Opstaan


 

Ik was alleen in het donker. Ik had een wereld achter me gelaten die me vertrouwd was, maar waar ik niet hoorde. In mijn nieuwe wereld voelde ik me angstig en onzeker. Ik begreep de bedoeling niet. Ik zocht naar sleutels die er niet waren.

Ik had altijd met antwoorden geleefd. Grote uitroeptekens en dikke punten. Zo was het en niet anders. Mijn zekerheid sleep scherpe punten aan de speren die ik wierp naar iedereen die het mis had. Vraagtekens en komma’s waren mijn grootste vijanden.

Mijn zekerheid brak eerder dan ik. Ik brak pas toen ik na een worstelende zoektocht voelde dat geen enkel uitroepteken en geen enkele punt nog enig houvast kon bieden. Ze waren te glad voor mijn handen. Ik had niets meer.

Ik was geworden wat ik had leren verafschuwen.

Machteloze woede deed me krommen van pijn. Doodsangst benam me de adem. Een eindeloos diep verdriet welde op. Meer nog dan er tranen waren, was er de stilte. Een desolate, hart-verscheurende, godverlaten stilte. Ik was afgedaald in de hel.

Mijn grootste blokkade was ik zelf, met mijn gedachten over vraagtekens en komma’s. Ik vond dat ik daar verre van moest blijven, terwijl ik zelf uit niets anders meer bestond. Mijn harde gedachtenpantser hield mijn levende kern gevangen. Ik moest breken. Ik moest sterven.

Mijn dood bleek mijn tweede geboorte. Klein, kwetsbaar en aarzelend begon mijn nieuwe leven. Een leven waarin ik keer op keer opnieuw zou sterven. En altijd in dezelfde volgorde: eerst de hel, dan de opstanding. De hel is niet meer zo groot als toen. Het zijn nu alledaagse kleine ‘helletjes’, waarin dezelfde thema’s terugkeren.

Bij elk bericht dat ik plaats, bij elk gesprek dat ik aan ga, bij alles waarbij ik zichtbaar ben, moet ik eerst door de hel van angst.

“Als ze maar niet naar me kijken, ik ben onwaardig, ik zet mezelf voor schut, ze zullen me uitlachen en weghonen, ik durf niet, ik doe het niet, ze zullen dit, ze zullen dat…”

 

Steeds opnieuw mijn worsteling met oude uitroeptekens over wat ‘men’ vindt en hoe ‘het’ dus hoort. Alsof er maar één manier is.

En dan komt de opstand. De bevrijding. Het besef dat ik het op mijn manier mag doen. Dat ik óók bestaansrecht heb. Dat het oké is als mensen me niet begrijpen. Dat we verschillend waarnemen en daardoor niet in hetzelfde ‘waarheid’ en ‘schoonheid’ zien. Dat dit mag. Dat ik mag.

Tijd om op te staan.

 

About Inge Bosscha

Aandachtig, openhartig, (zelf)kritisch en verbindend. Trainer, coach en inspirator. Deskundige op het gebied van (het loslaten van) aangeleerde religieuze dogma's en belemmerende overtuigingen.

2 Responses

  1. Marjan Tange

    Dank je voor wat je schrijft. Zoveel herkenning. Ik zoek ook steeds meer mijn eigen weg. Los van wat ik geleerd heb, mijn waarheid vindend. En heel andere God leren kennen. Blij met de herkenning!

  2. ‘Sta op en schitter
    want lang was de nacht en bitter de strijd met oude fantomen
    maar nu is het morgen
    nu is het tijd om blinkende dromen waar te maken.
    Weet je geborgen – in een nieuw Licht.
    Vat moed en schitter , en richt je op wat komen gaat
    want je hart wordt witter
    en de dag verwacht je eigen herboren gelaat.’

    [CatharinaVisser /n.Jesaja 60:1]

Jouw reactie kan anderen tot steun zijn.