdrukken in vele ‘talen’. Als je alleen je eigen ‘taal’ kent en herkent, mis je relatief veel uitingen van liefde die worden gedaan in andere ‘talen’.
Je kunt een gebrek aan liefde ervaren in de wereld om je heen, terwijl dit niet hoeft te betekenen dat er ook daadwerkelijk een gebrek aan liefde ís, maar puur dat jij dit niet als zodanig herkent.
Moeite doen
Soms drukt iemand liefde uit op een manier die zó ver weg staat bij wat je zelf ervaart als liefde, dat je de boodschap niet kunt ontvangen zonder daarvoor eerst moeite te doen.
Je bent niet verplicht om die moeite te doen. Je mag met net zoveel recht van de ander verwachten dat deze probeert om in jóuw ‘taal’ liefde uit te drukken. Je mag gerust de ander beschouwen als ‘niet jouw type’ en gewoon je weg vervolgen. Moeite doen is dus niet iets dat je van jezelf hoeft te eisen. Sterker nog: doe vooral géén moeite wanneer dit ten koste gaat van jezelf! Maar als het bij jouw karakter, de relatie die je met iemand hebt, je proces en je omstandigheden past, kan ‘moeite doen’ iets zijn dat je leven enorm verrijkt.
Ik heb dit zelf gemerkt in de relatie met mijn moeder. Voor mij is zij iemand waarvoor ik moeite moe(s)t doen. Mijn moeder kon dingen zeggen die ze liefdevol bedoelde, maar die op mij heel lomp overkwamen en me diep kwetsten. Ik schreef hier eerder over, je kunt het hier lezen: <KLIK> en ook hier beschrijf ik mijn relatie met mijn moeder (vanaf het kopje ‘ruimte’) : >KLIK<
Toen ik me – uiteindelijk, ik ging eerst door een rouwproces – in haar belevingswereld ging verdiepen en de woorden die ze tegen me zei zoveel mogelijk in háár context plaatste, ontdekte ik de liefde die ze me probeerde te geven.
Door uit te gaan van goede bedoelingen, benader je iemand liefdevoller. Je wordt er dus zelf een liefdevoller persoon van. Maar dat is niet het enige. Je ontdekt namelijk ook steeds meer het liefdevolle in de ander. Je leert steeds meer uitingsvormen van liefde kennen, wanneer je besluit je daarvoor open te stellen. Zo wordt ook de wereld om je heen steeds liefde-voller.
Het is met liefde net als met de sterren. Als je erop let, zie je er steeds meer van.
Tuur maar vol vertrouwen het ‘donker’ in. Er zijn sterren, echt! Je ziet ze niet altijd en ook niet altijd meteen. Maar naarmate je langer kijkt, begin je er steeds meer van te zien.
Op Dogmavrij kan je lekker gratis lezen zonder reclame of betaalmuur. Zo sluiten we niemand buiten. Neemt niet weg dat er – naast veel liefde – tijd en geld in deze website wordt gestoken. Heb jij misschien iets (gehad) aan de artikelen, de series, de steungroep of andere projecten? Zou je dan willen overwegen om dit werk te steunen? Dat kan via http://petje.af/ingebosscha Dank je wel!
Lieve Inge,
‘Oefenen in uitgaan van goede bedoelingen van anderen, maakt de wereld liefdevoller.’ Ik hoop dat deze zin een de-lading-dekkende samenvatting is van wat je bedoelt te zeggen.
Mooie tekst. Aan de inhoud en de strekking ervan wil ik niet graag iets afdoen.
Bewonderenswaardig ook en zelfs een beetje jaloers makend hoe jouw vaardigheid in ‘vertalen’ de afstand tussen jou en je moeder heeft weten te overbruggen.
Dank je wel voor je liefdevolle boodschap. Ik zou het ook graag willen kunnen: de liefde zien in al wat mensen doen. Ik hoop er aan te zullen denken, al die keren dat ik boosheid op voel komen bij bepaalde uitingen of gedrag van anderen. En dan zal ik ook nog moeten proberen om niet te willen begrijpen op welke manier liefde dan überhaupt aan het werk kán zijn in dit of dat gedrag. Zal het een oefening worden in geloven, ook al is het niet te begrijpen?
