Dit artikel maakt deel uit van een serie over aangeleerde, op religie gebaseerde, belemmerende overtuigingen en de mogelijke gevolgen die deze kunnen hebben. Doel van deze serie is: herkenning en erkenning. Doelgroep: (onbewust) betrokkenen /slachtoffers (zowel gelovig als niet meer gelovig), therapeuten en kerkwerkers. Deze serie laat bewust het waarheidsgehalte van de overtuigingen buiten beschouwing en zoomt enkel in op de mogelijke gevolgen. Deze mogelijke gevolgen zijn samengesteld aan de hand van meer dan 1000 reacties en mails van twijfelaars en (ex-)gelovigen. In dit artikel worden de meest genoemde en als ‘klachtengevend’ ervaren gevolgen besproken. Meer info over dit project: >KLIK<
Dit is deel 5.
Angst voor straf
Voor degenen die liever een filmpje kijken, hier een filmpje. Voor alle anderen staat onder het filmpje een meer uitgebreide inhoud, maar dan in tekstvorm.
Angst voor straf is een breed onderwerp en daarom ga ik nu niet overal op in. Later in deze serie komen enkele facetten van dit thema nog afzonderlijk ter sprake, zoals de onderwerpen die te maken hebben met eeuwige straf: ‘angst voor de hel’ ‘zonde tegen de Heilige Geest’ en ‘wie God verlaat heeft smart op smart te vrezen’. Ook binnen het thema ‘extern gezag’ kan angst voor straf een rol spelen. Dit komt aan de orde in de volgende aflevering. In dit artikel zoom ik in op de ‘alledaagse’ vorm van ‘angst voor straf’, die zich meestal uit als ‘angst voor afwijzing’, ‘angst om te falen’ en ‘angst om gezien te worden’. Kortom: het gaat om de vraag: ben ik wel goed genoeg?
Wanneer je religieus bent opgevoed, kan het zijn dat je leerde leven met het idee dat God vanuit de hemel toekeek en alles wist van wat je deed, sprak, dacht, voelde en droomde. Dit kan ervoor gezorgd hebben dat je een hoog zelfbewustzijn hebt ontwikkeld. Je bent als het ware ook naar jezelf gaan kijken en denkt na bij alles wat je doet, zegt, denkt en voelt. Dit voortdurend screenen van jezelf zie je zowel bij kinderen met een straffend godsbeeld als bij kinderen met een liefdevol godsbeeld. Je wilt dat het góed is! Je wilt God niet teleurstellen. Mogelijk reageer je zelden of nooit primair op situaties, maar is je reactie eerst geanalyseerd en aangepast aan verwachtingen en draagkracht van de omgeving. Deze vorm van zelfcensuur kan een sterk remmende werking hebben op je zelfexpressie, spontaniteit en creativiteit en kan je het gevoel geven in een kramp te leven of op eieren te lopen.
Zelfcensuur lijkt vanuit de bijbel aangemoedigd te worden. In Matteüs 5, de Bergrede, staat bijvoorbeeld dat wanneer je rechteroog of je rechterhand je tot zonde verleidt je deze maar moet uitrukken of afhakken, want je kunt deze beter verliezen, dan met een compleet lichaam in de hel terechtkomen. Een hoge bereidheid tot zelfcensuur kan het kerkelijk gezag veel macht geven.
Zelfcensuur kan ook zorgen voor keuzestress. Hoe weet je dat je de juiste keuze maakt? Stel je bent ziek en krijgt medicatie voorgeschreven. Mag je die dan zomaar innemen? Als God blijkbaar toestond dat jij ziek werd, dan wil hij jou door je ziekte misschien iets leren? Misschien mag je een getuige zijn van Gods kracht door geduldig en blijmoedig je ziekte te dragen, wat je natuurlijk nooit had gekund wanneer God je daar de kracht niet voor gegeven had. Of mag je juist dankbaar gebruik maken van de medicijnen die er zonder Gods inspiratie en kracht natuurlijk ook niet waren geweest? Uiteindelijk besluit je misschien om de angst om het fout te doen te bezweren door alles biddend te doen. Zo van: “God, wanneer het uw bedoeling is dat deze pil in mij zijn werk doet, wilt u deze pil dan zegenen? En wanneer het uw bedoeling is dat ik ziek blijf, wilt u dan voorkomen dat de pil zijn werk zal doen en mij vergeven omdat ik de pil heb ingenomen?” Zo probeer je de eindverantwoordelijkheid te leggen bij degene van wie je leerde dat die er uiteindelijk over zal oordelen.
Wanneer je een straffend of bedreigend godsbeeld hebt of had, kan dit de angst voor straf en afwijzing hebben vergroot. Als iemand belangstellend aan je vraagt ‘wat ben je aan het doen?’ kan het zijn dat jij schrikt en je afvraagt of je het wel goed genoeg doet. Je voelt je misschien snel veroordeeld, als zei diegene beschuldigend: ‘wat ben jíj nou aan het doen!?’ Je kunt zelfs bang zijn om gezien en gehoord te worden.
Je voelt je misschien nog het meest veilig wanneer niemand je ziet.
Deze programmering kan eenzaamheid veroorzaken, omdat het indruist tegen de natuurlijke behoefte om gekend en gezien te worden.
Bij ‘angst voor straf’ heb je te maken met enkele universele, natuurlijke behoeften die haaks op elkaar lijken te staan, met name wanneer ‘gezien worden’ gelijk staat aan ‘veroordeling’/’onveiligheid’. De behoefte om veilig te zijn aan de ene kant en de behoefte om gekend te zijn en de behoefte tot zelfexpressie aan de andere kant. Afhankelijk van je karakterstructuur, je omstandigheden, je omgeving en de mate van dreiging die je ervaart vanuit je godsbeeld en/of de groep, kies je (onbewust) welke behoefte je vooral probeert te vervullen. Er kunnen enkele overlevingsstrategieën zijn die je hebt ontwikkeld. Ik zal er enkele noemen, misschien herken je er wel één of meerdere. Het kan zijn dat je in de ene situatie voor het één en in een andere situatie voor het andere kiest. Ook in de loop van je leven kan dit veranderen.
Onzichtbaar
Misschien heb je je ontwikkeld als een soort ‘grijze muis’ om maar niet op te vallen. Misschien probeerde je als kind al zo weinig mogelijk aandacht te trekken door bijvoorbeeld haast nooit iets uit jezelf te vertellen en alleen antwoord te geven wanneer je iets werd gevraagd. Door te zorgen dat je niet besproken werd, dat er op jou niets aan te merken was en door je bijvoorbeeld vaak af te zonderen. Je speelde in de schemerige ruimte onder de tafel, terwijl een broertje of zusje in het volle licht door de kamer danste. Wanneer onzichtbaar zijn jouw ‘normaal’ was/is, kan het zijn dat je je ergerde of nog altijd ergert aan mensen die juist heel erg zichtbaar zijn. Misschien vind je dit eigenlijk maar een gênante vertoning, bezorgt het je plaatsvervangende schaamte of irritatie. Misschien ben je heel diep van binnen ook wel eens een beetje jaloers of boos… omdat zij wél worden gezien en gehoord! De prijs die je betaalt voor je overlevingsstrategie kan hoog zijn.
Laat ook maar! Ik doe het wel op mijn manier!
Misschien ben je, mogelijk ook vanuit een soort fatalisme, iemand geworden die (onbewust) ‘ik word toch wel afgewezen’ als basisgedachte over zichzelf en anderen heeft aangenomen. Dit kan ook voor een bepaalde vrijheid zorgen waarin je de dingen steeds meer op jouw eigen manier benadert en doet. Misschien is ‘authentiek’ echt een woord dat jou typeert. Vrijheid geboren uit pijn. Wat niet wil zeggen dat de pijn van de veroordeling verdwenen is. Ook hier kan de prijs die je betaalt voor je overlevingsstrategie hoog zijn.
De ander tevreden stellen
Als diep in jou de programmering zit dat wanneer je het fout doet, er ‘straf’ zal volgen, er dreiging is, je zelfs voor eeuwig verloren kunt gaan, en dat de ánder bepaalt of jij ‘goed’ bent, lijkt het van levensbelang dat de ander jou gunstig gezind is en blijft. Misschien ben je een pleaser geworden, probeer je voortdurend iedereen maar tevreden te stellen. Het oordeel van de ander hangt als het zwaard van Damocles boven je hoofd. Je rent je rot en kunt van binnen paniek voelen wanneer je een fout hebt gemaakt of wanneer iemand boos op je is. Het kan zijn dat je voortdurend op je hoede bent en daardoor chronisch gespannen. Of dat je een dubbelleven leidt om toch de dingen te kunnen doen waar je eigenlijk behoefte aan hebt.
Perfectionist
Misschien dat de vraag: ‘ben ik wel goed genoeg?’ jou ertoe brengt om te laten zien dat je dat inderdaad bent. Misschien ben je een perfectionist geworden. Dit kan zijn op een specifiek onderdeel, bijvoorbeeld in je uiterlijk, de sport, je werk, je huis, je auto of je kinderen, maar het kan ook zijn dat je op vrijwel alle terreinen van je leven de lat extreem hoog hebt gelegd. Je kunt oververmoeid, overspannen en burn-out raken. Achter de perfectie die je laat zien, staat iemand die voortdurend bevestiging zoekt bij anderen dat hij/zij inderdaad goed genoeg is.
Is dit herkenbaar?
Graag ga ik met je in gesprek over wat angst voor straf met jou heeft gedaan en of de door mij genoemde gevolgen herkenbaar voor je zijn. Heb je misschien gevolgen ontdekt die ik niet noem? Deel dit dan gerust in een reactie onder deze blog. Laten we samen de religieuze blauwdruk ontrafelen!
Met alle liefde,
Inge