Er zijn nogal wat mensen die zich uitdrukken in ‘talen’ die zover van de mijne verwijderd zijn (ook al spreken ze ‘Nederlands’) dat mijn vertaalvaardigheid het af laat weten. Ik denk dan aan platvloers, onbeschoft, grensoverschrijdend, hufterig en zelfs lichamelijk agressief taalgebruik en gedrag. En als je het over sociale media hebt, er zijn toch echt mensen die als een trol met opzet nare uitingen posten vanuit de bedoeling te provoceren – niet eens omdat ze wat ze zeggen ook echt menen.
Ik besef dat ik nu toch knaag aan jouw boodschap van ‘uitgaan van goede bedoelingen’. Dat is niet mijn bedoeling. Wat ik je wil vragen, is hoe jij in de praktijk vanuit jouw liefdevolle houding omgaat met bepaalde uitingen. Ik denk dan aan mensen die de complete verpakking van hun MacDonalds maaltijd in de natuur dumpen en je een grote bek geven en zelfs bereid zijn je te slaan als je er iets van zou durven zeggen. Of die internettrol die er genoegen in schept mensen tegen elkaar op te zetten. Of buren die met sadistisch genoegen met opzet en voorbedachten rade hun buren het leven zuur maken. Ik heb het nog niet eens over echt afschuwelijke gedragingen – neem bijvoorbeeld mensenhandel met als doel zelfverrijking.
Wat ik doe, is proberen mijn ogen ervoor te sluiten. Ik weet dat het geen zin heeft me er boos over te maken. Ik weet dat boos erover worden zich tegen mezelf zal keren. Ik vreet mezelf op, ga mensen steeds vaker als hufters zien. De wereld waarin ik leef, wordt er onvelig, ja, bedreigend door. Kortom, het tegenovergestelde van wat er gebeurt als je doet wat jij aanbeveelt. Dus het enige wat (tot nu toe) werkt voor mij, is dat ik mijn ogen (lees mijn bewustzijn) zoveel mogelijk afsluit voor prikkels die een dergelijke negatieve manier van denken in gang zetten. Ik sta al heel lang op nieuwsdieet, omdat ‘het nieuws’ bijna altijd een opsomming is van negativiteit die als bedreiging wordt gebracht – in veel gevallen gaat het over menselijk (wan)gedrag. En als ik in de natuur fiets en de hele berm bezaaid zie liggen met blikjes, plastic tasjes en weettikveel en als ik uit een auto die voor mij rijdt iemand troep naar buiten zie gooien, dan zeg ik tegen mezelf ‘niet doen! Niet over nadenken! Het heeft geen zin! Je hebt er alleen jezelf mee!’
Ik ben oprecht belangstellend, Inge, en zou het graag van je leren, hoe je (als dat inderdaad zo is) in gevallen zoals ik schets, jouw vertaalvaardigheid inzet in functie van je boodschap van liefde. Als ik dat zou kunnen inzien, dan zou ik het wellicht ook kunnen leren en dat zou me vast veel innerlijke rust brengen. En, wie weet, innerlijke ruimte die gevuld kan worden met liefde.
Dank je wel voor je uitgebreide, oprechte reactie. Je woorden raken me. Ik herken namelijk ook wat je schrijft en sta zelf ook – om die reden – op nieuwsdieet. Ik zal vertellen hoe ik omga met ´hufterigheid´ en wat mij daarbij helpt. Niet omdat ik vind dat jij het ook zo moet doen, maar misschien kan je er iets mee, al was het maar afwijzen als zijnde niet bij jou passend. 😉
Een duidelijk voorbeeld van ‘hufterigheid’ is voor mij degene die keihard in zijn auto door een woonwijk rijdt. Sinds ik moeder ben, kan ik een intense woede voelen opvlammen om iemand die zo achteloos lijkt om te gaan met de levens van anderen. (Zelfde trouwens ook met afval in de berm of soms ook alleen al iemand die een hond uitlaat, ondertussen op zijn mobiel bezig is, amper aandacht heeft voor de hond en wel steeds aan de riem trekt, echt… soms zie je gewoon overal onrecht.. en ik denk dat het ook overal ís… en soms doet het je ineenkrimpen… ik herken dat ook.)
Bij die door de wijk scheurende auto is mijn eerste impuls agressie, echt zo van ‘laat ‘ie zich lekker doodrijden op een blinde muur!’ Maar ik ben een beelddenker en ik zie dit dan ook voor me, waar ik vervolgens van schrik. Het besef dat deze persoon ook een moeder heeft en ook iemand is met een verhaal, maakt me al iets zachter. Maar dan nog… zoiets doe je niet! Ik kan er nog lang opgefokt van zijn, behalve wanneer ik er iets langer bij stil sta.
Dan probeer ik mezelf te plaatsen in een positie waarbij ik gedrag vertoon waarbij ik destructief ben, bv wanneer ik boosheid op een niet-helpende manier uit. Het besef dat we allemaal wel eens destructief doen, helpt me al een beetje. Maar dan nog… kinderen in gevaar brengen dóe je niet…! Ik duik er steeds dieper op in, ga daarbij steeds uit van wat me het ergst irriteert. Ik denk ‘stel hij heeft net ruzie gemaakt met zijn vriendin… ‘ of ‘stel hij is op weg naar zijn stervende moeder’… Vervolgens vind ik mezelf stom met mijn roze bril en het inzetten op de zeer kleine kans dat deze persoon iets doormaakt dat hem eventueel begrip zou kunnen opleveren.
Tegelijkertijd erken ik mijn wens om me met anderen te verbinden en de pijn/frustratie die ik voel wanneer ik dit niet kan/wil, zoals met de rondscheurende persoon.
Dan ga ik naar het – in mijn beleving – moeilijkst te verteren scenario. Degene die zo keihard door een woonwijk rijdt, doet dit vaker, omdat het iemand is die het geen bal kan schelen hoe anderen zich daarbij voelen en welke risico’s dit met zich meebrengt voor anderen. Zelfs wanneer hij een kind aanrijdt, is zijn reactie nog ‘dat kind had niet op straat mogen spelen’. Die mensen heb je nou eenmaal, die zonder enige vorm van inlevingsvermogen of verantwoordelijkheidsbesef hun weg door het leven lijken te gaan. Voor mij de mensen waarmee ik het moeilijkst kan omgaan. Maar… dat hóef ik ook niet! Ik hóef hen niet aardig te vinden en ik hoef ook geen begrip voor hen op te brengen.
Wanneer ik me ook maar íets in hen verdiep, besef ik ineens dat hun omgeving gevuld moet zijn met mensen die ofwel zelf ook zo destructief doen ofwel steeds met hen in strijd terecht komen of hen mijden als de pest. Dat lijkt me geen fijn leven. Misschien mist hij de tools om zich op constructieve manieren te verbinden met mensen. Misschien heeft niemand hem dat ooit geleerd of was het niet te integreren in hoe zijn karakter zich vormde. Hoe dan ook: dat ligt allemaal op zijn bordje en deze persoon heeft een eigen weg te gaan en mag dit in zijn eigen tempo doen.
Elke keer wanneer ik daar weer uitkom, bij het besef dat het mij verder niet aangaat en dat ik alleen te dealen heb met wat op míjn bordje ligt (bv mijn kinderen leren niet op straat te spelen, mijn leefomgeving schoonhouden door afval uit de berm te halen wanneer ik een rondje wandel > alleen als ik dat wil, en dat wil ik lang niet altijd), dan keert de rust relatief snel weer terug. Ik kan niks doen om te voorkomen dat mensen zich hufterig gedragen, ik kan er alleen voor zorgen dat ik dit zelf niet doe. En dat ik mijn kinderen begeleidt in het constructief omgaan met hun emoties.
De rest is voor de ander. Wat mij aangaat, zodra ik onrust, frustratie of verdriet merk om hoe anderen zijn/doen, probeer ik daar altijd aandacht aan te geven. Ik merk dat ik dan vaak behoefte heb aan erkenning voor de behoefte tot verbinding en troost omdat het me soms fysiek pijn doet wanneer deze verbinding – die voor mij natuurlijk voelt – niet mogelijk is.
Wat jij doet, je ogen ervoor sluiten, is iets wat ik ook vaak doe. Soms nadat ik eerst even erop inzoomde, zoals ik hierboven beschreef, en soms gelijk al, omdat het zo onverdraaglijk is. Maar doordat ik af en toe heb ingezoomd, wéét ik dat ik uit kan komen op een punt waarop ik mensen kan (los)laten, ook wanneer ze destructief zijn en onrecht veroorzaken. Het besef dat diegene veel pijn moet hebben (gehad) om zo sadistisch of onverschillig te zijn geworden, helpt daarbij. Niet dat ik ze dan van ‘slecht’ ineens beschouw als ‘zielig’, maar wel dat ik besef dat ik met een boog om hen heenloop en dat ze een eigen weg te gaan hebben. Dat helpt me te focussen op mijn weg/bordje.
Is dit herkenbaar voor je? Kan je hier iets mee?
Ja, Inge, ik kan er wel wat mee. Nog een aantal keren doorlezen, bijvoorbeeld. Het procesmatige van hoe je ermee omgaat, herken ik. Het aandachtige bewustzijn erin ook. Het zelf werken aan hoe je je voelt ook. En inderdaad, het ‘op het bordje van de ander laten’ en bezig zijn met je eigen portie, het helpt allemaal. Dank je wel voor je openhartige reactie!
Ik moet zeggen, ik heb je reactie over hoe je ermee omgaat een paar keer doorgenomen en zal het nog wel een paar keer doorlezen en goed tot me nemen wat er staat Inge 😀. Dit is een manier waar ik zeker wel wat mee kan! Ik merk nl aan mezelf dat ik eerst ook boos wordt op hufterig gedrag, ik wil degene ook aanspreken dat dit echt niet kan!! Met risico dat je hierdoor meer problemen krijgt..ik vind ook dan dat degene een aso is, een hufter, egoist enzovoort..maar meteen ook een schuldgevoel bij mij, dat ik niet mensen mag veroordelen of er over mag oordelen en …dat speelt regelmatig bij mij af🙄..dus de woede die ik eerst naar degene toe voel, keert zich daarna dus tegen mezelf. Niet echt productief..en zo vergaat het me vele malen en kan hier veel over piekeren zelfs. Hoe jij ermee omgaat, dat het op diegene zijn of haar bordje ligt en je zelf met je eigen bordje moet dealen, zonder de ander of jezelf te veroordelen vind ik een hele goede manier…💖
Inge,
Ik heb je opstel met belangstelling gelezen. Interessante analyse, maar ik heb hier en daar wel wat opmerkingen.
Je wilt graag een meer ‘liefdevolle’ samenleving. Ik zie dat anders. ‘Liefde’ is naar mijn mening een hele rijke maar kwetsbare één op één-gemoedsinstelling. Zij is onvoorwaardelijk, volledig belangeloos, intrinsiek respectvol, egalitair. Zij stelt geen eisen, maar kan alleen tot volle bloei komen bij wederzijdsheid. Als liefde niet beantwoord wordt kwijnt zij weg.
‘De kerk’ (‘moskee’, ‘sjoel’) heeft het woord gekaapt en misbruikt het om haar volgelingen te binden.
Wat betekent “God is Liefde” nog in het licht van de argwaan en onverdraagzaamheid jegens andersdenkenden? De haat, de agressie? Inquisitie, kettervervolging, jihad?
En wat betekent “Heb uw naaste(n) lief als uzelve” als die niet verder komt dan de eigen geloofsgroep, en dan nog voorwaardelijk?
De ‘liefde’ die ‘de kerk’ (moskee’, sjoel’) predikt is niet onvoorwaardelijk, niet wederzijds, niet egalitair maar hiërarchisch. Zij eist blinde gehoorzaamheid, bestraft en beloont naar goeddunken. Zo wordt het woord ‘liefde’ uit de mond van ‘de kerk’ (‘moskee’, ‘sjoel’) betekenisloos en een machtsmiddel.
Gelovigen zijn gevangenen. Zij zitten vast in de beklemmende cel van de aangeleerde doctrines van hun eigen geloofsgroep. Het zicht op de wereld daarbuiten is heel beperkt. De evolutionair in ieder mens aanwezige medemenselijkheid, integriteit, hulpvaardigheid, kortom het sociale element in het menselijk denken en doen wordt verwrongen en afgeknepen en tot onderdeel van de blinde gehoorzaamheid gemaakt. Gelovige ‘liefde’ is gereseerveerd voor de leden van de eigen geloofsgroep. Daarbuiten wordt het ‘caritas’ uit gehoorzaamheid, al beseffen de meeste gelovigen dat niet.
Zo botst de natuurlijke liefde die ouders voor hun kinderen voelen met de beperkingen die de leer hen oplegt. Zo raken gelovigen in een onoplosbare morele spagaat als hun natuurlijke medemenselijkheid en nieuwe morele inzichten (denk aan LHBTI, abortus, euthanasie en zo) botsen met de leer.
Ook kunnen gelovigen zich door de doctrines van hun leer en de eeuwige concurrentiestrijd die er bestaat tussen de verschillende geloofsstromingen en de aangeleerde argwaan die daarbij hoort (ook en vooral naar atheïsten toe) heel moeilijk losmaken van het wij-zij-denken en de daarbij horende vooroordelen dat zo vaak wrijving in de samenleving veroorzaakt.
Binnen de samenleving zou ik het veel liever hebben over begrippen als medemenselijkheid, respect, verdraagzaamheid, empathie, aanvaarding.
Vel niet te snel een oordeel over het doen en laten van anderen. Vecht tegen je eigen vooroordelen. Denk niet in categorieën maar in individuen. Zie niet ‘de moslim’, ‘de migrant’, ‘de zwarte’ ’de homo’, ‘de andersdenkende’ enzovoort. Kijk naar de mens onder dat etiket met al zijn eigenschappen en karaktertrekken, zowel de goede als de slechte. Accepteer hem of negeer hem en laat het oordelen over aan de rechter.
Ga in beginsel uit van het goede (de meeste mensen bedoelen het goed), maar bedenk altijd dat de mens feilbaar is en dat zijn handelen gesruurd wordt door rede, instinct en emotie. En dan voooral die laatste twee. En natuurlijk speelt het humeur-van-het-moment ook een rol.
Uiteraard zijn er mensen die het leuk vinden rotzooi te trappen, anderen te kwetsen, te trollen of nepnieuws te verspreiden. Stoor je er niet te veel aan. Meestal zijn het zielepoten die alleen in de anonimiteit van het internet hun kwalijke spelletjes durven spelen. (Het wordt natuurlijk anders als het om echte misdadigheid gaat, fraude, bedreiging en dergelijke, daar moet je altijd alert op zijn, zodat ertegen opgetreden kan worden)
Misschien is deze levenshouding voor mij gemakkelijker dan voor de meeste Nederlanders. Zij leven in de illusie dat hun samenleving monocultureel is (met wat randgroepen die er niet echt bij horen).
Ik ben opgegroeid in een sterk multi-etnische, multiculturele en ook veelkleurig religieuze samenleving. De wereld van mijn jeugd was –misschien noodgedwongen– heel ruimdenkend en verdraagzaam. Heel anders dan de wereld waar ik later, in Nederland, mee in aanraking kwam. Hier leerde ik wat het betekent steeds weer tegen vooroordelen aan te lopen, gediscrimineerd of etnisch geprofileerd te worden, ‘anders’ te zijn.
Het is deel van mijn leven geworden, maar gelukkig heb ik geleerd ermee om te gaan en heb ik mijn weg in de samenleving gevonden (met een liefhebbende vrouw en kinderen en kleinkinderen die ons zeer toegenegen zijn).
Het is een lang verhaal geworden, ik hoop dat je er wat mee kunt.
Vriendelijke groet
Edward Apcar